• Iris is eerstejaars... en blind

    ‘Is het licht wel aan?’

    Iris studeert bedrijfskunde. En ja, dat is opmerkelijk, want ze is blind. ‘Ik heb de prullenbak al heel vaak omgegooid.’

    Blind…

    Als je blind bent en toch wilt studeren, biedt de RUG ondersteuning. Sowieso kun je extra gesprekken met de studieadviseurs verwachten, zij hebben ervaring met studenten die een functiebeperking hebben en bieden begeleiding. Zo is het mogelijk dat presentaties worden vertaald naar braille en schoolboeken worden omgezet in gesproken tekst. Het gebruik van een laptop tijdens colleges en tentamens wordt vaak toegestaan.

    Soms doet de RUG nog meer om het makkelijker te maken, zo zijn de hekjes voor de Aletta Jacobshal weggehaald omdat Iris haar blindengeleidenhond er niet doorheen kon.

    De Aletta Jacobshal is helemaal vol bedrijfskundestudenten als hoogleraar Bernard Nijstad een slide laat zien. ‘Ik neem aan dat iedereen hierin een hond herkent?’, zegt hij. ‘Wie ziet die hond niet?’ Eén studente steekt haar hand op. Iris.

    De andere studenten? Die klappen.

    Logisch dat Iris de afbeelding niet ziet, want ze is blind. Maar ze is ook student bedrijfskunde en woont sinds dit studiejaar op kamers. ‘Ja, mijn ouders waren wel extra ongerust toen ik afgelopen zomer naar Groningen verhuisde’, geeft ze toe.

    Iris(18) studeert dankzij haar blindengeleidehond Zion en een braille-leesregel voor de laptop bij de hand. Vanaf haar zesde is ze blind, hoogstwaarschijnlijk door een vorm van de oogziekte FEVR.

    Foto’s aan de muur

    Wie bij haar thuiskomt, merkt nauwelijks dat ze niet kan zien. Foto’s aan de muur, sfeerlampjes in de vensterbank… Hoogstens is de cd-speler wat groot uitgevallen. En er is die hondenmand natuurlijk.

    Als de kamerdeur opengaat, schiet de hond uit zijn mand

    Wel heeft de kamer een eigen keukentje – dat was een van de eisen tijdens de kamerzoektocht. ‘Een gemeenschappelijke keuken zou lastig zijn, want spullen die huisgenoten op een andere plek neerleggen, vind ik nooit meer terug.’ Ook moest de kamer op de begane grond liggen. ‘Traplopen is heel slecht voor Zion.’

    Met haar hand langs de muur loopt ze door de gang van haar studentenhuis. Als de kamerdeur opengaat, schiet de hond uit zijn mand. Met een resoluut ‘Terug in je mand Zion’ dirigeert ze hem weer op zijn plaats.

    Rode kool met braille

    Iris zorgt voor het eten. Uit de voorraadkast haalt ze een potje rode kool met bovenop een etiket met brailletekens. ‘Die plakt mijn moeder erop, want je voelt geen verschil tussen die potjes. Zo weet ik wat het is’, vertelt ze.

    We eten in fases. Eerst de schnitzel, dan aardappelen en pas daarna rode kool

    Ze houdt de waterkoker onder de kraan en voelt met haar vinger hoe vol hij is. Een pratende weegschaal vertelt hoeveel aardappelen inmiddels zijn afgewogen. Het aanrecht blijft opvallend netjes en ze vindt opscheplepel en schilmesje op de tast weer terug. Ze kent de keukenlades feilloos, net als de rest van haar kamer. ‘Ik heb alleen de prullenbak al wel heel vaak omgegooid. Het is zo’n rotklus om dat weer op te ruimen’, moppert ze.

    We eten in fases. Eerst de schnitzel, dan aardappelen en pas daarna rode kool. ‘Dan wordt het niet zo’n rommel op mijn bord’, lacht Iris. Intussen verliest Zion haar geen moment uit het oog. Maar hij krijgt geen hap. ‘Soms valt er iets op de grond, dan is hij me vaak te snel af. Ach, dat gun ik hem dan ook maar.’ Ze onderbreekt haar eigen verhaal en vraagt ineens, onrustig: ‘Is het licht wel aan?’

    Afhankelijk voelen

    Mensen weten vaak niet hoe ze om moeten gaan met mensen die blind zijn, vertelt Iris ‘In veel Nederlandse uitdrukkingen gebruik je “kijken”  of “zien”. Mensen proberen die woorden te vermijden als ze met me praten’, zegt ze. Daarna, serieuzer: ‘Het fijnst is als mensen doen alsof ik niet blind ben. Toch is het ook prettig als klasgenoten mij op weg helpen als ik een lokaal niet kan vinden, maar dan vraag ik er vaak zelf om.’

    ‘Het fijnst is als mensen doen alsof ik niet blind ben’

    Een nieuwe stad is voor iedereen spannend, maar voor Iris was het extra lastig. ‘Ik was de eerste weken vooral bang dat ik lastig nieuwe vrienden zou maken’, vertelt Iris. ‘Ik heb op een gewone middelbare school gezeten en wil graag ‘gewoon’ behandeld worden. Maar terwijl veel studenten elkaar ontmoeten in de kroeg, is dat voor mij niet te doen. Zion kan daar niet naar binnen en ik vind het wel leuk als mensen me een keertje meenemen, maar wil me niet afhankelijk gaan voelen.’

    Thuis-thuis geeft Iris nog wiskundebijles aan een ander blind meisje. ‘Heerlijk vind ik dat. Soms is het wel lastig een grafiek uit te leggen. Ik kan het niet zien, maar zij mij ook niet’, vertelt ze. ‘ Maar toen mijn huisgenoot laatst vertelde dat hij statistiek niet snapte en hetzelfde boek bleek te hebben, kon ik hem wel helpen. Ik op mijn laptop en hij met zijn boek lazen we dezelfde opgave.’

    Onafscheidelijk duo

    Het eerste blok heeft ze alle studiepunten gehaald met cijfers om jaloers van te worden: twee achten en een negen. ‘In plaats van bedrijfskunde was ik liever psychobiologie gaan studeren, maar ik moet ook bedenken wat praktisch haalbaar is. Bij die studie wordt veel uitgelegd met plaatjes, dat is extra lastig. Eenmaal afgestuurd is er in die richting voor blinde mensen ook bijna geen werk.’

    Toch heeft blind zijn één groot pluspunt: Zion. ‘We zijn een onafscheidelijk duo’,zucht Iris terwijl ze haar hoofd zijn kant op draait. Dan staart ze even voor zich uit. ‘Nu nog iemand op twee benen.’