• De Vries zet al 35 jaar de toon

    ‘Waarom zou ik stoppen?’

    Al sinds zijn studententijd geeft Rein de Vries de maat aan bij Bragi, de oudste studentenmuziekvereniging van Groningen. Dit jaar viert hij er zijn 35-jarige jubileum als dirigent.

    Het begon allemaal 37 jaar geleden, toen Rein zelf ook nog student was in Groningen. Hij bespeelde een aantal instrumenten en zong in een koor bij Bragi. Wanneer hij naar muziek luisterde, probeerde hij te bedenken hoe het nog beter zou kunnen klinken. En dus ging hij orkest- en koordirectie studeren aan het conservatorium. Na een paar jaar zelf te hebben gezongen, werd hij dirigent van het a-capellakoor van Bragi. Sindsdien is hij er niet meer weg te denken.

    Repetitie

    Het gaat er gezellig aan toe tijdens de oefensessies van ‘Reins’ a-capellakoor. Er heerst een huiskamerachtige sfeer in de repetitieruimte van het Centrum voor Oude Muziek en Dans, en er wordt volop gepraat en gelachen.

    De repetitie trapt af met een kwartiertje inzingen om de keeltjes te smeren. Daarna begint het echte werk. Regelmatig onderbreekt Rein het gezang met commentaar en tips. Als de noten van een stuk eindelijk goed zitten, klinkt het opgelucht vanaf Reins kant: ‘Mooi, heb ik toch weer even geregeld.’

    Klassiek

    De focus ligt vooral op klassieke muziek. Hoewel Rein het programma zo breed mogelijk probeert te houden, heeft hij wel degelijk favorieten. ‘De motetten van Bach en de Sept Chansons van Poulenc waren echte hoogtepunten. Toch probeer ik altijd te kijken naar stukken die ik nog niet gedaan heb.’

    Af en toe zingt het a-capellakoor ook populaire hitjes, vooral tijdens een van hun ludieke acties. Het nummer Down to the river to pray leende zich bijvoorbeeld goed voor een flashmob tijdens de Nacht van de Kunst en Wetenschap. ‘Het fijne aan de studenten van Bragi is dat ze een enorme gezamenlijke passie voor muziek hebben. Tegelijkertijd wordt er ook veel gefeest en is er ruimte voor gekke dingen. Er kan zoveel meer dan bij een koor met alleen maar oude mensen’, vertelt Rein.

    De dirigent neemt elk concert van zijn koor op. Al vanaf zijn conservatoriumtijd is Rein daarmee bezig. ‘Als je in een koor zingt, vraag je jezelf al snel af hoe het zou klinken als je in het publiek zat. Daarnaast ben ik tijdens repetities vooral bezig met bedenken en aansturen. Bij een concert kan dit niet meer, ik laat dan denk ik veel meer van mezelf zien. Het is daarom voor het koor en voor mijzelf heel leuk om de uitvoering terug te kunnen kijken.’

    Imago

    Maar hoe kijken andere studenten eigenlijk tegen zo’n koor aan? Rein laat vallen dat Bragi wellicht een beetje een suf aanzien heeft. Sebastiaan van Leunen en Janne Posthuma, beiden actief lid bij het koor, zijn het daar wel mee eens. ‘Hoewel meer mensen in Nederland in een koor zingen dan voetballen, heeft het toch een stoffig imago’, zegt Sebastiaan. ‘De meeste mensen vinden het inderdaad een beetje ongewoon. Ik krijg ook vaak de vraag: een koor, met een c of met een k?’ vertelt Janne. Rein vertelt dat er wel veel bewondering is voor het a-capellakoor. ‘Mensen vinden het vaak knap wat we maken met alleen onze stemmen.’

    Ze zijn dan wel een koor met een ‘k’ in plaats van een ‘c’, en ze mogen dan volgens sommigen een stoffig imago hebben, maar ’s woensdags duiken de leden na de repetitie steevast de kroeg in. Op die avonden stapt Rein even uit zijn rol als dirigent en drinkt hij gezellig een biertje mee. ‘Officieel bemoei ik me alleen met wat er binnen de repetitie gebeurt. Maar ik ga met veel plezier mee naar de kroeg.’

    Of Rein direct doorgaat voor zijn 40-jarige jubileum? Hij lacht een beetje en vraagt zich daarna hardop af: ‘Waarom zou ik stoppen? Ik vind het tot nu toe veel te leuk.’