• RUG opent universiteit in Azië

    Een Chinese kopie

    De RUG begint een zustercampus in China, misschien zelfs al volgend jaar. In samenwerking met de Chinese landbouwuniversiteit hoopt de RUG uiteindelijk 10 duizend studenten te onderwijzen op een campus die al ruim tien jaar ligt te wachten op actie.

    in het kort

    Al vanaf 2016 kunnen studenten proberen een RUG-bul in de wacht te slepen op de gezamenlijke campus met de Chinese landbouwuniversiteit in Yantai.

    Yantai is een stad in het noorden van China, met een bevolking van 1,8 miljoen mensen.

    Er bestaat al een campus met ruimte voor 10 duizend studenten, maar deze wordt al ruim tien jaar lang slechts mondjesmaat gebruikt.

    Dat komt doordat zustercampussen van Chinese universiteiten niet meer toegestaan waren, toen de bouw voltooid werd.

    In 2013 wilde University College Dublin een partnerschap aangaan met de CLU, maar ook dat plan viel in het water.

    In China worden studenten in het eerste jaar op de universiteit voorbereid op de overgang van het voortgezet naar het wetenschappelijk onderwijs. Nederlandse studenten kunnen dit voorbereidende jaar overslaan.

    De zustercampus wordt volledig gefinancierd met Chinees geld en de RUG zal nooit huur hoeven te betalen.

     

    volledige versie

    Leestijd: 15 min. (3190 woorden)

    De campus bevindt zich in Yantai, een stad die voor Chinese standaarden aan de bescheiden kant is; met 1,8 miljoen inwoners is de bevolking alsnog negen keer zo groot als die van Groningen. De campus is al gebouwd, inclusief een gigantisch, sprookjesachtig academiegebouw.

    ‘We reden erheen met de bus, en het gebouw werd alsmaar groter. En vervolgens liepen we naar het gebouw toe, en werd het nog steeds alsmaar groter’, herinnert de RUG-voorzitter, Sibrand Poppema, zich. Het gebouw telt twintig verdiepingen en is 750 meter lang. Er passen 100 klaslokalen en tegen de 16 duizend studenten in. Het bouwwerk vormt het middelpunt van een campus van 110 hectare in de wijk Laishan, op één kilometer afstand van de Bohaizee en ingeklemd tussen clusters van technologiebedrijven en wolkenkrabbers.

    De campus is grofweg net zo groot als het hele Zernike-complex. Er is ook ruimte voor een bibliotheek: de fundamenten zijn al gelegd. De bieb wordt ongeveer net zo groot als de Linnaeusborg. ‘Met volop plek om te studeren’, grapt Poppema.

    Sportvoorzieningen zijn er al, maar volgens Poppema moeten die nog wel worden aangepast naar internationale standaarden. Een aantal slanke woontorens biedt ruimte aan 10 duizend studenten. De flats lijken op batterijen die staan te wachten om opgeladen te worden.

    Te mooi om waar te zijn

    Poppema geeft toe dat het allemaal te mooi leek om waar te zijn. ‘Daarom gingen we er zelf een kijkje nemen. Het grappige is dat alles beter was dan ik had verwacht.’ Hij beschrijft de gelegenheid met woorden als ‘toevallig’ en ‘gelukkig’: ‘De trein kwam voorbij, stopte even en we konden instappen.’

    Het bleek een kogeltrein te zijn: Poppema kreeg zes weken geleden een telefoontje en nu is het officieel. ‘We willen een kleinere kopie maken van de RUG.’

    Vanavond tekent Poppema namens de RUG een overeenkomst met twee andere partijen: de stad Yantai en de Chinese landbouwuniversiteit (CLU). De plechtigheid is onderdeel van een handelsmissie van premier Mark Rutte en een team van Nederlandse zakenvertegenwoordigers in China. In april komt een delegatie van de stad Yantai en de CLU naar Groningen om te zien wat de RUG te bieden heeft.

    Overheids- en universiteitslieden uit beide landen zijn blijkbaar volop op de hoogte van de plannen en tonen zich in hun nopjes. De Chinese en Nederlandse onderwijsministers delen hun enthousiasme over de samenwerking, en Poppema zegt dat hij al twee keer heeft gesproken met de decanen van alle RUG-faculteiten en de universiteitsraad: een keer vóór de reis van eind februari en nog een keer na terugkomst. Het doel lijkt ditmaal om de rest van de universiteit zo vroeg mogelijk in de plannen te betrekken.

