Studenten geneeskunde scoren uitzonderlijk

Maar liefst 93 procent van alle eerstejaars geneeskunde heeft het eerste semester goed afgerond. Dat roept twijfels op bij de faculteitsraad over de kwaliteit van de toetsen van het nieuwe curriculum.

De studenten van het nieuwe bachelorprogramma hebben uitzonderlijk hoog gescoord. Na een half jaar geneeskunde zijn er maar 27 van de bijna vierhonderd eerstejaars die de norm niet hebben gehaald. Van de 27 zijn er 11 gestopt met de studie.

Het slagingspercentage na het eerste semester valt een stuk hoger uit dan in vorige jaren. Uit de meest recente cijfers blijkt dat het rendement in studiejaar 2012/2013 na het eerste semester minder dan 80 procent was.

Dat wekt de indruk dat het nieuwe bachelorprogramma er voor zorgt dat studenten beter gaan scoren. Jan Borleffs, prodecaan onderwijs van het UMCG kan de stijging niet verklaren. ‘Misschien zorgt het cumulatief toetsen ervoor dat studenten constant beter met de stof bezig zijn en daardoor beter scoren’, zei hij tijdens de faculteitsraadsvergadering.

Minder achten

Maar écht beter scoren, dat doen de studenten niet. Want hoewel het slagingspercentage een stuk hoger ligt dan normaal, zijn er ook veel minder studenten die een acht of een negen halen. ‘Er zijn veel meer zessen en zevens dan voorheen’, zegt Borleffs. ‘Uitschieters zijn er amper. Dat betekent waarschijnlijk dat de toetsen als moeilijk werden ervaren.’

Maar daar heeft de Onderwijs- en Onderzoeksraad – zoals de faculteitsraad heet – haar twijfels over. Zij vragen zich af of de kwaliteit van de toetsen niet achteruit is gegaan met de invoering van het nieuwe programma. Het panel dat de toets-kwaliteit controleert, richt zich momenteel nauwelijks op de inhoud van de toetsen. ‘Dat is erg lastig, omdat de leden van die commissie niet altijd de juiste kennis in huis hebben van alle afzonderlijke vakgebieden’, zegt Borleffs.

Norm

Tijdens de vorige raadsvergadering werd duidelijk dat de norm voor de toetsen in het eerste semester 54 procent was. Een student die ruim de helft van de antwoorden goed heeft, slaagt daarmee dus al. Borleffs wil dit percentage echter niet bevestigen.

Volgens de faculteitsraad zou de kwaliteit van de toetsen goed gecontroleerd moeten worden, zeker omdat het om een nieuwe bachelor gaat. Of, zoals een docent uit de personeelsfractie van de raad opmerkt: ‘Tien procent van de geneeskundestudenten is ongeschikt en die zou je er zo snel mogelijk uit moeten filteren. Dan is een slagingspercentage van 93 procent per definitie te hoog.’

De studenten beoordeelden het nieuwe bachelorprogramma tijdens de tussenevaluatie, halverwege het semester, overigens met een 4,9. Nu het semester is afgerond, scoort de opleiding beter. Het programma heeft van studenten een 6,0 gekregen. ‘Daar ben ik erg gelukkig mee’, zegt Borleffs, ‘vooral als je bedenkt dat studenten zelden hoger geven dan een zeven op de evaluaties.’

06-03-2015