• Schaliegas kost meer dan het oplevert, denkt Rien Herber

    Gas met een luchtje

    Nederland onderzoekt het winnen van schaliegas. Maar mensen zijn bang. Voor het milieu en voor aardbeving. Niet nodig, denkt gasgoeroe Rien Herber. Bovendien kan het niet uit.

    in het kort

    Het bestaan van schaliegas is al sinds de jaren veertig bekend. Het werd echter nooit als winbaar gezien. Tot nu.

    Om het te winnen wordt fracking toegepast: vloeistof wordt onder hoge druk de klei ingepompt, waardoor het gesteente breekt.

    Maar een documentaire uit Amerika zorgde voor veel angst. Onder andere voor het drinkwater.

    Niet nodig, zegt deskundige Rien Herber. De Nederlandse regels zijn veel strenger.

    Ook veroorzaakt fracking geen aardbevingen. Maar je moet wel oppassen dat je geen kettingreactie op gang brengt bij tektonische breuklijnen.

    Ook de sociale gevolgen zijn aanzienlijk, omdat er veel putten moeten worden geslagen.

    Voorlopig wegen voor Nederland de kosten niet op tegen de baten, denkt Herber.

    volledige versie

    Leestijd: 6 min. (1097 wrdn)

    ‘Hadden we vandaag een afspraak?’ Hoogleraar geo-energie aan de Rijksuniversiteit Groningen Rien Herber kijkt verbaasd. Of we de afspraak moeten verzetten zodat hij zich kan voorbereiden? ‘Het artikel gaat toch over schaliegas? Daar kan ik je zo wel het één en ander over vertellen’, zegt hij lachend.

    Er wordt steeds vaker een beroep gedaan op zijn expertise van schaliegas, helemaal nu het zo’n hot topic is geworden. ‘We weten al sinds de eerste boringen in de jaren veertig dat schaliegas bestaat. Maar tot een paar jaar geleden hebben we het eigenlijk nooit als iets winbaars gezien’, verklaart Herber de toegenomen belangstelling.

    Want in tegenstelling tot een conventioneel gasveld, stroomt schaliegas nauwelijks uit zichzelf. Het zit opgesloten in kleine poriën van een kleilaag, vergelijkbaar met de belletjes in een Bros-chocolade reep. Om het gas efficiënt omhoog te halen, moeten de poriën eerst verbonden worden zodat het gas kan stromen. Hiervoor gebruikt men de zogenaamde fracking-techniek: vloeistof wordt onder hoge druk de kleilaag ingepompt waardoor het gesteente breekt. ‘Dan hebben we het over hele kleine haarscheurtjes, niet meer. Zo creëer je kunstmatige doorlaatbaarheid van het kleigesteente en kun je het gas er efficiënt uithalen.’

    Macht van de media

    Het fracken is zeker geen nieuwe techniek en wordt zelfs al in Nederland toegepast. ‘Zandsteen waar het gas minder goed in stroomt, wordt ook al gefrackt. Afgelopen kerst gebeurde dat nog bij twee putten in Friesland.’

    Maar sinds een jaar of tien wordt deze techniek in Noord-Amerika ook succesvol toegepast op schaliegas. Dat lijkt goed nieuws voor Nederland, want onze diepe ondergrond bevat veel kleilagen. Maar niet al het kleigesteente bevat gas: een proefboring is nodig om de aanwezigheid van gas daadwerkelijk vast te stellen. De eerste proefboring in Nederland was gepland in Boxtel in Noord-Brabant, zo’n drie jaar geleden.

    Verder dan het plannen kwam het nog niet. Een documentaire over de schaliegaswinning in Amerika zorgde voor hevige protesten tegen de eerste Nederlandse proefboring. In de documentaire werd namelijk beweerd dat bij de boringen schaliegas het drinkwater in lekte. ‘Een goed voorbeeld van de invloed van de media. Het is een krachtig beeld: iemand die de waterkraan opendraait in de keuken, een aansteker erbij houdt en een steekvlam.’

    De Nederlandse overheid startte een onderzoek waarin de vele aspecten van schaliegaswinning worden onderzocht. Pas eind 2015 worden de resultaten verwacht.

    Regels verscherpt

    Herber vindt dat de protesten zich op het verkeerde probleem richten. ‘Het schaliegas zelf zorgt normaliter niet voor vervuiling van het drinkwater. Dat kan alleen worden veroorzaakt wanneer je de putten op de verkeerde manier boort.’

    Hij wijst op de muur van zijn kantoor. ‘Als ik een gat boor met boortje vijf op mijn Black&Decker in de pleisterlaag van deze muur, dan is het echte gat minstens een zeven. Pas in het beton krijg je een gaatje vijf.’

