Zomer

Met de zomer in het zicht beginnen de jongens thuis te fantaseren over lucratieve vakantiebaantjes. Hun moeder moedigt dat aan, maar ik heb mijn twijfels. Dat komt natuurlijk door die verschrikkelijke zomer, ergens halverwege de jaren zeventig, toen ik mijn eerste vakantiebaantje had.

Van mij had het niet gehoeven, dat baantje, maar mijn ouders meenden dat ik best wat kon doen tijdens de lange zomermaanden. Bovendien kon ik toch wel wat extra geld gebruiken? Ik verklaarde stellig van niet, iets wat ze verontrustend leken te vinden. Ik had in die tijd maar één behoefte: lezen. Iets waar ik in de vakantie, met als enige bezit een bibliotheekpas, onbeperkt aan tegemoet hoopte te komen.

Mijn vader had kennis aan de bedrijfsleider van de plaatselijke Hema en dacht mij een dienst te bewijzen door een goed woordje voor me te doen. Dus daar stond ik op een maandagochtend in de blauwe stofjas die destijds nog door het winkelpersoneel werd gedragen: op de kampeerafdeling. Ik had een eigen kassa, die zo’n vrolijk middenstandsgeluid maakte als hij opensprong: pling! Daarmee had je meteen ook alle vrolijkheid gehad.

Het was de natste zomer sinds eeuwen. In het journaal werden dramatische beelden getoond van vakantiegangers die hun tent uitdreven en totaal verregend huiswaarts keerden. Dat drukte de vraag naar kampeerspullen dusdanig, dat ik het pling-geluid maar twee keer per dag hoorde; ‘s ochtends als ik het wisselgeld in de kassa deed en aan het eind van de dag als ik het er weer uithaalde.

Dagen hing ik moedeloos tegen de kassa aan, totdat de bedrijfsleider mij op zeker moment bij de arm nam en me vroeg mee te komen naar zijn kantoortje. Hij liet me plaatsnemen aan zijn bureau en ging vervolgens tegenover me zitten. Het leek wel een sollicitatiegesprek, maar dat kon het niet zijn, want ik was al aangenomen. ‘Weet je, Gerrit’, begon hij, ‘eigenlijk werk je als winkelpersoneel altijd’, waarna hij even zweeg, als moest hij zelf bijkomen van deze inspannende gedachte.

‘Al is er maar één klant, die moet altijd denken dat het druk is’, vervolgde hij zijn relaas. ‘Maar er is niks te doen’, vatte ik mijn ervaringen tot dan toe bondig samen. ‘Ik begrijp dat het niet zo’n vaart loopt met de verkoop’, zei hij en dat leek me een understatement, ‘maar je kunt altijd íets doen. Je verplaatst de spullen of je brengt een partij slaapzakken naar boven, neemt een nieuwe partij mee naar beneden en hangt die netjes op’. Hij vroeg of ik dat snapte. Ik snapte het, maar ik begreep het niet.

Even later sjouwde ik met slaapzakken naar de zolder, waar de voorraad lag opgeslagen, en kwam met andere slaapzakken weer terug. Hetzelfde deed ik met luchtbedden, zwembandjes en alles wat je zoal vindt op een afdeling kamperen. Daarna haalde ik het wisselgeld uit de kassa en was er weer een dag voorbij. Het was natuurlijk zinloos die hele exercitie de volgende dag te herhalen, maar ik realiseerde me dat het me een min of meer geoorloofde mogelijkheid van afwezigheid bood. Stond ik niet in de winkel, dan was ik wellicht onderweg naar de zolder voor een verse partij slaapzakken.

Al gauw zat ik meer op zolder dan in de winkel. Daar kon ik door de raampjes uitkijken over de stad en zag mensen die vrij waren. Op zolder deden de slaapzakken trouwens goede dienst, want je kon er prima op liggen. Toen ik, na wat speurwerk, ook nog de voorraad snoepgoed vond, trok ik me soms op mijn slaapzakken terug met een zak Engelse drop en dacht dan na over het leven.

Je ziet wel eens van die Amerikaanse films waarin iemand na jaren van gevangenschap eindelijk zijn vrijheid weer terugkrijgt, maar dan – in weerwil van wat je zou verwachten – heel gelaten de gevangenis uitloopt en amper lijkt te beseffen dat hij vrij is. Ik snap dat wel. Zo voelde ik me ook. Ik heb weken nodig gehad om weer aan het idee van vrijheid te wennen.

De bedrijfsleider van de Hema moet later tegen mijn vader gezegd hebben dat ik niet geschikt was voor de middenstand en beter elders emplooi kon gaan zoeken. Die raad heb ik maar ter harte genomen.

Hoe dan ook, ik weet wel wat ik deze zomer ga doen.

23-06-2016