Universiteiten kunnen niet zonder tijdelijke contracten

Minister Lodewijk Asscher wil dat werknemers eerder aanspraak kunnen maken op een vast contract. Maar daarmee raken universiteiten in de problemen.

De minister wil het oneigenlijk gebruik van tijdelijke contracten aanpakken. Om te voorkomen dat werknemers te lang en tegen hun zin met opeenvolgende tijdelijke contracten voor dezelfde werkgever werken, stelt hij daarom voor dat werknemers met een tijdelijk contract niet pas na drie jaar, maar al na twee jaar aanspraak kunnen maken op een vaste baan. Maar dat zien de universiteiten niet zitten.

Die zijn namelijk voor een groot deel afhankelijk van tijdelijke dienstverbanden, schrijven ze in een brandbrief aan de Tweede Kamer, dat binnenkort over het wetsvoorstel debatteert. Vrijwel alle promovendi, postdocs en de helft van de docenten heeft namelijk een tijdelijk contract.

Problemen

Promovendi krijgen vier jaar tijd voor hun promotie. Maar in de praktijk blijkt maar tien procent die deadline te halen. De meeste doen er een jaar extra over. Voor de universiteiten wordt het daarom problematisch als al die promovendi een vast contract moeten krijgen. ‘Er is dus noodzaak om het dienstverband met een promovendus na vier jaar nogmaals te kunnen verlengen zonder dat een vast dienstverband ontstaat’, schrijven ze.

Lab, promovendi

Hetzelfde geldt voor post-docs, die worden ingezet bij onderzoeken die doorgaans voor vier jaar gefinancierd worden, maar waarvan een deel de deadline niet haalt. ‘Het wetsvoorstel beperkt echter de mogelijkheid om bij een cao bepaalde dienstverbanden uit te zonderen bij het behalen van de maximale duur van vier jaar. Dat levert problemen op.’ De universiteiten willen daarom dat de situatie blijft zoals die is.

‘Verschraling en uitholling’

Volgens de VAWO, vakbond voor de wetenschap, is het stijgende aantal tijdelijke contracten bij universiteiten juist zorgelijk. Het leidt tot ‘verschraling, uitholling en een toegenomen werkdruk’ oordeelde de vakbond in september. ‘Het vormt een bedreiging voor de continuïteit van onderwijs- en onderzoeksprogramma’s. Deze kernactiviteiten van de universiteiten zouden primair uitgevoerd moeten worden door medewerkers in vaste dienst.’

13-02-2014