    Hetzelfde gebeurt bij het boren van een gasput. De ruimte tussen de boorwand en de productiebuis moet dus worden opgevuld, wat gebeurt met cement. Een duur proces. Om geld te besparen wordt de put soms niet over de hele lengte afgedicht, waardoor het gas kan ontsnappen. Dat gebeurde ten tijde van het schieten van de documentaire in Noord-Amerika. Vervuild drinkwater, maar ook een toename van het broeikasgas methaan in de ozonlaag was het gevolg. Sindsdien zijn de regels in Amerika flink verscherpt en wordt er volgens de regels geboord. ‘Hier in Nederland zou iets dergelijks nooit gebeuren vanwege onze regelgeving en het nauwlettend handhaven ervan door Staatstoezicht,’ verzekert Herber.

    ‘Fracken zelf veroorzaakt geen bevingen.’

    Ook het argument dat door fracking het aantal aardbevingen zou toenemen is Herber niet onbekend. Onzin, noemt hij het. ‘Fracken zelf veroorzaakt geen bevingen: de scheurtjes die ontstaan zijn slechts haarscheurtjes. Maar,’ zegt hij er direct achteraan, ‘wat je niet wilt is dat het iets groters ontketent.’

    Fracken in de buurt van actieve tektonische breuken zou het ontladen van grote spanningen en dus aardbevingen kunnen veroorzaken. En laat er nu net zo’n breuk door Zuid-Limburg en het oosten van Noord Brabant lopen. Exacte gegevens van de aardkorst zijn dus nodig voordat men zou kunnen beginnen met proefboren in Boxtel.

    Fracken is veilig

    De fracking-techniek is volgens Herber dus volkomen veilig, mits je uitkijkt waar je boort en je aan de regels houdt. ‘Die regels zijn er niet voor niets. Als je door rood rijdt, moet je niet gek staan te kijken dat je een ongeluk krijgt.’

    Maar er zijn ook nog de sociale gevolgen waar rekening mee gehouden moet worden. Een simpel rekensommetje laat zien waarom. ‘Nederland gebruikt zo’n 40 miljard kuub gas per jaar. Als de gasvelden leeg raken, wordt het winnen van schaliegas pas interessant als je 40 miljard kuub per jaar kan produceren. En dan gaat het naar schatting om zo’n 10.000 schaliegasputten.’

    Schaliegas

    Gas wordt gevormd wanneer organisch materiaal, afkomstig van bijvoorbeeld planten, wordt samengeperst en opgewarmd. Het gas stroomt door de verschillende lagen in de aardkorst omhoog, totdat het niet meer verder kan. Zo wordt een gasveld gevormd, zoals bijvoorbeeld het Groninger-veld. Maar dit proces duurt vele miljoenen jaren.

    Er zijn ook kleilagen, die we schalielagen noemen, waar het gas niet uit kan stromen: het zit opgesloten in de poriën van het gesteente. Dat gas noemen we schaliegas. Het product is dus hetzelfde als het bekende aardgas, alleen de plek waar het in zit is anders dan in een conventioneel gasveld.

    Om het gas te winnen, gebruikt men de zogenaamde fracking-techniek: vloeistof wordt onder hoge druk de kleilaag ingepompt waardoor het gesteente breekt en kunstmatige doorlaatbaarheid wordt gecreëerd.

    En dat heeft zijn effect op het oppervlak. De installatie die de putten boort, staat er maar een paar maanden. Wat er dan achterblijft is een buis uit de grond die het gas naar het netwerk leidt en nog wat regel- en meetapparatuur. En daar dan 10.000 van. Bovendien zijn de putten niet zo’n lang leven beschoren: het gas van een schalieput is na een kleine tien jaar op, terwijl een Groninger-put toch zeker zestig jaar mee gaat.

    ‘Er moeten dus continu nieuwe putten geboord worden. Trucks met grondstoffen rijden af en aan om de boorinstallaties draaiende te houden en ondanks dat er meerdere putten vanaf één locatie kunnen worden geboord, is dat een behoorlijke verstoring voor een dichtbevolkte omgeving als bijvoorbeeld Boxtel.’

    Kosten-baten analyse

    Het besluit om schaliegas te winnen in Nederland moet je volgens Herber dan ook baseren op een maatschappelijke kosten-batenanalyse. Met zijn prognose van slechts 30 miljard kuub aan schaliegas bij Boxtel, nog niet genoeg om Nederland een jaar van gas te voorzien, schat hij die kosten dan ook hoger dan de baten. ‘Je kunt er best geld mee verdienen, zeker met de huidige gasprijzen. Maar de BV Nederland een halve eeuw langer van genoeg gas voorzien, dat zie ik niet gebeuren met schaliegas.’