    Kansen

    Die plannen ontstonden nog geen zes weken geleden. Poppema werd gebeld door een collega-bestuurder uit Engeland, die suggereerde dat het voor de RUG wel eens de moeite waard zou kunnen zijn om een samenwerkingsverband aan te gaan met de Chinese landbouwuniversiteit. Op 27 februari liepen Poppema en een RUG-delegatie (Jasper Knoester, Tjalling Halbertsma en Wang Li Zheng, een CLU-alumnus die voor de Energy Academy werkt) rond over de campus in Yantai.

    De positie van Yantai in China

    In China geldt Yantai als een stad uit de derde klasse. Die klassering is gebaseerd op de omvang, het BNP en de infrastructuur van de stad . Steden van de eerste klasse, zoals Peking en Shanghai, zijn het grootst. Steden van de tweede klasse zijn doorgaans provinciehoofdsteden. De classificaties zijn echter vrij rekbaar: de economie van Yantai is bijvoorbeeld groter dan die van Jinan, de hoofdstad van de provincie Shandong.

    Zoals veel andere steden van de derde klasse ligt Yantai aan de kust en kent de stad veel leegstaande woningen – er is zo’n 7,9 miljoen vierkante meter aan onverkochte woonruimte . Maar plannen om de stad voor omliggende steden beter bereikbaar te maken met de trein, moeten meer mensen naar Yantai lokken. En in 2016 moet er een begin worden gemaakt met de bouw van ’s werelds langste onderwatertunnel onder de Straat van Bohai. De tunnel moet Yantai met Dailan verbinden en zou tweemaal zo lang worden als de Kanaaltunnel tussen Engeland en Frankrijk. Ook wordt er een kunstmatig eiland aangelegd in de Straat van Bohai: hier moet later de grootste luchthaven van heel Azië verrijzen .

    De CLU heeft twee campussen in Peking met in totaal 20 duizend studenten en een jaarlijks onderzoeksbudget van zo’n 140 miljoen euro. De universiteit concentreert zich vooral op de zogeheten bètafaculteiten, met de nadruk op wetenschap en bouwkunde. De RUG krijgt de taak om de grotendeels lege en ongebruikte voorzieningen in Yantai te vullen: op dit moment zijn er maar zo’n 900 studenten actief.

    Dat is niet zonder reden. De CLU heeft de afgelopen jaren twee kansen gehad, die uiteindelijk afketsten. In 2003 begon de landbouwuniversiteit met de ontwikkeling van een derde campus in de provincie Shandong. Er werd land opgekocht en de stad Yantai investeerde in gebouwen. Maar toen alles gereed was en het tijd werd om studenten aan te trekken, had het Ministerie van Onderwijs de regels aangepast: universiteiten mochten geen campussen in andere provincies meer hebben.

    De tweede tegenvaller, die voor de RUG een meevaller zou blijken, vond plaats in januari 2014. De CLU stond op het punt om samen met University College Dublin een campus op te richten. In december 2013 legden de partijen hun plannen vast in een contract. Eén maand later stelde de Ierse universiteit een nieuwe bestuursvoorzitter aan. Deze ‘had andere prioriteiten’, aldus Poppema, met een andere universiteit in China. Het mocht niet zo zijn.

    Samenwerking

    Nu stapt Groningen in de ring. Mogelijk kunnen studenten al in 2016 de eerste Gronings-Yantaise colleges volgen op de nieuwe campus. Dat lijkt misschien snel, maar in China is het eerste universitaire jaar een voorbereidingsperiode, waarin studenten de stap kunnen maken van het voortgezet onderwijs naar de universiteit. Dat jaar, waarin ze een cursus Engels volgen en wiskunde, scheikunde, natuurkunde ‘en een beetje Marxisme’ studeren, zal de CLU grotendeels voor haar rekening nemen.

    ‘We zullen wel meedoen aan de cursussen Engels in het eerste jaar, maar het is ook verstandig om op hen te vertrouwen, het is immers een samenwerkingsverband. We doen het samen, maar het zijn onze programma’s’, zegt Poppema. Nederlandse studenten worden vrijgesteld van de vakken uit het eerste jaar, maar sommige niet-Chinese studenten zullen ze wel moeten volgen. ‘Dat hangt af van het thuisland van de student,’ aldus Poppema. ‘We hebben in Nederland een lijst met landen waar het niveau van het voortgezet onderwijs en de Engelse taalbeheersing voldoende is voor toelating.’

