Groen licht voor bursalenproef

De universiteitsraad heeft unaniem ingestemd met de RUG-plannen voor het experiment met promotiestudenten.

‘Bedankt voor het vertrouwen’, riep Lou de Leij, decaan van de Groningen Graduate Schools en drijvende kracht achter de plannen, donderdagmiddag toen hij de zaal verliet waar de universiteitsraad bijeenkomt. Dat de partijen voor waren was al snel duidelijk, maar pas na een urenlang debat en twee schorsingen waren ze allemaal tevreden.

De Personeelsfractie kwam als eerste met een waslijst aan eisen en maaide daarmee het gras voor de voeten van de anderen partijen weg. De personeelsleden wilden onder meer duidelijkheid over de hoogte van de beurs, de regeling voor ziekte- en zwangerschapsverlof en de mogelijkheid voor de studenten om onderwijservaring op te doen.

Toezeggingen

RUG-voorzitter Sibrand Poppema kon de raadsleden al snel geruststellen. ‘We garanderen dat ze 1700 euro netto krijgen, met of zonder deal met het ministerie van Financiën. De sociale voorzieningen worden geregeld, zo niet linksom dan wel rechtsom. En ja, de promotiestudenten kunnen vrijwillig onderwijservaring op doen, als de faculteit daarvoor de mogelijkheid biedt’, hield hij ze voor.

Met een toename van de werkdruk zal het wel meevallen, aldus Poppema. ‘We worden niet overspoeld door enorme aantallen promotiestudenten. Het is een toename van twintig procent. Internationaal gezien heeft Nederland zelfs een belachelijk laag aantal promotiestudenten.’

Status

En ja, het experiment wordt geëvalueerd, verzekerde hij. Maar eigenlijk is dat niet nodig, zegt Poppema. ‘We hebben dit vijftien jaar lang gedaan en het was op alle gebieden succesvol. Waarom doen we dan toch mee? We hebben de rechtszaak immers gewonnen, dus we konden ook gewoon doorgaan met ons eigen bursalenprogramma. Maar de reden dat we toch meedoen aan dit landelijke experiment, is omdat we de bursalen een wettelijke status willen geven. Doen we dat niet, dan zijn het noch studenten, noch medewerkers.’

En met die toezeggingen konden alle partijen akkoord gaan. En dat is net op tijd, want voor 15 maart moet het plan binnen zijn bij het ministerie van Onderwijs.

25-02-2016