• Alles om de weidevogels te beschermen

    Ysbrand laat de grutto push-ups doen

    Rijdt een boer over een gruttonest heen? Dan krijgt hij Ysbrand Galama op zijn dak. 'Mooi man, die vogel kan nu duizend kilometer voor niks terugvliegen!' Oh ja, en hij maakt ook nog gruttostrips.

    ‘Kijk daar, de grote zaagbek, die komt hier alleen als het op zee slecht weer is. En daar, in dat weiland, een geringde grutto.’

    Wie met weidevogelonderzoeker Ysbrand Galama meerijdt door de weilanden van Zuidwest-Friesland moet zijn ogen goed openhouden. Voor je het weet rijd je zonder dat je het door hebt allerlei bijzondere vogels voorbij. Maat dat overkomt Ysbrand zelf niet zo snel. De 28-jarige boerenzoon kent de omgeving rond zijn woonplaats It Heidenskip op zijn duimpje. De vogels die er rondvliegen, broeden en overwinteren herkent hij van tientallen meters afstand.

    ‘Het begon ermee, dat ik vroeger met mijn tweelingbroer Oane en twee buurjongens eieren ging zoeken in de buurt. Eerst zochten we kievitseieren, later gingen we de trekvogels beschermen.’

    Vandaag loopt hij, gehuld in pet, klompen en overall, door dezelfde weilanden waar hij als jongen speelde, maar nu om wetenschappelijk onderzoek te doen naar de grutto. Toen Theunis Piersma, hoogleraar trekvogelecologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, een veldassistent zocht voor onderzoek naar weidevogels, kwam hij al snel bij Ysbrand uit. Die was niet direct enthousiast. ‘In het begin was ik sceptisch. Ik wilde eigenlijk zo weinig mogelijk omprutsen met de vogels. Nu doen we zo min mogelijk, maar met zo veel mogelijk opbrengst.’

    Naar de Sahara

    Hij werkt nu alweer zes jaar voor de universiteit. Samen met de andere onderzoekers trekt hij de natuur in om de grutto’s de observeren en te ringen. Zo komen ze meer te weten over het trekgedrag van de vogels.

    Galama heeft meegeholpen om grutto’s te voorzien van een zender. Zo zagen de onderzoekers hoe een grutto in één ruk vanuit Friesland via Spanje over de Sahara vloog. De vogel vloog twee etmalen nonstop door om de afstand van ruim vierduizend kilometer af te leggen.

    Afrika is eigenlijk het ‘thuis’ voor de grutto, die een korte periode van het jaar naar Nederland komt om te broeden. Maar doordat boeren hun land intensief gebruiken, groeien er veel te weinig kuikens op en wordt de gruttopopulatie bedreigd.

    Ysbrand probeert boeren duidelijk te maken hoeveel zij kunnen betekenen. ‘Alleen al door even om een nest heen te maaien.’ De meeste helpen graag mee, maar soms stuit hij wel op weerstand. ‘Soms zeg ik dan wel: “Mooi man, nu kan die grutto weer een paar duizend kilometer voor niks terugvliegen, omdat jij niet van je trekker wilde komen en dat nest hebt overreden.” Wie dat doet, moet zich wel achter de oren krabben. Je hebt een verantwoordelijkheid naar de wereld. Als je die vogel wilt behouden, moet je er nu wat aan doen.’

    Om de boeren te betrekken, zette hij het afgelopen jaar de verhalen van vijftig grutto’s op papier. Die geeft hij aan de boeren, zodat die kunnen zien wat de grutto’s van hun eigen weilanden hebben meegemaakt. Zijn de jongen wel of niet uitgevlogen? Waar hebben ze gebroed? Daarnaast tekent Ysbrand strips over de grutto. Iedere dag verschijnt een van zijn tekeningen in het Friesch Dagblad.

    ‘Ik geef de vogels wel menselijke trekjes, maar wat ze meemaken is wel gebaseerd op echte observaties. De grutto moet hier bijvoorbeeld aansterken voor de terugreis. In de strip laat ik hem dan push-ups doen. Dat soort grapjes.’

    Plasdras

    Hij rijdt naar de schaatsbaan van Workum. Het grasveld, met op de achtergrond een molen, staat deels onder water. ‘Ik heb de schaatsvereniging gevraagd om dat te doen, zodat de grutto’s hier op zoek kunnen naar eten. Een plasdras, noemen we dat. Zonder dit soort hulp zou de grutto het heel moeilijk hebben. Door de kou is de grond te hard om voedsel te vinden.’

    De beheerder van de ijsclub fietst langs. Op zijn korte muts heeft hij een paar vogelveren geprikt. ‘Mag ik je wat laten zien?’

    Hij loopt naar het kleine clubhuis. Uit een zak haalt hij twee dode vogels. ‘Deze heb ik net gevonden langs de weg.’

    Hij strijkt voorzichtig met zijn grove handen door de vogelveren. ‘Moet je zien hoe scherp dat borstbeen is, zo mager is die vogel. Dat gebeurt er nu als wij niet ingrijpen, dan verhongeren die beesten.’