‘Finse anti-pestmethode werkt’

De Finse anti-pestmethode werkt ook in Nederland, concludeert ‘pestprofessor’ René Veenstra. De pestklachten werden dankzij het programma met meer dan de helft verminderd, zegt hij vandaag in zijn oratie.

RUG-socioloog René Veenstra presenteert zijn bevindingen vandaag tijdens zijn oratie. De kern van de Finse aanpak is gericht op bewustwording in de hele klas en niet alleen bij de dader of slachtoffer. Met de KiVa-methode worden leerlingen aangezet tot nadenken over pesten en wat het betekent voor degene die gepest wordt.

Experiment

De onderzoeksgroep van Veenstra kreeg in 2010 een miljoen euro subsidie om de Finse methode te testen in het Nederlandse onderwijs. Met de reguliere anti-pestprogramma’s werd slechts een kwart van de gevallen ontdekt. Veenstra hoopte drie jaar geleden het pesten met zo’n veertig procent terug te kunnen dringen door leraren te trainen in het herkennen van pestgevallen.

Het experiment werd uitgevoerd in 66 ‘KiVa-scholen’ en 33 scholen in een controlegroep. Bij de testscholen daalde het percentage kinderen dat zegt maandelijks of vaker gepest te worden van 29 procent in voorjaar 2012 naar 13,5 procent precies een jaar later. Op de scholen in de controlegroep daalde het percentage eveneens, maar beduidend minder sterk.

Een verklaring daarvoor is volgens Veenstra dat de controlescholen zelf al aan de slag zijn gegaan met KiVa of dat de maatschappelijke aandacht voor pesten het afgelopen jaar invloed heeft gehad.

Positiever

Op de KiVa-scholen bleek de daling van het aantal pestgevallen het sterkst bij de meest schrijnende slachtoffers. De groep die dagelijks werd gepest nam met tweederde af. Veenstra: ‘Op KiVa-scholen zijn leerlingen veel positiever geworden over hun leraren. Ze werden gevraagd om een cijfer te geven voor de aandacht die leerkrachten geven aan pesten: dat cijfer steeg in een jaar van een 5,6 naar een 7,2. Ook vinden de leerlingen de houding en de daadkracht van KiVa-leerkrachten verbeterd.’

Wat Veenstra betreft kan de KiVa-methode opengesteld worden voor meer scholen. Wel blijft er alle aanleiding voor verder onderzoek. Onder meer om de methode te verbeteren, maar ook om uit te zoeken waarom deze aanpak in sommige klassen of bij sommige kinderen niet aanslaat.

Voorkomen

‘Deze eerste resultaten zijn natuurlijk een mooi begin, maar er is meer nodig’, vindt Veenstra. ‘Als 13,5 procent van de onderzochte kinderen zegt nog steeds maandelijks of vaker gepest te worden, kun je niet achterover gaan leunen. Met alle gegevens die we voor deze evaluatie hebben verzameld, kunnen we de komende jaren uitzoeken wanneer KiVa het beste werkt, zodat het pesten nog meer wordt voorkomen.’

15-10-2013