• Beasting

    Tot je écht niet meer kunt...

    Dit artikel verscheen ook in ons papieren magazine, overal verkrijgbaar in de universitaire gebouwen of digitaal op Issuu.

    De muziek galmt uit de boxen. ‘Push it to the limit!’

    Buikspieren trillen. Lichamen zijn bedekt met een dun laagje zweet. Een snel slokje water en een veeg met een handdoekje om de lastige zweetdruppels weg te werken.

    Verder!

    De volumeknop gaat hoger. Tien minuten lang onafgebroken touwtjespringen. Een studente struikelt als ze haar touw twee in plaats van eenmaal per sprong onder zich langs probeert te zwaaien. Ze veegt de klamme haren uit haar gezicht.

    Nog meer buikspieren trillen bij de honderdste sit-up. Trainster Suzanne schreeuwt als een commando en zorgt voor mentale ondersteuning. ‘Probeer er geen wokkel-up van te maken’, roept ze, wanneer ze ziet dat sommigen de benen niet meer strekken.

    Het lijkt bijna een militaire training en dat kan kloppen. Dit is beasting, een afgeleide van de zware training van het Korps Mariniers. Maar het twintigtal studenten dat op deze training is afgekomen, verlangt slechts naar de uitputtingsslag.

    Opdrukken. ‘Ik kom wel omlaag, maar niet meer omhoog’, puft studente Lisanne tegen haar sportmaatje. In de spiegel aan de wand ziet ze haar rode hoofd. Plots valt de muziek uit en horen we alleen nog gehijg. ‘Als je echt niet meer kunt, mag je op je knieën leunen’, zegt Suzanne. ‘Maar alleen als je écht niet meer kunt, niet willen is geen optie.’ Ik gluur opzij, om te kijken of iemand opgeeft.

    Even pauze.

    We smeren vloeibaar magnesium op onze handen voor grip als we de loden kettlebell moeten optillen. We steken de zaal over en maken om de meter een kniebuiging. ‘Kom op Joey, dieper door je knieën zakken!’

    Keer om keer werpen we de kettlebell tot ooghoogte. Mannen swingen met minimaal twintig kilogram, de dames zestien. Na de laatste ronde laat iedereen de bal met een plof op de grond vallen.

    High five met de buurman. Dan sleuren we de kettlebell het toestelhok in en strompelen we de zaal uit. Dat wordt spierpijn.