Niet alle colleges online te volgen

De RUG heeft vorig jaar flink geïnvesteerd om videocolleges mogelijk te maken. Maar dat betekent niet dat alle hoorcolleges binnenkort online te volgen zullen zijn.

Ruim drie ton werd er vorig jaar geïnvesteerd in opnameapparatuur voor collegezalen. In totaal werden vijftien grote onderwijszalen klaargemaakt voor videocolleges.

‘Opnameapparatuur die eenvoudig door docenten aan en uit te zetten is, of indien gewenst ingeroosterd kan worden, zodat de opname automatisch start’, vertelt algemeen directeur Tjeerd Willem Hobma van de ict-afdeling van de universiteit. De opnames worden automatisch klaargezet in Nestor, zodat docenten gemakkelijk de video’s aan studenten beschikbaar kunnen stellen.

Maar dat betekent niet dat alle hoorcolleges binnenkort online te volgen zijn, zegt Hobma. ‘De faculteiten en individuele docenten bepalen zelf het aanbod hiervan.’ En niet elke faculteit of docent ziet heil in videocolleges. Vaak zijn ze bang dat studenten niet meer naar de lessen komen, als ze de colleges ook thuis op hun laptop kunnen kijken.

Veel belangstelling

Onterecht, zegt lijsttrekker Alexander van ’t Hof van studentenpartij SOG. ‘We hebben vorig jaar een grootschalige enquête gehouden onder meerdere faculteiten, daar bleek uit dat het overgrote merendeel van de studenten nog wel naar hoorcolleges gaat en videocolleges gebruikt om gemiste colleges op te vangen of ter verduidelijking tijdens het studeren voor tentamens. De angst die docenten hebben voor lege collegezalen is dus onterecht.’

Onder studenten is veel belangstelling voor online colleges, zegt ook Lijst Calimero. ‘Studenten gebruiken [de videocolleges] tijdens het leren van hun tentamens als ondersteuning bij het leren van de behandelde stof. Maar voor sommige studenten blijft colleges terugkijken slechts een droom die zij tijdens hun gehele studie nooit in vervulling zullen zien gaan.’

De partijen willen graag dat alle colleges online komen en dat er duidelijk beleid komt over wanneer de video’s beschikbaar worden gemaakt. Maar rector magnificus Elmer Sterken is daar nog niet van overtuigd. ‘Automatisch opnemen zonder dat de docent dat weet, daar ben ik niet voor. We moeten opnemen met een doel en dat wordt bepaald door de docent’, zei hij eerder.

Spannend

Sterken richt zich liever op e-learning, de inzet van digitale middelen bij colleges. ‘Daarin past niet het altijd opnemen van videocolleges, maar dat we het gericht gebruiken om studenten voor te bereiden op een college waarin gediscussieerd gaat worden.’

Hobma denkt ook dat de techniek vooral moet worden ingezet om onderwijs spannend en vernieuwend te maken, zodat studenten actief deelnemen aan de colleges. ‘Nieuwe IT-oplossingen maken het ook mogelijk dat studenten vooraf kunnen aangeven welke onderwerpen de docent volgens hen in het college zou moeten behandelen. Zo zijn er ook methoden om studenten tijdens colleges vragen van de docent te laten beantwoorden of te laten stemmen, en deze antwoorden al tijdens het college door de docent te laten behandelen. Zo zie je maar, er zijn tal van oplossingen om het onderwijs kwalitatief beter en aantrekkelijker te maken.’

09-12-2015