LifeLines weinig inkomsten door gebrek aan zieken

Het lukt LifeLines nog niet om op eigen benen te staan. Het onderzoeksprogramma heeft vanaf 2018 zo’n vijf miljoen per jaar aan subsidies nodig om data te kunnen blijven verzamelen.

Het grootschalige bevolkingsonderzoek, waarin deelnemers uit drie generaties minstens dertig jaar lang worden gevolgd om het verloop van chronische ziekten te onderzoeken, wordt tot 2017 door subsidies in de lucht gehouden. Daarna zou het onderzoeksprogramma genoeg geld moeten binnenhalen om op eigen benen te kunnen staan. Maar dat gaat niet lukken, voorspelt wetenschappelijk directeur Ronald Stolk.

‘We vragen aan onderzoekers een vergoeding voor het gebruik van de data, maar we zijn nog niet op het punt dat we de toekomst van LifeLines kunnen financieren’, zegt Stolk in Healthy Ageing Journal, een blad van de communicatieafdeling van het UMCG.

Monsters niet interessant

Een van de redenen is dat de data en monsters van menselijk materiaal pas over vijf of tien jaar interessant worden voor onderzoekers en bedrijven. ‘Aan het begin van het programma waren al onze deelnemers gezond, en je kunt alleen de ontwikkeling van ziektes onderzoeken als ze echt voorkomen.’

Om meer geld binnen te brengen heeft LifeLines het BiKE Center opgericht (Biobanking and cohort Knowledge and Expertise). Maar dat is volgens Stolk niet voldoende. ‘Ondanks deze ondernemingen is publieke steun nog steeds nodig om de dataverzameling voort te kunnen zetten.’

Voor de periode 2018-2023 heeft het onderzoeksprogramma volgens de directeur nog een gat van ongeveer vijf miljoen euro per jaar. ‘Daarna verwachten we dat de inkomsten voldoende zijn gestegen om de infrastructuur van LifeLines zelf te financieren’, denkt Stolk.

10-11-2015