‘Onderschat opzetten Yantai-campus niet’

Een campus openen in Azië is meer dan de moeite waard, maar de RUG moet het project niet onderschatten. Dat zeiden bestuurders van de universiteiten van Liverpool en Gent woensdag in een gesprek met het RUG-bestuur.


‘Het is spannend en de moeite waard, maar het kost ook veel tijd. Je loopt herhaaldelijk tegen muren aan, je gaat soms gefrustreerd naar huis. Het is een lang proces met ups en downs, maar het is ook de enige manier voor Europese universiteiten om te overleven. Dit is wat we moeten doen, er is geen andere optie’, begon directeur Kristiaan Versluys van de universiteit van Gent woensdagmiddag zijn presentatie.

Samen met vice-rector Kelvin Everest van de universiteit van Liverpool was Versluys door de universiteit uitgenodigd om te vertellen over zijn ervaringen met het opzetten van een zustercampus in Azië. De universiteitsraad, faculteitsraden en het universiteitsbestuur wilden graag weten wat de RUG allemaal kan tegenkomen als het een vestiging in Yantai begint.

Gent opende in september 2014 een campus in het Koreaanse Songdo, vlakbij de stad Incheon. Liverpool heeft inmiddels tien jaar ervaring met de Xi’an Jiaotong – Liverpool universiteit in de Chinese stad Suzhou. Beide wonden er geen doekjes om: ‘Het is een constante uitdaging. Het is een aaneenschakeling van moeilijkheden.’

Cultuurverschillen

Een van die moeilijkheden is het cultuurverschil. ‘Je werkt in een andere cultuur, met mensen die je niet kent. Je moet je medewerkers volledig vertrouwen’, vertelde Versluys. En je gesprekspartners wisselen snel. ‘De burgemeester waarmee we spraken is er niet meer en het provinciebestuur is inmiddels ingewisseld. En die aardige man van de Korean Free Economic Zone verdween onder duistere omstandigheden nadat hij fraude bleek te hebben gepleegd. Daarnaast wordt er geen informatie overgedragen aan de opvolgers. Dat is soms erg vermoeiend, je moet steeds opnieuw beginnen.’

In China hebben ze een heel ander beeld van wat een contract is, zegt Everest. ‘Ze tekenen het wel. Maar als ze zich er niet aan willen houden, doen ze dat gewoon niet.’ En ook de Chinese wetgeving is lastig om mee te werken. ‘Dat is niet zoals hier. De wet is meer een soort advies. Er gebeuren constant dingen die tegen de wet zijn, maar zolang niemand het een probleem vindt, wordt het geaccepteerd.’

En pas op met de gouden bergen die je worden beloofd, zegt Versluys. ‘We begonnen het eerste jaar met vijftig studenten. We hebben er nu honderd. Het groeit langzaam. Dat is heel anders dan wat we dachten en wat de Koreaanse overheid ons voorhield. Ze zeiden dat we een enorme poel van honderdduizend studenten zouden hebben die allemaal bij ons zouden willen studeren. Maar het bleek heel moeilijk om ouders ervan te overtuigen de veel hogere collegegeldtarieven te betalen voor een instelling die nog niet bestond. Dat bleek lastig.’

Studenten

Verder is het lastig om de juiste studenten te werven. ‘Het is moeilijk om de waarde van hun diploma’s in te schatten’, zegt Versluys. Chinese studenten zijn volgens Everest heel goed in wiskunde, maar heel slecht in Engels. ‘Dat niveau is niet voldoende om je opleiding af te ronden. Je moet ze in het voorbereidend jaar veel Engels bijbrengen.’ En ook daar speelt een cultuurprobleem. ‘Ze zullen in het begin niet met elkaar praten. Ze zullen niet praten met de tutor. En ze zullen geen vragen stellen. Zo zijn ze genetisch geprogrammeerd. Je kunt het voorbereidend jaar ook gebruiken om ze dat te leren.’

Chinese studenten zetten zich flink in. Uitvallers zijn er bijna niet, aldus de vice-rector van Liverpool. ‘Vanwege de vrees voor gezichtsverlies en het verlies van geld. Maar dat brengt ook een ander probleem met zich mee: afkijken. We hebben nu zo’n twintig zaken per maand. Ze zijn ontzettend bang om te falen.’

Je verdient weinig aan een branchcampus, zegt Verlsuys. Maar het is wel goed voor de reputatie van het instituut. ‘De wereld kijkt toe. Falen is daarom geen optie. Ook niet voor de bestuurders en managers die het opzetten. Hadden we het niet gered, dan hadden er koppen gerold.’

Steun

Daarom is het belangrijk dat je medewerkers achter je staan, vinden de twee. ‘En doe het voorzichtig, niet te snel’, waarschuwde Everest. De RUG wil de campus in Yantai in twee jaar tijd opzetten. Liverpool deed er drie jaar over en Gent vijf. Versluys: ‘We hebben het rustig aan gedaan. We namen de tijd. Het tempo waarmee jullie voorzitter het erdoorheen jaagt, is opmerkelijk.’

Het zal niet gemakkelijk worden om vanuit het niets een onderzoeksuniversiteit op te zetten, denkt Everest. ‘Als private universiteit, en dat is wat de Yantai-campus zal worden, krijg je geen enkele cent van de overheid voor onderzoek. Je kunt het alleen krijgen via je partneruniversiteit, maar die staat niet te springen om je dat te geven. Je kunt wel geld vragen van het bedrijfsleven, en waarschijnlijk wil de gemeente ook wel bijspringen omdat ze willen dat het project slaagt.’

Je moet daarom een goed idee hebben van wat je wilt doen in Azië, maar niet vast blijven houden aan een bepaald beeld. Everest: ‘Je moet flexibel en creatief zijn. En het moet kloppen, zowel aan de Groningse zijde als in Yantai. Anders werkt het niet.’

Handige connecties

De vice-rector van Liverpool had nog wel wat bemoedigende woorden. Zijn campus is in tien jaar tijd enorm gegroeid, naar zo’n 7500 studenten en 950 medewerkers. Veel jonge wetenschappers vinden daardoor werk.

En van omkooppraktijken of ongewenste invloeden merkt hij niets. ‘De Communistische Partij bemoeit zich nergens mee. En corruptie ben ik nog niet tegengekomen. Maar het helpt wel als je een aantal alumni op strategische plekken hebt. Je krijgt in China niets gedaan, op geen enkel niveau, als je niet iemand kent die je gunstig gezind is.’

21-01-2016