• Master? Liever in het Westen!

    Weg vóór het toetje

    Steeds meer studenten verlaten Groningen na hun bachelor, ze gaan al weg voor het toetje op tafel staat. En studenten uit de rest van Nederland schuiven niet aan, omdat ze Groningen te ver vinden. De RUG wil dat veranderen. Maar hoe?
    in het kort

    Steeds meer studenten verlaten Groningen voor een master, en voor masterstudenten uit de rest van Nederland blijft Groningen ver.

    De Rijksbijdrage hangt mede af van het aantal masterstudenten. Minder masterstudenten, betekent minder geld.

    Verschillen tussen faculteiten zijn groot.

    Hoe gaat de RUG ook in de toekomst zorgen voor genoeg masterstudenten? Werven, promoten, masters profileren.

    Als Nederlandse masterstudenten uitblijven, zijn er altijd nog de internationals. Reden dat de RUG wil internationaliseren.

    volledige versie

    Leestijd: 11 min. (1631 woorden)

    Florien Labree (23) wist niet hoe snel ze na haar bachelor internationale betrekkingen en internationale organisaties Amsterdam moest opzoeken voor een pre-master business administration. ‘Ik heb niet eens naar RUG-masters gekeken. Ik had na vier leuke jaren Groningen alles wel gezien. Ik wilde iets nieuws.’

    Ook Christel Verveda (23) verruilde ‘eilandje’ Groningen met een bachelordiploma kunsten, cultuur en media voor de master muziekwetenschappen in Utrecht. ‘In het Groninger cultuurwereldje regelt een klein handjevol mensen de boel’, zegt ze. ‘Groningen heeft weinig connectie met de rest van Nederland. Dat stond mij tegen. Hier ontmoet ik mensen uit allerlei steden. Vaste banen vind je toch in het Westen.’

    Groningen te ver

    Steeds meer studenten verlaten Groningen voor een master, en voor masterstudenten uit de rest van Nederland blijft Groningen ver. Van de in 2009 afgestudeerde bachelors ging ongeveer 85% door voor een master aan de RUG. In 2013 was dat 65%. Het universiteitsbestuur vreest dat de RUG een bacheloruniversiteit wordt als er niet snel actie wordt ondernomen.

    ‘Meer masterstudenten binnenhalen is een speerpunt’, bevestigt RUG-woordvoerder Gernant Deekens. ‘De grootste uitdaging is masterstudenten in Groningen houden. Tot nu toe is er een groei, maar de universiteit wil die groei bestendigen en de positie ten opzichte van andere universiteiten behouden.’

    Bij letteren kampen masters als American Studies bijvoorbeeld met teruglopende studentenaantallen.

    Plannen

    ‘We hebben een evenwichtiger instroom nodig. Met die wisselende instroom is het lastig organiseren. We moeten flexibel zijn. Je wilt toch een redelijk collegeaanbod, dus om ook opleidingen met geringe instroom in de lucht te houden krijgen docenten minder onderwijstijd en combineren we overlappende colleges. Eigenlijk wil je daarop niet beknibbelen; docenten werken hard’, reageert vice-decaan Dirk Jan Wolffram van letteren.

    ‘Sommige faculteiten rekenen in hun begroting voor de komende jaren al op meer masterstudenten, maar concrete plannen laten op zich wachten’, zegt SOG-fractievoorzitster in de Universiteitsraad Esmée Gemke. ‘En een opleiding omvormen en promoten heeft tijd nodig.’

    De Rijksbijdrage, in 2015 voor de RUG 333,9 miljoen, hangt mede af van het aantal masterstudenten. Minder masterstudenten, betekent minder geld. Deekens: ‘Masterstudenten zijn bepalend voor de reputatie, ook internationaal. Aan de kwaliteit ligt het niet; die hebben we en daarmee willen we studenten trekken. Daarin zijn we redelijk succesvol, maar we streven naar verbetering.’

    Werkgelegenheid

    De universiteit is er daarom veel aan gelegen om de aandacht van masterkiezers te trekken. Maar de geografische ligging heeft de RUG tegen. ‘In onze hoek ligt de werkgelegenheid niet in het noorden’, zegt Harry Garretsen, decaan van Economie en Bedrijfskunde. ‘Het noorden heeft nu eenmaal een kleinere economie dan de Randstad.’

    Wolffram ziet dat anders: ‘Beeldvorming over de arbeidsmarkt in het Noorden speelt ons parten. Kwantitatief is het aanbod kleiner, maar de concurrentie ook. Studenten vinden aantoonbaar snel een baan na een master hier.’

