Wie moet over op Gmail?

RUG-medewerkers moeten zelf kunnen bepalen of ze willen overstappen op Gmail, vindt de personeelsfractie in de universiteitsraad.

Net als de studenten stappen straks ook de medewerkers van de universiteit over op Gmail. Een besparing van vier ton per jaar. Maar niet iedereen is daar blij mee. Onderzoekers van met name de Faculteiten van Wiskunde en Natuurwetenschappen, en Rechtsgeleerdheid willen niet overstappen, omdat ze bang zijn dat de FBI en Amerikaanse inlichtingendienst NSA meekijken. Zij moeten zelf de keuze kunnen maken of ze gebruik willen maken van Gmail of niet, vindt de personeelsfractie. Maar het universiteitsbestuur is het daar niet mee eens.

Niet veilig

Onze e-mails, documenten en onderzoeksdata zijn niet veilig op de servers van Google, concludeerde de juridische dienst van de RUG al eerder. De USA Patriot Act, een middel in de strijd tegen terrorisme, verplicht Amerikaanse bedrijven de overheid namelijk toegang te geven tot informatie. Daar komt nog bij dat inlichtingendienst NSA de servers van Google aftapt, blijkt uit documenten van klokkenluider Edward Snowden.

Voor die onderzoekers die de overstap écht niet zien zitten wordt de huidige RUG-mailvoorziening daarom nog een jaar in de lucht gehouden. Daarna moet er nog een Europees alternatief worden gezocht. Maar wie bepaalt welke medewerkers wel en niet hoeven over te stappen, vraagt de personeelsfractie zich af.

[vsw id=”kHABoKE35j4″ source=”youtube” width=”425″ height=”344″ autoplay=”no”]

Noodzakelijk

‘Wij dachten dat er voor iedereen die dat zou wensen de mogelijkheid zou zijn om géén gebruik van Google te maken, zonder opgaaf van reden’, zegt personeelslid Antoon de Baets. Dat blijkt niet het geval. Het universiteitsbestuur besloot dat alleen medewerkers voor wie dat ‘noodzakelijk’ is de RUG-mail mogen blijven gebruiken. ‘Maar wie bepaalt wanneer dat noodzakelijk is? Het lijkt ons dat dat aan niemand anders dan aan de medewerker zelf overgelaten kan worden.’

Het universiteitsbestuur is het daar niet mee eens en laat de keuze over aan het faculteitsbestuur. ‘Het beschikbaar houden van de RUG-mail levert kosten op, en die kosten zijn voor de faculteiten’, legt collegelid Jan de Jeu uit. Kortom: wie betaalt, bepaalt.

Vertrouwelijk

‘De kosten zijn maar één facet. Het vertrouwelijke karakter van onderzoeksgegevens in het prepublikatiestadium moet ook worden meegewogen’, betoogde De Baets, want straks is het de facultaire administratie die de werkelijke keuze maakt. En dat betekent dat niet-specialisten oordelen over de vertrouwelijkheid. Een kwalijke zaak. ‘ Het universiteitsbestuur denkt in het bijzonder aan onderzoek waaruit patenten kunnen voortvloeien, wij denken dat er bij onderzoeken in menige faculteit sprake is van vertrouwelijke onderzoeksdata. Interviewgegevens, om maar één voorbeeld te noemen’, zegt De Baets.

De Jeu vertrouwt erop dat de faculteitsbesturen er ‘in wijsheid’ mee om gaan. Daarnaast, zegt hij, maakt het eigenlijk niet uit waar je je mail onderbrengt. ‘Sinds Snowden weten we dat je nergens meer van op aan kan. De conclusie is: het maakt daardoor niet uit waar je je mail onderbrengt. Dan kun je maar het beste kiezen voor het bedrijf waarbij het technisch in goede handen is.’

11-11-2013