Computers versturen via internet
Straks, misschien al over een jaar of twee, kunnen onderzoekers uit de hele wereld gebruik gaan maken van deze ‘super harde schijf’. Tenminste, dat is de bedoeling van het project van David van Enckevort van het Genomics Coordination Center van het UMCG.
Virtuele machines
Aan het eind van het jaar weet hij of zijn plan in de praktijk net zo goed werkt als in zijn hoofd. ‘Als dat zo is, dan gaan we een voorstel schrijven om dit plan ook in productie te krijgen’, zegt hij. Het project van Van Enckevort heeft als doel om ‘virtuele machines’ binnen enkele minuten over te brengen tussen computercentra in Finland, het Verenigd Koninkrijk en Nederland.
Onderzoekers die bijvoorbeeld DNA-sequentiebepalingen verrichten, kunnen daardoor analyses van omvangrijke verzamelingen van bio-informaticagegevens, zoals 1000 Genomes & Genoom of the Netherlands, uitvoeren via cloud-infrastructuren en virtuele machines. ‘Als het ene datacenter meer rekencapaciteit heeft’, zegt Van Enckevort, ‘is het veel handiger om het onderzoek daarmee uit te voeren.’
Supersnelle internetverbinding
Daarvoor is niet alleen zo’n virtuele machine nodig, maar ook een supersnelle internetverbinding om de software te kunnen versturen. Van Enckevort: ‘Met lichtpaden, dat zijn snelle verbindingen, kan dat.’ De mogelijkheid om die lichtpaden gedurende een jaar te gebruiken, verwierf Van Enckevort door de ‘Enlighten your research award’ binnen te halen.

David van Enckevort
Ook al ligt de kern van het project van Van Enckevort bij het – op verschillende plekken – rekenen met behulp van virtuele machines, deze machines hebben ook nog andere voordelen. ‘Bij medisch vertrouwelijke data, die je soms meestuurt, kun je delen afschermen. Een onderzoeker die bepaalde data wil gebruiken voor een onderzoek hoef je geen volledige toegang te geven.’
Bijzonder
Het is een bijzonder project, zegt hij. ‘In eerste instantie natuurlijk omdat het voor onderzoekers makkelijk te begrijpen is en daarom ook makkelijk om mee te werken. Maar het is vooral speciaal dat belangrijke spelers in de biomedische wereld en de genetica, uit Engeland en Finland, meewerken aan zo’n project. Daar zitten grote archieven, grote databanken, waar wij straks allemaal gebruik van kunnen maken.’
Samenwerking
Naast het UMCG is ook het CIT, als leverancier van de netwerkinfrastructuur, bij het project betrokken. Zij werken samen met SURFsara Amsterdam, National Research & Education Networks, BBMRI-NL biobanken, Cambridge University, de European Molecular Biology Laboratory-European Bioinformatics Institute uit het Verenigd Koninkrijk, en het CSC – IT Centre for Science uit Finland.