U-raad tegen herbenoeming college van bestuur

De universiteitsraad is tegen de tussentijdse herbenoeming van twee van de drie leden van het college van bestuur van de RUG. Ze vinden die voorbarig.

‘Het gaat ons niet om de personen, maar we zien niet in waarom ze op dit moment tussentijds moesten worden benoemd’, vindt voorzitter Bart Beijer, van de personeelsfractie.

Gisteren werd bekend dat de Raad van Toezicht het volledige college voor een nieuwe termijn heeft benoemd. Voor rector magnificus Elmer Sterken was die herbenoeming vereist. Hij zit aan het eind van zijn termijn. Maar voor zijn collega’s, collegevoorzitter Sibrand Poppema en vicevoorzitter Jan de Jeu, gold dat niet.

Geen aanleiding

Volgens voorzitter Tjibbe Joustra heeft de Raad van Toezicht daarvoor gekozen ‘vanwege de stabiliteit en continuiteit van het bestuur van de universiteit’. Maar de u-raad is het daar niet mee eens.

Beijer: ‘Er zijn altijd wel dingen die spelen, er zijn altijd strategische plannen die gemaakt moeten worden, er zijn altijd operaties die afgerond moeten worden. Daarin zien wij geen aanleiding voor een tussentijdse benoeming.’

Scherp houden

Al voor de zomer vroeg de Raad van Toezicht advies aan de u-raad. Dat advies was unaniem, zegt voorzitter Hilly Mast. ‘Wij hadden zowel Sibrand Poppema als Jan de Jeu over twee jaar graag willen beoordelen voor een herbenoeming. Dat is belangrijk als je het hebt over kwaliteit van het bestuur. Je moet bestuurders scherp houden en dan is het niet handig dat je ze alle ruimte geeft voor heel veel jaren.’

Ze vindt het bovendien bezwaarlijk dat de collegeleden nu snel achter elkaar zullen uitstromen. Sibrand Poppema is benoemd tot oktober 2018, Elmer Sterken tot maart 2019 en Jan de Jeu tot 1 januari 2020.

Boekje niet te buiten

‘Je mag hopen dat serieus naar onze argumenten is gekeken’, zegt Bart Beijer, ‘maar dat de Raad van Toezicht het advies van de voltallige u-raad naast zich neer heeft gelegd, is toch op z’n zachtst gezegd zeer opmerkelijk.’

Wel heeft de Raad van Toezicht beloofd dat het college vaker aan een evaluatie zal worden onderwerpen. De u-raad wordt daarbij betrokken.

De raad onderneemt  geen actie. Beijer: ‘De Raad van Toezicht is haar boekje niet te buiten gegaan, dus heeft actie niet veel zin. We zullen het college morgen gewoon feliciteren tijdens de u-raadsvergadering.’

UPDATE

‘Ook studentenpartijen van de universiteitsraad SOG en Lijst Calimero waren het oneens met de tussentijdse herbenoeming’, vult Veerle Brink, vorig seizoen fractievoorzitter van de SOG, aan. ‘Er is lang geleden bepaald dat de zittingstermijn van een collegelid vier jaar is. Zo moeten de collegeleden zich om de vier jaar verantwoorden over de afgelopen tijd en een blik werpen op de komende vier jaar. Dit verantwoorden doen zij voornamelijk naar de Raad van Toezicht, maar de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) heeft hier ook een rol voor de universiteitsraad voorzien.’

Nu ervoor is gekozen om van de richtlijnen af te wijken en voor een periode van zes jaar te benoemen, kan de u-raad over twee jaar geen afweging meer maken over het al dan niet uitspreken van vertrouwen in de collegeleden. In het geval dat het vertrouwen dan ontbreekt, is er geen aangrijpingspunt om dit in een officieel oordeel mee te nemen. Dit vindt de studentgeleding een kwalijke zaak.  ‘Wij sluiten ons aan bij de opmerking van de heer Beijer: het feit dat de RvT het advies van de gehele universiteitsraad naast zich neerlegt is op z’n zachtst gezegd opmerkelijk.’

 

 

 

 

24-09-2014