• mijn studie scoort slecht

    Wat nu?

    Urenlang zat je in de UB te leren voor tentamens en moeilijke essays te schrijven. Ben je eindelijk bij je bachelorscriptie aanbeland, dan melden de landelijke media opeens dat jouw opleiding niet deugt en krijg je te maken met strengere eisen voor je scriptie.
    in het kort

    Drie RUG-opleidingen – IBIO, geschiedenis en godsdienstwetenschap – ontvingen eind 2013 een onvoldoende van de accreditatiecommissie.

    De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) deelde deze onvoldoendes uit omdat een aantal scripties volgens het toetsingsorgaan onterecht was beloond met een voldoende.

    Nadat de NVAO het nieuws bekendmaakte, stak er een mediastorm op.

    De opleidingen en de NVAO verschilden van mening over het belang van de scriptie.

    Studenten zijn niet bang dat de slechte publiciteit voor hun opleiding invloed zal hebben op hun toekomst.

    Bedrijven als DUO, KPN en Groningen Seaports kijken nauwelijks naar de reputatie van een opleiding. De individuele sollicitatie telt.

    De beoordeling heeft geen invloed gehad op het aantal nieuwe inschrijvingen.

    volledige versie

    Leestijd: 10 min. (1510 woorden)

    Het overkwam studenten geschiedenis, internationale betrekkingen & internationale organisatie (IBIO) en godsdienstwetenschap. De reden? De opleidingen kregen een negatieve beoordeling van de accreditatiecommissie.

    Eline de Zeeuw, een 22-jarige studente die vorig jaar haar bachelor geschiedenis afrondde, hoorde via Whatsapp over de beoordeling. ‘Best wel frustrerend, aangezien ik op dat moment zelf bezig was met mijn scriptie.’ De gevolgen waren voor haar direct merkbaar: net als bij vele anderen werd ook haar scriptie niet in één keer goedgekeurd.

    ‘Door mijn eerste begeleider werd ook heel duidelijk toegegeven dat dit kwam door de negatieve beoordeling van de opleiding’, vervolgt De Zeeuw. ‘Ze heeft letterlijk gezegd: ‘als dat niet het geval was geweest, had je het sowieso in één keer gehaald’.’ Hayo Raaphorst, IBIO-student die na zijn bachelor nu wat mastervakken volgt, herkent dit. ‘Een docent van de afdeling gaf toe dat wij als cohort net de klos waren doordat het rapport nu zo centraal stond in de media.’

    Onvoldoende

    Wat was er aan de hand? De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) had onvoldoendes uitgedeeld aan de bacheloropleidingen IBIO, geschiedenis en godsdienstwetenschap. Ook de master geschiedenis kreeg geen voldoende. De beoordelingscommissie baseerde zich op scripties die ten onrechte een voldoende hadden gekregen. Maar alleen al bij geschiedenis ging het bijvoorbeeld om minder dan tien van de 200 scripties.

    ‘We zijn niet in polonaise door de gang gegaan toen we het hoorden’, zegt Herman Hoen, hoofd van het IBIO-departement. Mineke Bosch, hoogleraar geschiedenis en voorzitter van het afdelingsbestuur, drukt zich sterker uit. ‘De beoordeling was een enorme schok, we hadden het niet verwacht. Onze docenten zijn goed en werken keihard.’

    Onmiddellijk nadat de NVAO het nieuws in juni vorig jaar bekendmaakte, stak er een mediastorm op. Er werd gesproken over honderden studenten die onterecht hun bul zouden hebben gekregen. Dit terwijl het in het geval van de RUG dus alleen om scripties ging en er allang een herstelplan was geschreven door de betreffende opleidingen. Zo stelden geschiedenis en IBIO een tweede corrector voor scripties aan. Bij godsdienstwetenschap was dit al de gebruikelijke procedure. Ook werden bij geschiedenis scriptie-intervisiecolleges opgezet.

    Kaken op elkaar

    ‘De resultaten waren allang aan ons gemeld, maar we moesten de kaken op elkaar houden totdat het officieel bekend werd gemaakt’, vertelt Hoen. Daarna heeft het departement meteen alle studenten ingelicht.