    Afgezien van de bijdrage aan de Engelse lessen, wordt de rest van het eerste studiejaar verzorgd door de CLU. In het tweede jaar biedt de RUG colleges aan met curricula die al in Groningen zijn ontwikkeld. Er is uiteindelijk zo’n 600 man aan lesgevend personeel nodig om de colleges te verzorgen.

    ‘Internationaler’

    ‘Ik hoop straks per onderwijsprogramma twee mensen in Groningen te hebben, naast nog wat extra mensen die er eens in de zoveel tijd naartoe gaan voor tijdelijke onderwijssessies en om toezicht te houden over onderzoeksgroepen. We zullen mensen uit Nederland en andere landen moeten werven om daar aan de slag te gaan. En dat zal geweldige kansen opleveren voor postdocs die op zoek zijn naar een academische carrière’, zegt Poppema.

    ‘We doen het samen, maar het zijn onze programma’s’

    Het grootste verschil tussen bestaande zustercampussen en de plannen van de RUG, is het voornemen om voornamelijk met internationale docenten te werken, in plaats van het personeelsbestand te vullen met Chinese leraren. ‘De nieuwe medewerkers kunnen Nederlanders zijn, Europeanen, Amerikanen of terugkerende Chinezen, maar niet alleen maar Chinezen.’

    Volgens Poppema zal de Chinese RUG-campus het meest weghebben van de Universiteit van Nottingham Ningbo en de Xi’an Jiaotong-Liverpool Universiteit  , twee van de grootste zustercampussen in China. ‘Maar wat ik bij ‘Nottingham’ en ‘Liverpool’ heb gezien, is dat een heel groot deel van hun personeel bestaat uit terugkerende Chinezen, terwijl wij internationaler willen zijn.’

    De Universiteit van Nottingham Ningbo opende zijn deuren in 2005 en telt op dit moment 6341 studenten. Ze beschikt over een campus van 59 hectare en heeft een positieve balans. De Xi’an Jiaotong-Liverpool Universiteit – die in 2006 van start ging, 7060 studenten telt en een kleinere campus van 40 hectare heeft – zit ook in de zwarte cijfers.

    Volgens Poppema is dat te danken aan het feit dat het collegegeld voor zusterafdelingen rond de 12 duizend euro schommelt. Dat is een behoorlijk hoog bedrag, maar bij andere zustercampussen krijgen Chinese studenten een aanzienlijke subsidie van de overheid om de kosten dichter bij de middellijn te brengen. Die ligt tussen de 2000 en 4000 euro per jaar  . De campus in Yantai zal een bijdrage vragen die iets lager ligt dan bij andere zustercampussen, terwijl deze ruwweg twee keer zo groot is als de Britse campussen in China.

    Een ander verschil in de benadering van de RUG is een sterkere focus op masters en PhD’s, in plaats van vooral op bachelorstudies, zoals ‘Nottingham’ en ‘Liverpool’ dat tot nu toe doen. Het plan is om uiteindelijk 10 duizend studenten aan te trekken: 7500 bachelors, 2000 masters en 500 PhD’s.

    Onderschriften: De aankomst van RUG-voorzitter Poppema wordt op een bioscoopscherm geprojecteerd; de ligging van de campus, omringd door wolkenkrabbers; de kantine, die al bijna tien jaar nauwelijks gebruikt wordt. 

    Opleidingsverschillen

    Omdat de CLU behoort tot de beste 10 procent van alle Chinese universiteiten, aldus Poppema, zal de Groningse campus in Yantai studenten kunnen werven onder de beste leerlingen in China. Maar het is nogal een understatement om te zeggen dat de onderwijsstandaarden in China verschillen van die in Nederland.

    Het Chinese onderwijssysteem is nog steeds vooral gebaseerd op stampen: dingen uit je hoofd leren, lessen opzeggen en examens doen. Poppema stelt dat er in China een verlangen bestaat om een stapje verder te gaan en les te geven op een meer westerse manier, om zo studenten in staat te stellen met de geleerde stof te werken. De Chinese vice-minister van Onderwijs, Hao Ping  , wil dit graag mogelijk maken in Yantai, aldus Poppema. ‘Hij heeft aangegeven dat dit sneller dan ooit geregeld kan worden.’

