Behoorlijk veel, vindt ook bewegingswetenschapper Bas Kluitenberg, die morgen promoveert op een onderzoek waarin hij het trainingsverloop van 1700 beginnende lopers in kaart bracht die een cursus bij de Atletiekunie volgden. Want waardoor die blessures aan knieën, schenen en enkels nu ontstaan, is niet bekend.

Kluitenberg ontdekte dat gebrek aan ervaring, een hogere leeftijd, een te hoge BMI en eventuele eerdere blessures het risico verhoogden. ‘Vooral de inactieve, wat oudere mensen die gaan hardlopen moeten dus rustig opbouwen’, zegt hij. ‘Want lopen is een hele belastende sport. Je vangt bij elke stap tweeënhalf tot drie keer je lichaamsgewicht op.’

Bescherming

Intensief trainen verhoogt de kans op blessures – zoals te verwachten viel. Maar Kluitenberg vond ook dat langer trainen dan een uur per week bescherming bood. ‘Hoe dat komt weten we niet precies. Waarschijnlijk heeft het te maken met het feit dat die mensen al andere sporten deden en dus gemakkelijker lopen.’

Omdat het niet bekend is welk trainingsgedrag het veiligste is voor risicolopers, moeten ze extra goed op hun lichaam letten, zegt Kluitenberg. Dus ook bij spierpijn of kleine ongemakken iets korter of langzamer gaan lopen om het lichaam te sparen.

Feedback

Is níet hardlopen niet veel beter dan? Dat denk Kluitenberg niet. ‘Je moet vooral doen wat je leuk vindt en motiveert.’

Loopapps raadt Kluitenberg overigens af. Hij vreest dat zo’n programma te weinig rekening houdt met de individuele loper en mensen over hun grenzen laat gaan. ‘Wat wel goed zou zijn, zou een app zijn die én motiveert, én feedback verwerkt over hoe de training ging.’