Universitaire campagnesteun

De voorverkiezingen zijn hier in volle gang. Ook de Nederlandse media staan er vol van. Vooral Donald Trump spreekt tot de verbeelding.

Toen ik vorige week even in Nederland was, werd mij dan ook een paar keer gevraagd of ik al Trump-kiezers had ontmoet. Alsof het een exotische diersoort is, waar in de dierentuin een bordje bij zou staan: Trump-aanhanger – blank, boos en vatbaar voor provocerend en schofferend gedrag. Ik moest iedereen teleurstellen, dat soort ben ik nog niet tegengekomen. En dat terwijl Trump zijn concurrenten in de republikeinse voorverkiezingen in Massachusetts ver achter zich liet. Hij won niet alleen in kleine, relatief laag opgeleide gemeenschappen, die vaak als Trumps achterban worden getypeerd, maar ook in Boston, een heel gemêleerde stad die veel arm, maar nog meer rijk kent.

Het is net als in Nederland met PVV-stemmers, ze zijn er blijkbaar in groten getale, maar gesproken heb ik er nog geen één. In het democratisch gedomineerde New England durven ze er misschien ook gewoon niet openlijk voor uit te komen. Massachusetts, maar ook Maine, New Hampshire en Vermont zijn al lange tijd democratische bolwerken. Trump speelt er alleen zijdelings een rol, toch wel een beetje als een exotische giftige soort die je beter op afstand kunt houden. De ‘blue states’ (traditioneel democratische staten) hebben hun eigen exoot: The Bern.

Op het nippertje

Bernie Sanders won uiteraard in zijn thuisstaat Vermont, maar verloor in Massachusetts op het nippertje van Clinton, met 49 tegenover 50 procent van de stemmen. De Boston Globe noemde het een ‘republikeins verlies’ – hij had in meer gemeentes een meerderheid, maar dat waren vooral landelijke gebieden met verhoudingsgewijs weinig kiezers. Hillary sleepte de steden en daarmee de winst binnen. Dit strookt niet met het beeld dat de senator vooral populair zou zijn onder studenten. Dan had hij het immers juist in Boston en Cambridge goed moeten doen, districten die uitpuilen van de studenten, maar in beide won Hillary.

‘De elitestudenten van Harvard en MIT kiezen toch voor het establishment’
 Bernies aanhang mag dan wel jong zijn, maar zit waarschijnlijk eerder op de State Universities en Colleges. De elitestudenten van Harvard en MIT kiezen toch voor het establishment. Met haar Ivy league-achtergrond staat Hillary veel dichter bij hen dan de revolutionaire Sanders die pleit voor een herverdeling van vermogen. Cambridge is daarvoor te succes- en carrièregeoriënteerd, en misschien daardoor ook een tikkeltje te saai. In buurdistrict Somerville, bekend om zijn alternatievere mensen en levensstijl, won Bernie zonder moeite.

Normaalste zaak

En niet alleen opleiding, maar ook vermogen speelt een grote rol in de verdeling van de stemmen. Armere gebieden geven Bernie hun stem, de districten waar het grote geld zit steunen Hillary, Harvard voorop. De universiteit maakte onlangs bekend dat 91 procent van alle donaties voor de huidige presidentskandidaten ging naar Hillary Clinton. Van de 131.000 dollar die faculteiten, docenten en onderzoekers tussen april en december 2015 overmaakten naar de campagnes ging dus bijna 119.000 naar Hillary. 37 donateurs gaven zelfs het maximumbedrag van 2700 dollar. De republikeinen moesten het samen doen met 8850 dollar en Bernie Sanders kreeg maar 3290 dollar.

In Nederland zou de wereld te klein zijn als een universiteit openlijk een verkiezingscampagne financieel zou steunen. Hier is het de normaalste zaak van de wereld. Al waarschuwde een hoogleraar educatie wel dat docenten hun politieke voorkeur liever niet mee de collegezalen in zouden moeten nemen. Een andere hoogleraar, die zelf 650 dollar aan Clinton had gegeven, begreep de bezwaren, maar plaatste er een kanttekening bij: de bedragen zijn marginaal in de enorme verkiezingsmachinerie en zullen de uitslag nauwelijks beïnvloeden. Met andere woorden, als je maar niet te veel geeft, is je integriteit niet in het geding.

10-03-2016