    ‘De beoordeling was een enorme schok’

    Om even een tijdlijn te schetsen: IBIO en geschiedenis kregen op 25 en 26 maart 2013 een bezoekje van de commissie die aan de NVAO rapporteerde. Eind 2013 kregen deze opleidingen te horen dat ze een onvoldoende zouden krijgen. Voor godsdienstwetenschap vond het bezoek op 17 en 18 april  2013 plaats en verscheen het rapport op 29 november dat jaar. In april en mei 2014 dienden de opleidingen het herstelplan in. Dat werd goedgekeurd.

    IJda van den Hout, woordvoerster van de NVAO, legt uit waarom het allemaal zo lang duurde. ‘Vroeger werden alle opleidingen achter elkaar beoordeeld. Nu gebeurt dat in clusters, zodat men kan vergelijken.’ Het officiële rapport kan echter pas naar buiten worden gebracht als elke opleiding is bezocht. ‘Het is raar als we zouden zeggen: ‘hier zijn tien onvoldoendes, maar er komen er nog zestien aan’. We wilden de besluitvorming afronden.’

    Geen consensus

    Maar waar is het nou eigenlijk misgegaan? Volgens Mirjam de Baar, vice-decaan van de faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap, verschilden de opleidingen en de NVAO van mening over het belang van de scriptie. ‘Ons programma bestaat uit 180 ECTS, waarvan er in eerste instantie vijf aan de scriptie werden besteed. De accreditatiecommissie ziet dit echter als het eindwerk van een opleiding, terwijl er geen landelijke consensus is over wat het niveau van zo’n scriptie moet zijn. Ze geven ‘m een status die het binnen onze opleiding niet had.’ Inmiddels is de scriptie binnen godsdienstwetenschap tien ECTS.

    ‘Ik betwijfel of mensen buiten Groningen over de beoordeling hebben gehoord’

    De meeste studenten zijn niet bang dat de slechte publiciteit voor hun opleiding invloed zal hebben op hun toekomst. Rixt Zuidema, een 24-jarige masterstudente geschiedenis die eerder de geschiedenisbachelor afrondde, vindt het jammer dat de opleiding in een slecht daglicht is komen te staan. ‘Maar je hebt het natuurlijk vaker gehoord over andere opleidingen’, relativeert ze. ‘Het ebt wel weg, vooral ook omdat het alleen om de scripties ging en niet om de opleiding in z’n geheel.’

    Ook Koos Tervooren, die vorig jaar zijn bachelor geschiedenis haalde, heeft alle vertrouwen in zijn diploma. ‘Het imago van de opleiding heeft vast een lichte deuk opgelopen, maar ik denk dat geschiedenis nog steeds bekendstaat als een studie waar studenten op hoog niveau academische vaardigheden opdoen.’ Ruerd Haringsma, een masterstudent IBIO die momenteel stageloopt in Bratislava, betwijfelt of mensen buiten Groningen over de slechte beoordelingen hebben gehoord. ‘Bij mijn stagesollicitatie kwam het in ieder geval niet ter sprake.’

    Doorslag

    Een rondgang langs verschillende bedrijven bevestigt dat de studenten zich geen zorgen hoeven te maken. Tom de Crom, graduate recruiter bij KPN, kan er kort over zijn: nee, bij KPN kijken ze niet naar de reputatie van de opleiding van sollicitanten. Elmer Schaap, graduate recruitment manager bij Shell, vertelt een vergelijkbaar verhaal. ‘De kwaliteit van de individuele student, zichtbaar in diens CV en motivatie, geeft de doorslag. We zijn niet actief bezig met het monitoren van beoordelingen van de NVAO.’

    Ook DUO en Royal HaskoningDHV vinden de individuele sollicitatie en de CV van de kandidaat het belangrijkst. ‘Als een opleiding echt slecht bekendstaat, dan zal dat alleen een rol spelen als we zelf om stagiaires verzoeken. Maar ik heb niet het idee dat we bepaalde hogescholen of universiteiten als niet goed kwalificerende instituten ervaren’, zegt Marianne van de Ven, directeur human resource management bij Royal HaskoningDHV.

