Wel heel dichtbij

Eigenlijk zou deze blog gaan over afgelopen zaterdag, toen we een middag campagne gingen voeren in Tilburg voor het Oekraïnereferendum. Over dat we prima werden ontvangen, op enkele ‘PVV!’-roepers na. En dat ik overigens niets gemerkt had van die huiszoeking in Vorst en de arrestatie van Abdeslam, allemaal vele kilometers bij mijn huis en het Europees Parlement (EP) vandaan.

Maar nu zit ik er opeens middenin. Vlak voor ik gisterochtend naar mijn stage ging, hoorde ik van de aanslagen op Zaventem. Terwijl ik naar het EP liep, een tochtje van zo’n tien minuten, merkte ik niets opvallends. Hooguit wat meer sirenes dan normaal.

Op kantoor aangekomen hoorde ik van de aanslag in metrostation Maalbeek. Dat is het metrostation waar je uitstapt als je in het parlement of bij de Europese Commissie moet zijn. Ondertussen stroomden de verontruste appjes binnen. Daarnaast kreeg ik ook van alle kanten de vraag om de laatste updates te geven voor diverse nieuwsmedia, en of ik misschien even een reactie had voor krant x, zender y of radioprogramma z?

Dat voelde allemaal nogal fout, dus ik ben er niet op ingegaan. Maar toch schrijf ik er wel over in mijn blog. Ik kan dit niet volledig negeren en doen alsof mijn leven enkel uit het Oekraïnereferendum bestaat. Begrijp me niet verkeerd: ik wil me op deze plek absoluut niet presenteren als een ooggetuige, want ik heb niets gezien.

‘Op het plein voor het parlement waren gewoon nog kroegen open’
Het enige verschil tussen jou en mij is waarschijnlijk de locatie van waaruit we liveblogs en Twitter volgden. En dat ik wel eens de metro vanaf Maalbeek heb gepakt, zoals waarschijnlijk de meeste mensen die in het EP of bij de commissie werken. En dat ik, als ik dat durf, even kan gaan kijken bij de afgesloten straten. Maar het voelt niet goed om, enkel omdat ik toevallig in de buurt was, reacties aan media te geven als ‘nou ik zit veilig in het EP, hoor alleen wat meer sirenes dan normaal’. Want het gaat niet om mij, het gaat om de mensen die op tien minuten lopen zijn vermoord door terroristen die ons haten en angst willen zaaien.

En het erge is: het werkt. Het walgelijke cliché ‘het komt nu wel heel dichtbij’ blijkt te kloppen. Het heeft toch wel invloed dat de beelden, die eindeloos herhaald worden op televisie, nu opeens herkenbare plekken zijn. Ik wil niet bang zijn, maar ik ben het wel een beetje. Ik wil mijn leven niet laten beïnvloeden door deze terroristen, maar ik denk voortaan toch wel een paar keer na voordat ik de metro pak. Ik let extra op mensen met opvallende bagage die zich ‘verdacht’ gedragen. Ik check de nooduitgangen. Ik voel me niet meer onvoorwaardelijk veilig in grote menigtes of op drukke toeristische plekken, hoeveel militairen ik ook om me heen zie.

Het EP werd niet geëvacueerd, maar de beveiligingsmaatregelen werden wel (nog verder) opgevoerd. De rest van de werkdag was surrealistisch. Iedereen probeerde contact te krijgen met vrienden en familie om te laten weten dat ze in orde waren en te checken hoe het daar was. Alle vergaderingen en evenementen werden afgelast. Buiten het EP was er echter niet zoveel te merken van de lockdown. Op het plein voor het parlement waren enkele kroegen nog gewoon open. Er waren mensen op straat en het lukte me zelfs een frietje te scoren bij de snackbar bij mij om de hoek.

Vandaag (woensdag) zijn de meeste gebouwen van het EP gesloten. Martin Schulz, de voorzitter van het parlement, heeft iedereen verzocht thuis te werken. Dus dat gaan we doen. En dan gaat het leven verder. Elke keer wat voorzichtiger dan voor de aanslagen.

23-03-2016