    Anders dan in Nederland is er in China geen tekort aan potentiële studenten en dat zal in de komende jaren ook niet veranderen. In 2012 waren er 293 miljoen Chinezen in de leeftijd van 5 tot en met 18 jaar. Het aantal nieuwe aanmeldingen bij universiteiten is gegroeid van een miljoen studenten in 1998 naar zo’n 7 miljoen in 2012. En er heerst een stevige concurrentie tussen kandidaten om een plaatsje op de beste universiteiten te bemachtigen.

    ‘Het kan ongekend snel’

    Door de eenkindpolitiek is het voor ouders essentieel om te investeren in een goede toekomst voor hun enige kind. Middelbare scholen wijden het laatste jaar aan lessen die volledig gericht zijn op de gaokao, de toelatingsexamens van de nationale universiteit . Tienduizenden studenten en hun gezinnen, voornamelijk afkomstig uit de landelijke gebieden in China, verhuizen naar Maotanchang om naar een school te gaan waar ze worden voorbereid op het examen. Jarenlang zitten ze van 6 uur ’s ochtends tot 10 uur ’s avonds te blokken, in de hoop toegelaten te worden tot de universiteit. Aan het einde van de rit zijn ze duizenden yuan armer. Studenten uit stedelijke gebieden, die vaak uit een rijkere familie komen, proberen hun kansen te vergroten door jaren achtereen dure privélessen te volgen.

    Gezinnen die het kunnen betalen, sturen hun zoon of dochter naar universiteiten in het buitenland, ook als dat betekent dat ze hun enige kind vele jaren moeten missen. Door een Europese afdeling op te zetten in noord-China, kunnen studenten misschien het beste uit beide werelden combineren: ‘Er is een groep die wel een internationale opleiding wil volgen, maar daarvoor niet uit China weg wil’, zegt Poppema.

    Samenwerkende universiteiten

    De allerbeste scholen van China zijn 39 instituten uit het zogeheten Project 985  . De Chinese landbouwuniversiteit is er een van. Deze scholen krijgen meer geld voor het organiseren van conferenties, om gewilde faculteitsmedewerkers aan te trekken, onderzoeksfaciliteiten te ontwikkelen en hun eigen personeel naar het buitenland te sturen.

    In het kader van deze steun voor netwerkinspanningen, heeft het Chinese Ministerie van Onderwijs in 2003 een systeem voor ‘samenwerkende universiteiten’ in het leven geroepen. Het is aan het ministerie om alle gezamenlijke institutionele ondernemingen, waaronder zustercampussen, een vergunning te verlenen. De overheid is kieskeurig in zijn selectie van universiteiten waarmee een partnerschap wordt aangegaan: de RUG in Yantai wordt een van de tien zustercampussen van een toonaangevend buitenlands instituut in samenwerking met een Chinese topuniversiteit.

    Het ‘samenwerkende universiteiten’-beleid schrijft voor dat de bestuursvoorzitter van de universiteit de Chinese nationaliteit heeft en dat de rector magnificus afkomstig is van de buitenlandse universiteit. ‘Het geld en de relaties met de overheid zijn de verantwoordelijkheid van de Chinese bestuursvoorzitter. De rector magnificus is verantwoordelijk voor het academische programma.’

    Fijnere plek

    Een expert aan het woord

    Hoewel de campus in Yantai ruimte heeft voor 10 duizend studenten, lijkt dat aantal eerder een verlangen dan een realistische doelstelling. Althans, voor de eerste tien jaar, stelt Kevin Kinser. ‘Bij dit soort zustercampussen horen we zulke getallen wel vaker, maar het is zeer, zeer, zeer, zeer, zeer – hoeveel ‘zeers’ passen er in deze zin? – zeldzaam dat een zustercampus 10 duizend studenten heeft.’

    Kinser is hoogleraar aan de School of Education van de Staatsuniversiteit van New York in Albany. Hij is ook medeoprichter van het Cross-Border Education Research Team, een groep die in 2010 werd opgericht en internationale onderwijs- en onderzoeksactiviteiten bestudeert.

    Waarom hebben internationale zustercampussen zo’n moeite om alle studiebanken te vullen? Volgens Kinser beschouwen studenten deze campussen niet als het echte werk: ‘Het echte werk is dat je daadwerkelijk naar het buitenland gaat.’

