‘Alles was donker’

Vijf jaar geleden vertrok Addis Tesfa (40) als politiek vluchteling uit Ethiopië. Via Kenia kwam hij terecht in Nederland. Inmiddels studeert hij international financial management aan de RUG. Samen met zijn vrouw en drie kinderen woont hij in Buitenpost.

‘Binnen 48 uur moest ik het land uit en anders had ik twee opties: minstens twintig jaar de gevangenis in of vermoord worden.’

Het is 2007 wanneer Tesfa zijn eigen krant opricht in Ethiopië. De Goggle. Dit doet hij uit onvrede over de gekleurde journalistiek die er in zijn ogen in het land bedreven wordt. De regering verzet zich fel tegen de krant. De artikelen die Tesfa schrijft, zijn soms voorzien van een ongezouten mening over hoe de overheid in het land functioneert. En daar is de regering niet blij mee. ‘Ethiopië is een land in opkomst. Voor buitenlanders is het een interessant land om heen te gaan. Voor de inwoners zelf geldt dit niet. Er is geen vrijheid van meningsuiting en geen goed rechtssysteem’, vertelt hij.

Drie jaar later, in 2010, zijn er verkiezingen in het Afrikaanse land. Aan de vooravond van de campagnes wordt Tesfa opgebeld door de minister van Informatie. Hij wil samenwerken met zijn krant. Tesfa vertelt: ‘De minister was een goede man. Ik geloofde in zijn goede bedoelingen. Daarom stemde ik in met zijn voorstel.’ Na dit telefoontje verandert er veel.

Propagandamachine

De minister vertelt Tesfa dat hij moet doen wat de regering van hem vraagt. Wanneer hij dit niet doet, moet hij stoppen met zijn werk bij de krant. ‘Ik zei hem dat ik bleef schrijven wat ik wilde, of hij dat nou leuk vond of niet. De regering wilde een propagandamachine maken van Goggle. Ik heb dat geweigerd.’

vluchtelingen - addis-tesfa
Omdat Tesfa tegenwerkt, is hij een paar keer gearresteerd en meerdere malen in elkaar geslagen door de politie. ‘Ik ben een keer zo hard tegen mijn hoofd geslagen dat ik nu permanente schade heb opgelopen aan mijn hersenen. Hierdoor kan ik soms niet goed uit mijn woorden komen.’ Hij wijst naar de plek aan de zijkant van zijn hoofd. Tesfa is zijn leven niet meer zeker in zijn geboorteland. Toch is hij niet bang. ‘Ze vertelden me in klare taal dat wanneer ik zou blijven, ik gearresteerd of vermoord zou worden. Ik was niet erg onder de indruk, maar ik moest gaan om mijn familie te beschermen. Wanneer ik niet meer zou leven, zou hun leven ook onzeker zijn.’

Gevlucht in de nacht

Op 6 augustus 2010 besluit hij te vluchten. Een vriend regelt in het geheim een vliegticket en pint honderd dollar voor hem. ‘De overheid had mijn bankrekening geblokkeerd. Ik kon zelf geen ticket meer betalen.’ Hij vertrok diep in de nacht naar Kenia. ‘Alles was donker. Ik liet mijn gezin, moeder, broers en zussen achter. Ik wil het me eigenlijk niet meer herinneren.’

Bij aankomst in Nairobi blijft Tesfa drie dagen in een hotel, tot het geld op is. Op zijn kamer schrijft hij organisaties aan die hem kunnen helpen. Zijn hotelverblijf is alles behalve ontspannen. ‘Ik was bang. De geheime dienst van Ethiopië had een delegatie naar Kenia gestuurd om me te zoeken.’

Landgenoot

Na twee dagen ontmoet Tesfa een andere Ethiopiër die ook naar Kenia is gevlucht. ‘Ik herkende mijn landgenoot op straat aan zijn uiterlijk. Ik ben op hem afgestapt en heb hem mijn verhaal verteld.’ Deze ontmoeting blijkt zijn redding. De Ethiopiër neemt Tesfa een maandlang in huis en beschermt hem tegen de geheime dienst. Hij helpt met het vinden van een huis, waardoor zijn vrouw en kinderen over kunnen vliegen naar Kenia. Met geld van verschillende instanties kan Tesfa zijn gezin onderhouden.

Op 14 september 2011 vliegen Tesfa en zijn gezin naar Europa. Na een aanvraag bij de Verenigde Naties zijn ze uitgenodigd om in Nederland te komen wonen. In Buitenpost. ‘Alles was bij aankomst geregeld: een huis, een school voor de kinderen. Ik was erg dankbaar en kreeg daardoor nieuwe moed om mijn leven weer op te pakken. De mensen in het dorp hielpen ons met alles, ik ben hun erg dankbaar.’ Toch vindt Tesfa het moeilijk om helemaal opnieuw te beginnen. ‘Ik had alles in Ethiopië. Een huis, ik reed in een auto en had een goede baan. In Nederland had ik niks. Dat was frustrerend.’

Studeren

In Nederland krijgt hij de kans om te studeren. Eerst haalt hij zijn pre-master in economics & business. Daarna stoomt hij door naar de master international financial management. Het gaat voor de wind. Toch moet hij wel wennen aan het studiesysteem in Nederland. ‘In Ethiopië was alles meer theoretisch. Hier is studeren meer praktisch en moet ik veel presenteren. Ik was niet gewend om voor groepen te spreken, dat is in mijn geboorteland niet gebruikelijk. Maar ik heb het gedaan en daar ben ik trots op.’

In de toekomst wil Tesfa niet meer terug naar zijn geboorteland. ‘Alles wat ik heb is in Nederland. Mijn familie en mijn studie. Ik hoop dat de politieke situatie in Ethiopië verbetert. Er zijn veel grote organisaties en bedrijven. Ik zou in de toekomst graag de brug willen zijn tussen Europa en Afrika binnen mijn vakgebied.’ Hij hoopt dit jaar zijn master af te ronden.

28-09-2015