RUG wil erfgoed W.F. Hermans

Schrijver W.F. Hermans werd jarenlang verguisd aan de RUG, nadat hij in de jaren zeventig afrekende met de universiteit in zijn boek Onder Professoren. Toch strijdt het Universiteitsmuseum nu om zijn erfenis: een enorme collectie typemachines.

Samen met de gemeente Groningen, het Groninger Forum en de openbare bibliotheek doet het Universiteitsmuseum mee aan de prijsvraag van de stichting Onterfd Goed, die met de nalatenschap van Hermans in haar maag zit nu het Scryption museum is gesloten.

Als Groningen genoeg stemmen krijgt gaan de werkkamer, 150 typemachines en dertig andere snuisterijen van Hermans naar de RUG. En dat terwijl de schrijver zelf weinig goede herinneringen aan de universiteit had.

Wraak

Hermans woonde van 1952 tot 1973 in Groningen en werkte als fysisch geograaf aan de universiteit. Als schrijver had hij steeds meer succes, met onder meer de romans De donkere kamer van Damokles en Nooit meer slapen, maar zijn wetenschappelijke carrière liep op de klippen. Hij gooide er met de pet naar, vonden zijn studenten.

Zijn positie als lector werd zelfs ter discussie gesteld in Kamervragen. Uiteindelijk leidde het tot een onderzoek door de universiteit en ontslag in 1973. Hermans nam wraak in Onder Professoren en maakte de cultuur aan de RUG vaak belachelijk in interviews.

‘Het is misschien geen leuke geschiedenis, maar het is wel geschiedenis. Hij hoort bij het Groningse erfgoed. Daar hoef je niet voor weg te lopen’, reageert museummedewerker Jan Waling Huisman. ‘Hermans had misschien geen goede band met de universiteit, maar het is wel een band. En anders gaat zijn erfgoed naar België. Wat moeten ze daar?’

Typemachine Hermans

Gebedel

Hermanskenner Bob Polak en schrijver van het boek In Groningen was ik van ellende doodgegaan, vindt juist dat de universiteit trots moet zijn omdat het in de boeken van Hermans wordt genoemd. ‘De RUG heeft de condities geschapen waardoor hij kon schrijven. Zijn eerdere boeken in de jaren vijftig liepen echt niet zo goed. En als hij in Leiden of Nijmegen had gezeten, had hij ook problemen gehad.’

Polak is echter niet te spreken over de prijsvraag zelf. ‘Dat geleur en gebedel. Hoe Nederland met z’n grote schrijvers omgaat, is beschamend. Dit moet gewoon worden opgekocht door de overheid’, zegt hij.

Groningen loopt nog flink achter in de peiling. Maar mochten de typemachines toch naar de stad komen, dan gaan ze eerst het depot van het Universiteitsmuseum in. Huisman: ‘Ze kunnen niet van de een op andere dag worden tentoongesteld. Hoe we dat gaan doen is nog niet duidelijk. Misschien kunnen we uitzoeken op welke typemachine ‘Onder Professoren’ is geschreven. Of iets doen met het lustrum van de RUG. Uiteindelijk hebben toch meer mensen van hem gehoord, dan van bijvoorbeeld Zernike.’

13-06-2013