Medewerkers te druk voor RUG-politiek

Personeelsfracties in de universiteitsraad en sommige faculteitsraden hebben problemen met het vullen van de kandidatenlijsten voor de verkiezingen begin mei. Verhoogde werkdruk maakt het moeilijker dan andere jaren.

Woensdag 25 maart moeten de kandidaten bekend zijn. Maar op de lijst van de universiteitsraad staan nog maar tien namen, terwijl er twaalf plekken gevuld moeten worden. Liefst meer, anders valt er niets te kiezen. Personeelsfractielid Jan Visser: ‘De vorige keer hadden we nog zeventien kandidaten.’ En dat terwijl juist nu discussies over democratie aan universiteiten in het hele land oplaaien.

Ook bij Gedrags- en Maatschappijwetenschappen en Wiskunde en Natuurwetenschappen gaat werven moeizaam. Voorzitter van de bètafaculteitsraad Lucia van der Voort: ‘Het werkdrukargument kwam nog nooit zo sterk naar voren. Ik heb wel tien mensen persoonlijk benaderd die daarom nee zeiden. Er zijn ook zittende raadsleden die niet langer in de raad willen, omdat het niet te combineren valt.’

Druk

Toen Karen Voskamp, wetenschappelijk coördinator van twee onderzoeksinstituten, voor de universiteitsraad gevraagd werd, wist ze onmiddellijk: ‘Ik zie niet in hoe ik het moet combineren, hoe belangrijk ik medezeggenschap ook vind. Ik werk full-time en heb het druk. Ik hoor van mensen uit de huidige raad: het kost veel tijd.  Je wordt toch afgerekend op de manier waarop je je reguliere werk doet.’

De werkstress aan de RUG stijgt, ervaren veel medewerkers. Door bezuinigingen hebben docenten niet alleen minder tijd voor hetzelfde onderwijs en onderzoek, maar belandt veel (administratief) werk dat eerst door ondersteunend personeel werd gedaan ook op het bord van docenten. Aan de sociale faculteit werken wetenschappers gemiddeld 6,8 uur per week over.

Docenten met tijdelijke contracten voelen zich opgejaagd om binnen twee jaar genoeg te publiceren en beurzen binnen te halen voor verlenging of uiteindelijk een vaste aanstelling. Visser: ‘Docenten moeten zich hier, net als in Amsterdam, uitspreken dat er een grens is aan wat je van een mens kunt vragen. Er is ook een privéleven.’

Voor veel werknemers kan een raad er dus absoluut niet bij. Voskamp: ‘Ik heb er niet met mijn leidinggevenden over gepraat, maar denk dat zij blij zijn dat ik geen ja heb gezegd.’

Compensatie

Medewerkers in de Universiteitsraad krijgen één dag per week gecompenseerd, net als voorzitters van faculteits- en dienstraden. Leden van de Onderwijs- en Onderzoeksraad van het UMCG, die niet rechtstreeks gekozen, maar getrapt geselecteerd worden uit de Ondernemingsraad en onderdeelcommissies, krijgen vier uur per week vergoeding voor de O&O-raad, naast de vier tot acht uur compensatie vanuit de Ondernemingsraad of onderdeelcommissie.

‘Maar één dag lukt never-nooit-niet’, zegt Visser. ‘Ik ben een halve week kwijt: stukken lezen, vergaderingen en bij reorganisaties praten met veel betrokken medewerkers.’ Volgens anderen valt dat, vooral bij faculteitsraden, mee. Van der Voort: ‘Het hangt er ook vanaf hoeveel werk je er zelf in steekt.’

De meeste faculteits- en dienstraadleden krijgen ongeveer dertig euro vergoeding per vergadering. Personeelsfractielid Casper Albers van de faculteitsraad Gedrags- en Maatschappijwetenschappen: ‘Dat dekt de lading natuurlijk niet.’ Het is een prisoner’s dilemma, zegt hij: ‘Iedereen vindt medezeggenschap belangrijk, maar individueel heeft meedoen weinig meerwaarde. Net als met files: je wilt dat andere automobilisten de auto laten staan, maar zelf blijf je liever doorrijden.’

Tegengas

Maar wat als er niet genoeg medewerkers zijn die zich aanmelden? ‘De democratie wordt uitgehold als die raad niet vol komt’, zegt Visser. ‘Het geluid van het personeel wordt minder gehoord.’ Albers: ‘Het betekent dat het faculteits- en het universiteitsbestuur de vrije hand hebben om te doen wat ze maar willen. Laatst is bijvoorbeeld besloten dat er tentamens op vrijdagavond en zaterdagochtend komen. Veel goedkoper dan ruimte bijbouwen. Dan is tegengas van studenten en personeel belangrijk.’

Visser: ‘Medezeggenschap heeft echt invloed. Het universiteitsbestuur wilde het bindend studieadvies bij de invoering op 60 studiepunten hebben. De raad zei toen: niet verder dan 45.’

Minder personeelsfractieleden betekent ook dat studentenpartijen sterker staan bij stemming. En dat onderwerpen blijven liggen door tijdgebrek. Albers: ‘Dan kunnen we niet zoals vorig jaar een groot onderzoek doen naar werktevredenheid.’

18-03-2015