Studenten zijn blij met hun mentor

Studenten voelen zich meer thuis in hun opleiding door de studiesuccesgroepen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. Maar ze zien er niet altijd het nut van in.

De studiesuccesgroepen zijn nu zo’n vijf jaar oud. Ze waren een van de maatregelen waarmee de destijds bedroevende rendementen van de faculteit moesten worden opgekrikt.

‘We plaatsen zo’n vijftien eerstejaars bijelkaar in zo’n groep’, vertelt onderwijsdirecteur Kees Praagman. ‘Zodat ze meer binding krijgen met de opleidingen. Een soort huiskamergevoel.’

Niet alleen

De studententen krijgen een student-mentor toegewezen, komen regelmatig bijelkaar en zien elkaar ook weer bij werkgroepen en practica. Ook krijgen ze een docent-tutor bij wie ze kunnen aankloppen als het met de studie minder goedgaat.

Over het mentoraat zijn de studenten erg enthousiast. ‘Je hebt het gevoel dat je er niet alleen voorstaat’, merkt een student op bij zijn evaluatie. Of: ‘De studiesuccesgroep helpt me mijn weg te vinden en te wennen aan de eisen die de universitaire studie aan me stelt.’

Kritisch

Toch zijn er ook kritische geluiden. Inhoudelijk vinden studenten de bijeenkomsten namelijk niet zo zinnig. Ook is de tevredenheid over de docent-tutor erg wisselend.

Praagman wil daarom met de resultaten aan de slag. De inhoudelijke invulling kan beter. ‘En misschien moeten we minder bijeenkomsten plannen en meer in het begin van het jaar’, overweegt hij. ‘Dan hebben studenten er het meeste behoefte aan en worden de bijeenkomsten ook beter bezocht.’

Ook moeten docenten beter voorbereid worden op het tutoraat. ‘Een tutor is heel nuttig als het minder goed gaat met de studie. Maar alleen als er goed contact gelegd is met de docent toen het nog wél goed ging.’

 

10-06-2013