    Toch zijn er aardig wat aspecten aan de samenwerking tussen de CLU en de RUG die Kinser behoorlijk uniek vindt klinken: ‘Ik ken niet veel andere plekken met een bestaande campus die mensen al tien jaar proberen te vullen, maar waarbij ze dat nu pas lukt.’ Het is ook bijzonder dat de voorzieningen permanent mogen worden gebruikt, zonder dat er huur voor wordt gerekend, maar Kinser vermoedt dat dat toe te schrijven is aan het feit dat de campus al zo lang onderbezet is.

    Hij zegt dat het ongebruikelijk zou zijn als het Chinese Ministerie van Onderwijs vooraf geen goedkeuring hoeft te verlenen aan het opleidingsprogramma. ‘China is erg gesteld op wat het haar ‘educatieve soevereiniteit’ noemt. Het huidige beleid vereist een zekere vorm van Chinese identiteit aan elk instituut dat zich in het land vestigt, dus het zou me verbazen als het curriculum niet gereguleerd wordt door het ministerie aldaar.’

    ‘Onder de huidige premier is China steeds voorzichtiger geworden met de soorten vrijheid die het land biedt’, vervolgt Kinser. ‘Er is geen politieke vrijheid, maar wel academische vrijheid, zolang je maar alleen over academische onderwerpen praat.’

    Het feit dat Groningen van plan is om voornamelijk met internationale docenten te werken, wordt in China waarschijnlijk als een voordeel gezien. Maar het kan ook een uitdaging blijken: ‘Het kan moeilijk zijn om voldoende medewerkers met de juiste kwalificaties te vinden voor detachering of een tijdelijke aanstelling. Veel van dit soort zaken staan of vallen met de bereidheid van personeel om één semester of zelfs maar een paar weekenden over te komen om colleges te geven.’

    Kinser verwacht dat de extra opbrengsten van de zustercampus in China gebruikt zullen worden om de campus verder te ontwikkelen en niet voor ‘thuis’. ‘Het is geen dochteronderneming in de zin dat je een beetje heen en weer kunt schuiven met geld. Het is geen kindje van de buitenlandse universiteit.’

    Zoals Poppema het beschrijft, klinkt Yantai als een fijnere plek om te vertoeven dan Groningen. Het klimaat van de kuststad is min of meer hetzelfde, maar het regent er iets minder vaak. In tegenstelling tot grotere steden in China heeft Yantai geen last van smog  . Het ligt in de traditionele Chinese wijnstreek. Vreemd genoeg doet de skyline hier en daar Europees aan – de rode torenspitsen en witte gevels zou je eerder aan de Rijnoevers verwachten dan langs de kust van de Bohaizee. Net als de rest van het schiereiland Shandong stond Yantai rond het begin van de 20e eeuw, voor de Eerste Wereldoorlog uitbrak, enkele decennia onder Duits bewind.

    Hoewel de gebouwen er zijn opgetrokken volgens eeuwenoude architectuur, zijn de meeste slechts vijf jaar oud: als een gebouw zijn beste tijd heeft gehad, is het in China gebruikelijker om het gewoon te slopen en iets nieuws te bouwen, dan het te renoveren  . Onder invloed van de RUG zal er voor de campus in Yantai een duurzamere benadering worden gekozen, zegt Poppema.

    Het zal vast geen toeval zijn dat de campus zich pal tussen allerlei aantrekkelijke werkgevers in spe in bevindt. Het industriepark Yantai Hi-Tech  , het Yantai Software Park, het Yantai Pilot Park for Service Outsourcing en Yantai Animation Base bieden ruimte aan vele technologiebedrijven, zoals IBM  , LG, Fuji en Hyundai  . Bij ontwikkeling hoort ook productie, en op ongeveer een uurtje reizen vanaf de campus ligt een handvol productiefabrieken van Foxconn  .

    De plannen van de CLU voorzien ook in directe samenwerking met bedrijven. ‘Friesland Campina heeft al een zuivelcentrum in Peking, samen met de Chinese landbouwuniversiteit en Wageningen  , en daar zullen we ook aan meewerken.’

    Goede bedoelingen

    Tijdens het bezoek in februari hielden de vertegenwoordigers van de CLU en Yantai vol dat ze vertrouwen hadden in de goede bedoelingen van de RUG. ‘Maar als je al twee keer de deksel op je neus hebt gekregen, ben je de derde keer wel erg voorzichtig’, zegt Poppema.