    ‘Studenten vinden aantoonbaar snel een baan na een master hier’

    Tot 2012 had de RUG ook voordeel van die perifere ligging; de universiteit trok automatisch veel studenten uit Friesland, Drenthe en de eigen provincie. De harde knip, waar de RUG zich om die reden lang tegen verzette, maakte in 2012 de doorstroom van bachelor in Groningen naar master in Groningen minder logisch. Nu de harde knip bachelorvakken volgen in de master onmogelijk maakte, was ‘blijven hangen’ na je bachelor niet meer de enige optie.

    Volgend jaar speelt ook het leenstelsel mee. Garretsen: ‘Studenten kiezen bewuster. Je ziet het snel veranderen. Is dat een probleem?’ Meer studentmobiliteit was juist de bedoeling van de Europese Bolognaverklaring. Maar: ‘De tijd dat je achterover kon leunen is voorbij. We moeten moeite blijven doen.’

    Instroom

    Verschillen tussen faculteiten zijn groot. Economie & bedrijfskunde en wiskunde & natuurwetenschappen zien meer mensen wegtrekken, maar dit wordt ruim gecompenseerd door internationale toevloed. Bij rechten en ruimtelijke wetenschappen blijft het merendeel in Groningen. Wel is de belangstelling uit de rest van Nederland daar minimaal. Maar, zegt directeur onderwijs van rechten Jaap Dijkstra: ‘Ik denk niet dat we veel moeite moeten steken in studenten uit andere steden. Overal zijn masters strafrecht, dus of iemand daarvoor uit Utrecht moet komen…’

    De masterinstroom van onderwijskunde en Nederlandstalige psychologie bij gedrags- en maatschappijwetenschappen daalt licht. Letteren ziet sinds de harde knip een ‘substantiële teruggang’ in het aantal studenten dat in Groningen blijft.

    In heel Nederland slinkt de belangstelling voor de geesteswetenschappen; ook in Groningen worden juist deze faculteiten meer genoodzaakt hun praktische waarde te bewijzen. Wolffram: ‘Dat is de opdracht voor de geesteswetenschappen. Het gaat om de betekenis van je vak zichtbaar maken. Neem het drama in Parijs. Als geen ander kunnen wij die fenomenen in politieke perspectieven plaatsen.’

    Promoten

    Hoe gaat de RUG ook in de toekomst zorgen voor genoeg masterstudenten? Werven, promoten, masters profileren. Wolffram: ‘Hoe kunnen we laten zien dat dit aantrekkelijke programma’s zijn? En zorgen dat onze eigen bachelorstudenten die naar elders willen, het masteraanbod hier serieus overwegen?’

    Bij economie & bedrijfskunde en godgeleerdheid & godsdienstwetenschap gingen in 2012 de masters om. ‘In 2010 zagen we steeds meer studenten wegtrekken naar specifieke masteropleidingen elders’, vertelt vice-decaan Mirjam de Baar. ‘We beseften: zonder actie komt niemand meer naar onze masters. Je zag niet aan de namen wat we inhoudelijk te bieden hadden.’

    ‘Zonder actie komt niemand meer naar onze masters’

    Nu zijn er vier Engelstalige masterprogramma’s en één Nederlandstalig, met etiketten als religion, conflict and globalisation. De instroom verdubbelde bijna. Ook economie & bedrijfskunde heeft nu bredere bachelors en specialistischer masters.

    Rechten lanceert volgend jaar de master arbeidsrecht, in navolging van andere universiteiten. Bedrijfsrecht wordt ondernemingsrecht. Andere faculteiten zijn nog in discussie, zoals wijsbegeerte en letteren. ‘Wij werken hard aan profilering en praten veel met opleidingen’, zegt Wolffram. ‘We denken nog niet: die moet eruit en dat moet samengevoegd. Als we nu veranderen, verwachten we binnen drie jaar zichtbaar resultaat. Als programma’s daarna achterblijven, moeten we realistisch zijn en die beëindigen. De bestaande opleidingen zijn uitstekend, alleen we moeten dat verkopen! We zijn in veel dingen goed, alleen niet in laten zíén waar we goed in zijn. Je kunt adverteren met specialismen, maar beter kun je het gehéél uitventen aan brede competenties waarmee studenten verder kunnen komen.’

    Internationaliseren

    Opleidingen zijn druk met internationaliseren en aansluiten op de arbeidsmarkt, vertelt Wolffram. ‘Midden-oostenstudies legt bijvoorbeeld meer nadruk op hedendaagse problematiek. Ook willen we doorstroom vergemakkelijken door het minorenstelsel te herzien.’

    Ruimtelijke wetenschappen wil eerst uitzoeken waarom bij bepaalde masters de instroom zo klein is en wat het ‘geheim’ is dat studenten naar Groningen haalt. Gedrags- en maatschappijwetenschappen heeft masterprofileringsplannen ingediend bij het universiteitsbestuur. Hoe de masters eruit gaan zien? ‘Dat moet nog uitgewerkt’, zegt Van der Werf. ‘We kijken of we ze interessanter kunnen maken qua vakinhoud en samenhang, en programma’s koppelen aan onderzoeksspeerpunten.’

