Gezamenlijk protest in Briljantstraat

Bewoners in de Groningse wijk Vinkhuizen ruimden zaterdag hun straat op. Met studenten en tegen studenten. Als protest.

De Briljantstraat in Vinkhuizen wordt gedomineerd door mensen met gele hesjes, prikkers en vuilniszakken. ‘Ik wilde eigenlijk wel eens kijken wat ze nou tegen studenten hebben’, zegt student Elco van der Meer lachend, terwijl hij met zijn prikker een stuk plastic van de grond oppikt.

De bewoners van de Briljantstraat ruimen met een aantal studenten de straat op. Een protest, want de studenten die er wonen, maken er een rommel van. De stichting Behoud van de Briljantstraat en Omgeving wil eigenlijk dat er geen student meer bij komt in de straat.

‘Het zit hier vol’, zegt John Peterson, voorzitter van de stichting. Daarom kwam hij, naast de opruimactie, met het ludieke ‘Briljantstraat te koop’.

Huisjesmelkers

Voor de ramen van de huiseigenaren staat een bord Te Koop of hangt een poster, met dezelfde boodschap. ‘We willen een signaal afgeven aan de gemeente. Er geldt hier een 15% norm, die zegt dat hier maar 15 procent studenten mag wonen, maar die norm wordt telkens overschreden. Er zijn nu alweer drie huizen opgekocht door huisjesmelkers, die er studentenhuizen van willen maken. We zien graag dat de gemeente deze huizen terugkoopt, om weer balans te brengen in de wijk.’

De waarde van de huizen in de Briljantstraat is enorm gedaald, zeggen ze. En niet alleen door de crisis: ‘Het is niet aantrekkelijk een huis te kopen in een wijk waar studenten wonen’, meent Peterson. Daarnaast ondervinden de bewoners geluidsoverlast. ‘Die studenten zijn lang niet allemaal slecht, maar ze hebben een ander ritme. Zij leven op hun slaapkamer, wij slapen er’, meent Peterson.

Wies Vos, bewoner van de Briljantstraat, vindt dat de straat verpaupert. ‘Studenten zorgen voor herrie en een slordig aangezicht. Onopgeruimde tuinen, flesjes bier in de heg. Het is hier allemaal heel normaal.’

Niet alle tuinen liggen er even strak bij, maar bierflesjes in heggen ontbreken deze zaterdag. Ook is er geen harde muziek te horen. Zorgen studenten dan echt voor zoveel overlast?

‘Het valt wel mee’, denkt Sean McGrath, die meedeed aan de opruimactie. Student Koert Stamou staat hem hierin bij. ‘Ze lopen een beetje te zeuren. Neem onze buren. We maken wel eens herrie, maar we proberen rekening met ze te houden, rustiger te zijn en de boel op te ruimen, maar volgens hen moet het na tien uur stil zijn.’

Stamou draait de zaak om. ‘Hun kinderen lopen ook wel eens te schreeuwen en te huilen. Maar daar ga ik toch ook niet over lopen zeuren?’

21-04-2013