• Coschappen op Curaçao

    Doktertje spelen op een Bounty eiland

    Een coassistent op Curaçao gaat tien maanden snorkelen en chillen op zonovergoten strandjes, denken veel mensen. Weggegooide tijd? Of is er een betere reden om op zo’n primitief eiland praktijkervaring op te doen?

    Elk jaar verkiezen ongeveer twintig masterstudenten een jaartje coschappen op Curaçao boven een stage in eigen land. De eerste lading vertrok in 1967 naar het Sint Elisabeth Hospitaal (SEHOS) in Willemsstad op Curaçao. Ondertussen hebben meer dan 600 studenten daar coschappen gelopen en is het SEHOS een volwaardig affiliatieziekenhuis van het UMCG. De RUG is de enige universiteit in Nederland die standaard coassistenten naar Curaçao stuurt.

    Marieke van der Vegt (24) is een van de studenten die ervoor koos om op Curaçao haar coschappen te lopen. ‘Dit was een uitgelezen kans om de Nederlandse kou te ontvluchten’, zegt Marieke.

    Ze woonde in een huis met zwembad en ging in haar vrije weekenden op pad om het eiland te verkennen. Heel fijn natuurlijk. Maar dat maakte haar verblijf niet tot een vakantie op een Bounty eiland.

    Met dagelijkse temperaturen rond de dertig graden is het leven andere koek dan in Nederland. Fietsen is niet veilig en de bus rijdt niet de gewenste route, dus verplaats je je per auto. ‘Elke co gaat op zoek naar een roestbakkie dat hopelijk een jaartje meegaat’, vertelt Marieke. ‘Huisvesting moet je ook zelf regelen. Er zijn enkele cohuizen, zoals het Kasteel en Huize Ananas.’

    Dagen van twaalf uur bleken regel

    Bovendien kun je niet zo maar instappen in het leven op Curaçao. Er is een cursus nodig over de cultuur, maar ook lessen Papiaments. ‘Ik kon me redelijk uitdrukken in het Papiaments, maar bij de huisarts was het soms lastig. Ook al versta je de taal goed, je mist toch dingetjes’, zegt Marieke.

    Het werk zelf bleek ronduit zwaar. Dagen van twaalf uur bleken eerder regel dan uitzondering. En na een dagje in de kliniek een duik nemen in zee, bleek ook een illusie. ‘Er moet altijd nog van alles worden voorbereid voor de volgende ochtend’, zegt Marieke. ‘Of nog een presentatie worden gemaakt. Dan is er voor dat zwembad helemaal geen tijd.’ En dan is er nog het eindeloze gedoe. ‘Je moet vaak meerdere malen ergens achteraan bellen om zaken geregeld te krijgen. Dat brengt een hoop frustratie met zich mee.’

    Toch heeft ze geen moment spijt gehad van haar keus. Want een coassistent op Curaçao heeft een heel andere rol dan eentje in Nederland. ‘Je mag daar veel meer doen’, zegt ze. ‘Ik voelde me soms meer een arts-assistent.’

    Zeldzame ziektebeelden

    Marieke kwam vorige maand terug van haar stage. Maar Sanne de Ruiter is nog maar net vertrokken naar het tropische eiland. ‘Dit is mijn eerste kennismaking met de buitenlandse gezondheidszorg’, zegt ze. Ook zij koos ervoor omdat ze veel meer verantwoordelijkheid wilde. En vanwege ziektebeelden die in Nederland zelden voorkomen. ‘Maar’, bekent ze, ‘uiteraard speelt het extra avontuur van een nieuw en onbekend land ook mee.’

    En ook zij merkt dat het soms een hele klus is om dingen te regelen op het eiland. ‘Bijna alles gaat nog op papier. Tijdens het dagelijks leven komen er veel logistieke Antilliaanse uitdagingen bij kijken.’

    Maar – dat bekent ze ook – de weekenden op het eiland zijn relaxed. ‘Maar door de week werken we hard en leren we veel. Niet alleen op medisch, maar ook op sociaal vlak. En in plaats van naar de UB gaat iedereen naar een strandtent.’

    Feesten op het strand

    Chirurg Gerry Kremer, die ook in het Klinisch Trainings Centrum van het UMCG werkt, weet natuurlijk al langer dat zijn co’s niet naar een cocktail-eiland vertrekken. ‘Natuurlijk wordt er gezwommen en gefeest op het strand’, zegt hij. ‘ En die fijne bijkomstigheden spelen allemaal mee bij de afweging om te gaan. Maar coassistenten staan daar al om zeven uur ’s ochtends in de kliniek. Ze werken tot ’s avonds zes of zeven uur. Ze maken lange dagen onder moeilijke omstandigheden in de tropen.’

    De kwaliteit van de gezondheidszorg ligt op Curaçao lager dan in Nederland. ‘Er worden daar natuurlijk geen niertransplantaties uitgevoerd’, erkent Kremer, die zelf tussen 1991 en 1994 in het ziekenhuis van Willemsstad werkte. ‘Ook zijn niet alle medicijnen altijd beschikbaar of raakt door de warmte de MRI oververhit. Maar de vraag is of je een alleen een betere dokter wordt van het allerbeste onderwijs.’

    Supervisie schiet tekort

    En dat dat onderwijsniveau ook lager ligt, bleek bijvoorbeeld in 2002, toen het onderwijs tijdelijk stopgezet werd, omdat begeleiding niet bij alle specialismen gewaarborgd was. Tegenwoordig is dat weer prima overigens. ‘Al kan het voorkomen dat de supervisie tekortschiet. Maar dat kan tijdens coschappen in Zwolle of Leeuwarden ook het geval zijn’, zegt Reint Huizinga, internationaliseringscoördinator in het UMCG.

    Heb je ook echt wat aan deze exotische ervaringen? Immers, in Nederland raakt de MRI niet oververhit en kun je gewoon Nederlands praten. Er zijn studenten die stellen dat je relevante ervaring in de prullenbak gooit als je kiest voor Curaçao.

    Maar Huizinga gelooft daar niet in. ‘Werkgevers kunnen internationale ervaring wel waarderen. Dat geldt in elk vakgebied en dat is in de gezondheidssector niet anders’, zegt hij.

    In het vervolgtraject van de studie is er nog ruim de tijd voor ‘gewone’ stages. ‘Zowel in het vierde als in het zesde jaar lopen de studenten stage in Nederland. Ze doen ook hier genoeg ervaring op.’

    Patiënt gelooft in voodoo

    Kremer is het daar roerend mee eens. ‘Als je als 23-jarige afgestudeerd bent en je krijgt een baan, ben je lang niet altijd opgewassen tegen de klappen die er vallen op de werkvloer. Op Curaçao doe je een stuk levenservaring op dat van groot belang is voor je verdere carrière’, zegt hij. ‘Het is belangrijk dat je je kop boven water kan houden daar. En dan bedoel ik niet alleen boven het water van de Caribische zee.’

    Kortom: een goede manier om groot te worden en andere luchtjes, lichamen en gewoontes te leren kennen. ‘Red je maar eens, als je patiënt gelooft in de rol van voodoo.’