Het zijn drukke dagen op het complex van GCHC. Alles wordt in het werk gesteld om er op 23 en 24 juni een groot spektakel van te maken. Naar verwachting komen er tweeduizend bezoekers per wedstrijddag en dus moet er flink wat gebeuren. Er komt een grote tribune, een bar van zestien meter lang en een heus evenemententerrein. En dan moet het clubhuis er natuurlijk ook nog spic en span uitzien.

Toch maakt Anouk Tuininga, lid van de commissie die de tweestrijd tussen Nederland en Nieuw-Zeeland in goede banen moet leiden, zich niet druk. ‘Een interland op het veld van onze studentenclub, hoe vet is dat?’ lacht ze. ‘Twee maanden geleden werden we opeens benaderd door de bond, of we dit wilden organiseren. Na een snelle check of het financieel mogelijk was, hebben we volmondig ‘ja’ gezegd.’

Verbaasd en vereerd

GCHC werd al in 2012 door de bond benaderd of het eventueel een keer een grote wedstrijd op het terrein wilde organiseren. ‘Toen hadden we net een nieuw waterveld’, vertelt de geneeskundestudente. Nadat de club had ingestemd, duurde het echter vier jaar totdat de gelegenheid zich aandiende. ‘We waren verbaasd, maar ook vereerd. Helemaal omdat het in voorbereiding is op zo’n groot toernooi als de Olympische Spelen. En een tegenstander als Nieuw-Zeeland, verder kan niet!’

Na Drachten in 2007 is het voor het eerst weer dat een hockeyinterland naar het noorden van het land komt. De organisatie heeft bij de Friese buren wat advies ingewonnen: ‘Het grootste evenement dat we elk jaar houden, is het Martini Hockeytoernooi. Dan komen zo’n 500 à 600 man. Maar de hockeybond dacht aan drieduizend man. Al verwachten we zelf uiteindelijk tweeduizend per avond.’

‘In Drachten organiseerden ze clinics rondom de interland. Dat gaan wij ook doen’, vervolgt Tuininga. ‘Een oud-lid helpt ons hierbij. Voor donderdag hebben zich al zestig kinderen aangemeld, voor vrijdag zelfs tachtig. Het zijn allemaal kinderen uit de omgeving, al komen sommigen zelfs uit Almelo of Utrecht.’

Hockeykindjes

Ook maken kinderen hun opwachting in de line-up, of als ballenjongen of -meisje. ‘Voor de line-up van vrijdag komen onze eigen hockeykindjes uit de Reitdiepwijk. Een lid van verdienste vroeg ons een aantal jaar geleden of we niet workshops zouden kunnen geven aan de jongere kinderen in die wijk. We hebben geen jeugdafdeling, maar vonden dat wel erg leuk om te doen. En wie weet zien we ze tien tot vijftien jaar later terug.’

‘Het enige wat we niet in de hand hebben, is het weer. Elke dag is er weer een andere weersvoorspelling.’ Zelf heeft Tuininga alle tijd voor de komende week, haar scriptie hoeft pas in september af. ‘Een paar van ons hebben wel tentamens. Ik hoop dat ze het halen, daar maak ik me nog het meest zorgen om. Want met de wedstrijden komt het zeker goed!’

Kaarten zijn online te verkrijgen