    ‘De kwaliteit van de individuele student telt’

    Groningen Seaports houdt wel rekening met de beoordelingen en reputaties van opleidingen. ‘Voor een kandidaat van een slecht bekendstaande opleiding loop je minder warm dan voor een kandidaat van een gerenommeerde opleiding. Maar we monitoren dit niet actief, de individuele sollicitatie is het belangrijkste’, aldus Monique Quanjel, HR-adviseur.

    Het in Groningen gevestigde Talent & Career Center, dat zich richt op de begeleiding van jonge hogeropgeleiden, herkent dit beeld. ‘Uit ervaring weet ik dat grotere organisaties wel betere of minder goede ervaringen hebben met bepaalde universiteiten. Als een opleiding heel negatief in het nieuws is geweest, valt dat uiteraard wel op. Nog steeds zal een kandidaat dan wel uitgenodigd kunnen worden, maar hij of zij zal wellicht een extra goede indruk moeten achterlaten’, zegt manager projecten Elise de Bruin.

    Communicatie

    De studenten hebben nog wel één verbeterpuntje. Raaphorst vindt dat de opleiding en de faculteit wat pro-actiever hadden kunnen communiceren. ‘Nu kwam die communicatie redelijk traag op gang.’ Nina Knol beaamt dat. Ze haalde eerst haar bachelor IBIO in Groningen en vertrok vervolgens naar Maastricht om daar de master European studies te volgen, die ook een slechte beoordeling kreeg.

    ‘Van Maastricht kreeg ik bericht voordat het rapport in het nieuws kwam, met in een e-mail een overzicht van alle maatregelen die ze hadden getroffen. Van Groningen kreeg ik een e-mail nadat het in het nieuws was geweest. Ik denk dat de RUG er goed aan had gedaan de studenten voor die tijd op de hoogte te stellen’, vertelt ze.

    De beoordeling heeft in ieder geval geen invloed gehad op het aantal nieuwe inschrijvingen voor IBIO. ‘Er was meer dan voldoende aanwas’, vertelt Hoen. Bij geschiedenis kwamen er wel minder aanmeldingen binnen, maar dat is volgens Bosch een trend die vorig jaar bij alle geschiedenisopleidingen in Nederland zichtbaar was. Ook bij godsdienstwetenschap kwamen er minder aanmeldingen binnen. ‘Maar er is geen duidelijk verband met de beoordeling’, aldus De Baar. ‘We proberen ons nu gewoon bezig te houden met waar het om gaat: de inhoud, studenten inspireren en dingen leren’, aldus Bosch.

    Hoe zat het ook alweer?

    In juni 2014 verscheen het rapport van de NVAO waarin stond dat 26 opleidingen in de sector geesteswetenschappen een onvoldoende hadden gekregen. Of, om het in NVAO-termen te houden: ‘de opleiding voldoet niet aan de gangbare basiskwaliteit en vertoont op meerdere vlakken ernstige tekortkomingen’.

    De onvoldoende hield echter niet in dat de opleidingen gelijk opgedoekt konden worden. Ze kregen een voorlopige accreditatie met een herstelperiode van twee jaar en moesten een herstelplan indienen. Normaal gesproken wordt een opleiding voor zes jaar geaccrediteerd. Na de zomer worden de opleidingen opnieuw bezocht om te kijken of ze ditmaal wel aan de criteria voldoen.

    Een accreditatie geeft universiteiten het recht wettelijk erkende diploma’s af te geven en is nodig om studiefinanciering te kunnen toekennen aan studenten, legt IJda van den Hout van de NVAO uit. Een door de universiteit zelf samengestelde en door de NVAO goedgekeurde commissie bezoekt de opleiding minimaal een dag. Opleidingen worden beoordeeld op basis van drie criteria, die standaarden worden genoemd. Een onvoldoende op standaard 3, toetsing en beoogde eindkwalificaties (de scripties dus) betekent een onvoldoende voor de hele opleiding. Een onvoldoende op standaard 2, de leerlijn, betekent geen onvoldoende voor de hele opleiding.