    Onderzoek is gemene deler. ‘De meerwaarde van het bachelor-mastersysteem: twee academische opleidingen’, zegt Garretsen. ‘Waar je het mee wint in de wereld is onderzoek. Daarop sluiten onze masters nu meer aan.’

    Zichtbaarheid

    Cruciaal is ook presentatie. Zichtbaarheid. De universiteit investeerde fors in een nieuwe website, enig aanknopingspunt voor wie Groningen niet kent. ‘Het zou duf zijn als een student Brussel kiest omdat hij hier niet in één klik een opleiding kan vinden’, zegt Garretsen. ‘Informatievoorziening en inschrijvingsprocedure moeten snel zijn.’ Pascal Gielen van de letterenfaculteitsraad noemt dit het grootste probleem: ‘Wij zijn niet onoverzichtelijk, we zijn onzichtbaar.’

    Selectie is een andere maatregel. Garretsen: ‘Uiteindelijk is ons doel niet zoveel mogelijk, maar voldoende goede masterstudenten. Als die niet meer vanzelfsprekend uit je eigen bachelors, maar overal vandaan komen, betekent dat investeren in toelating.’

    Loont al die tijd en moeite voor het masterbeleid? Voor vice-decaan Greetje van der Werf van gedrags- en maatschappijwetenschappen is masterinstroom, ondanks focus in de instellingsbegroting op meer bekostigde masterinschrijvingen, geen echt zorgpunt. ‘De afname in de bachelorinstroom vind ik zorgwekkender. Dáárvan is de begroting grotendeels afhankelijk. Bovendien werkt op dit op langere termijn door in de masterinstroom.’

    Over masterprofilering is ze serieus maar sceptisch: ‘Wij kunnen investeren in fancy masters, maar als hier geen werkgelegenheid is, heeft dat geen zin. Masterprofilering betekent misschien kannibalisering van bestaande opleidingen, doordat studenten naar de nieuwe opleiding trekken. Studeergedrag is onvoorspelbaar. Daarom moet je oppassen met nieuwe plannen.’

    Banen

    Waarom verhuizen studenten? Vaak gaat het om banen. Gusta Wachter (23), researchmasterstudente migration, ethnic relations and multiculturalism in Utrecht: ‘Alle grote onderzoeksbureaus zitten hier. Na een master in Groningen was ik ook weggegaan. Ook onderzoek ik integratie en radicalisering, terwijl Groningen één van de witste steden is.’

    ‘De masters in Groningen bieden geen verdieping’

    ‘Ik zie niet echt kansen in Groningen’, zegt Isabelle van der Ouderaa (23) vanuit Amsterdam. Ze vertrok voor general biology met één jaar onderzoek en één jaar ‘management en policy’, maar ook met het idee: ‘Als ik niet het onderzoek in wil, vind ik geen baan in Groningen.’ Ze zocht vóór haar afstuderen vast een basis in de Randstad.

    Na drie, vier jaar Groningen zoeken velen ook afwisseling. Tenslotte trekken specialistische masters. Christel Verveda: ‘Dit was de perfecte combi: pop, klassiek en praktijk. De KCM-masters in Groningen boden geen verdieping, maar uitbreiding van vakken die we al honderd keer hadden gehad.’

    Buitenlandse studenten

    En als Nederlandse masterstudenten uitblijven, zijn er altijd nog de internationals. Reden dat de RUG wil internationaliseren. Ook uit demografische overwegingen: na 2020 krimpt het aantal Nederlandse jongeren.
    Veel internationals volgen juist hun master in Groningen. Double degrees lopen goed. Van der Werf plaatst wel een kanttekening: ‘Het probleem is dat buitenlandse studenten uiteindelijk hier niet aan het werk gaan. Nadruk op internationalisering vind ik korte-termijndenken.’

    Maar de Roemeense PhD Elena Martinescu blijft. ‘Het onderzoeksniveau is hier hoog en ik ben gewend aan de manier van leven.’ Ze immigreerde voor de researchmaster behavioural and social sciences. Waarom Groningen? ‘Ik zocht een kleine stad. De RUG is erg gericht op internationals. Ik kreeg direct een baan als onderzoeksassistente. Deze RUG-researchmaster stond online het duidelijkst uitgelegd en aanmelden was makkelijk.’ Juist niet onoverzichtelijk dus.
    Over de hele RUG-linie lijkt voor masterstudenten en masteropleidingen te gelden: niet minder, wel anders. Dat dwingt de buitenwereld ook af, aldus Deekens: ‘Stilstand is achteruitgang.