Antipestprogramma werkt echt

Het antipestprogramma KiVa werkt echt. Pestprofessor René Veenstra onderzocht het in opdracht van het ministerie van Onderwijs. Het eindrapport is aangeboden aan de Tweede Kamer.

Veenstra bestudeerde meer dan 200 klassen, waarin bijna 4500 leerlingen zaten. Het resultaat is helder. Het KiVa-programma, dat niet alleen de slachtoffers, maar ook de ‘meelopers’ en daders bij de oplossing betrekt, levert duidelijke effecten op.

Kinderen op KiVa-scholen bleken na één en twee jaar minder vaak gepest te worden. Het gaat dan vooral om verbaal pesten – uitschelden dus – en relationeel pesten – buitensluiten, wat voor leerkrachten vaak moeilijk op te sporen is. Ook vonden de kinderen vriendschappen belangrijker. Fysiek pesten nam niet af.

Tim Ribberink

Overigens ging het ook op controlescholen beter. Dat heeft mogelijk te maken met de dood van Tim Ribberink en Fleur Bloemen in 2012, beiden gezien als pestslachtoffers. Daardoor was er veel aandacht voor de bestrijding van pestgedrag in de onderzoeksperiode. ‘Het was een hot topic in die tijd’, zegt Veenstra. ‘Er ontstond een enorm maatschappelijk bewustzijn. Ouders praatten erover met hun kinderen, de houding van leerkrachten veranderde.’

Maar op de KiVa-scholen waren de effecten duidelijk sterker. Daar nam het pesten met bijna tweederde af, met krap de helft op de controlescholen. ‘Als je een enge ziekte zou hebben, en het ene medicijn gaf je 63 procent kans op overleven en het andere 50 procent, dan wist ik het wel’, zegt Veenstra.

Wildgroei

Het onderzoek was onderdeel van het landelijke actieprogramma Onderwijs Bewijs dat onderwijsprogramma’s experimenteel toetst. Ook staat het op de shortlist van het Nederlands Jeugd Instituut, dat onderzoekt welke antipestprogramma’s werken.

Volgens Veenstra neemt de wildgroei in anti-pestprogramma’s de laatste jaren af door de onderzoeken van de overheid. ‘Vroeger dacht iedereen dat zijn programma goud waard was. Dat is nu niet meer zo.’

23-09-2015