Marcel Broersma, hoogleraar Journalistieke Cultuur en Media aan de RUG, noemt het uniek, ‘omdat wetenschappers en redacties samen de betekenis van digitalisering voor veranderend nieuws- en informatiegebruik onderzoeken.’ Hij gaat samenwerken met hoogleraar Irene Costera Meijer van de VU in Amsterdam.

Het snel groeiende gebruik van social media en mobiele apparatuur vraagt om een nieuwe afstemming van de journalistieke inhoud, vertelt Marcel Broersma. Het gaat bijvoorbeeld om de vraag of een krantenlezer dezelfde eisen stelt aan een webapplicatie als aan een papieren versie.

‘Facebook en Twitter lenen zich goed voor het toegankelijker maken van journalistiek, maar hoe kunnen journalisten deze platforms inzetten om de kwaliteit van nieuws te optimaliseren? Hanteren nieuwsgebruikers één maatstaf voor journalistieke kwaliteit of zijn de maatstaven verbonden met platform, merk of moment?’

Direct toepasbaar

De onderzoekers zullen nieuwe methoden toepassen om te onderzoeken hoe nieuwsmedia worden gebruikt in het dagelijks leven. Afhankelijk van tijd, plaats, situatie, moment op de dag, het gebruikte apparaat, platform of medium verschilt het gebruik.

Elk half jaar brengen de onderzoekers verslag uit, dus de uitkomsten zijn direct in de praktijk toe te passen. Het project loopt vijf jaar. Broersma gebruikt ‘zijn helft’ van het geld om een aio en een postdoc aan te stellen.

Zes ton kom uit het topsectorprogramma Creatieve Industrie van onderzoeksfinancier NWO, de overige twee ton komt voor rekening van de deelnemende media: de kranten van De Persgroep, de Noordelijke Dagblad Combinatie en programma’s als het NOS Nieuws, Nieuwsuur, EénVandaag, Buitenhof, EO en NCRV

25 april 2013