Docent moet ‘bewijzen’ beter bewaren

Docenten zouden de studieresultaten van hun studenten beter moeten bewaren. Dat vinden de studentenpartijen en de personeelsfractie in de faculteitsraad van ruimtelijke wetenschappen.

De afgelopen jaren zijn er steeds meer vakken waarbij er niet alleen een eindcijfer wordt gegeven, maar ook cijfers voor opdrachten tussendoor. Deze cijfers dragen bij aan het eindresultaat. Als docenten die cijfers niet goed bewaren, kan dat problemen opleveren als een visitatiecommissie de faculteit beoordeeld.

Hoofd Onderwijsbureau Paul Ike: ‘De verantwoordelijkheid voor het bewaren van cijfers ligt bij de docent. Er kan een probleem ontstaan als een docent met pensioen gaat of een docent extern is en bij Ruimtelijke Wetenschappen slechts één of enkele vakken komt geven. Er moet dan wel iemand zijn die de resultaten hierna blijft bewaren.’

In het Handboek Docent staat dat de docenten hun cijfers zowel schriftelijk als digitaal mogen bewaren. Vervolgens kan al het becijferde en beoordeelde materiaal na twee jaar vernietigd worden.

Volgens Ike is deze termijn te kort. ‘Omdat er iedere zes jaar visitaties zijn is het verstandiger om bewijsmateriaal ook zo lang te bewaren. De visitatiecommisie onderzoekt onder andere hoe er wordt getoetst, en als je dit niet kan aantonen heb je een probleem.’

Hoewel de regels voor het bewaren van cijfers nog voor het digitale tijdperk werden opgesteld, vindt Ike het niet nodig om nu op een digitaal stelsel over te stappen. ‘Het belangrijkste is dat docenten weten dat van ze wordt verwacht dat ze de cijfers goed bewaren. Daarnaast willen we wel een coördinator die toezicht houdt op het geheel aan cijfers.’

 

 

 

 

13-03-2013