    ‘Ons verhaal luidde: wij willen een universiteit als die in Groningen en dit zijn onze diploma’s. We willen dat er intensief aan onderzoek wordt gedaan, we willen bachelors, masters en PhD’s, en we hoeven geen winst te maken. Alle winst die we in Yantai maken, wordt in onderzoek gestoken.’

    Maar volgens de Nederlandse wet moeten alle studenten ook een jaar in Groningen doorbrengen. In dat jaar betalen ze het collegegeldtarief voor buitenlandse studenten. Volgens Poppema kunnen die inkomsten worden uitgegeven aan het aantrekken van extra personeel in Groningen. Met zo’n 1500 extra studenten die collegegeld betalen, kan de RUG 15 miljoen euro per jaar extra verdienen.

    Chinezen weigeren termen als ‘budget’ of ‘investering’ in de mond te nemen, maar dat betekent absoluut niet dat er niet genoeg geld beschikbaar zou zijn: in een persbericht over de ongerealiseerde plannen met University College Dublin werd gesproken van ‘een investering die zijn weerga niet kent’.

    ‘We lossen een probleem op voor ze’
    De CLU lijkt bereid om nu met de RUG nog een stapje verder te gaan. Haar belofte: ‘We zullen meer doen en nog sneller ook.’ Poppema laat weten dat het niet om een blanco cheque gaat, maar dat het er goed uitziet. ‘Wij specificeren wat we nodig hebben, dus ze horen liever geen bedrag. Zij zeggen: ‘Wij doen wat nodig is.’’

    Enige manier

    ‘Zij zien het zo: wij lossen een probleem voor ze op. Dit wordt optimistisch best use genoemd, maar misschien is het wel de enige manier waarop dit kan.’ De RUG moet het curriculum en ten minste een deel van het personeel leveren, en de CLU doet blijkbaar de rest.

    Poppema ziet de dependance ook als een geschikte proeftuin voor projecten als de International Classroom en Learning Communities. ‘Alles wat je hier wilt doen en veranderen, kun je daar vanaf dag één doen.’

    Momenteel eist het Nederlandse Ministerie van Onderwijs dat studenten van zustercampussen minstens één jaar colleges volgen in Nederland. Dat kan nog veranderen, maar Poppema ziet die studenten maar wat graag naar Groningen komen. Dat zou de stad rond 2019 nog eens zo’n 1500 extra internationale studenten kunnen opleveren, wat betekent dat het Housing Office hopelijk nog enige tijd heeft om voldoende woonruimte te regelen. Het zou ook 1500 lege bedden in Yantai opleveren, waardoor er ruimte ontstaat voor RUG- en andere studenten om er op uitwisseling te gaan.

    Miniatuur van Groningen

    De eerste vijf jaar neemt de stad Yantai de kosten voor haar rekening en tijdens die periode zal de universiteit vrijwel zeker verlies draaien. Maar Poppema toonde zich bij de onderhandelingen onvermurwbaar over de huurkosten. Daar wil hij de RUG niet voor laten opdraaien: ‘Nu niet, nooit niet. Ik wil mijn opvolgers over tien jaar niet opzadelen met een huurstrop.’

    Poppema gelooft niet dat de RUG zijn curriculum ter goedkeuring hoeft aan te bieden bij het Chinese Ministerie van Onderwijs. ‘De komende weken zullen we bespreken welke maatregelen er moeten worden genomen om erkend te worden door de Chinese onderwijsautoriteiten.’ Het curriculum zal bestaan uit een selectie uit de Engelstalige RUG-programma’s. De Nederlandse NVAO zal deze uiteindelijk zelf moeten controleren door een bezoekje aan Yantai te brengen.

    Het is afwachten of Yantai, of zelfs maar de wijk Laishan, daadwerkelijk zal uitgroeien tot een miniatuur van Groningen, compleet met een bloeiende studentengemeenschap en een lokale economie die drijft op de aanwezigheid van de universiteit. Het feit dat de campus gelegen is in een provincie met 97 miljoen mensen, die het tot nu toe zonder topuniversiteit hebben moeten stellen, lijkt veelbelovend. Maar hoe spectaculair de kans ook mag lijken, Poppema blijft zich bewust van het feit dat de onderneming valt of staat met de komst van studenten. ‘Zoals altijd gaat het om de aantallen. Geen winkel zonder klanten en geen universiteit zonder studenten.’