De universiteit had eigenlijk begin dit jaar willen overstappen op Google Apps. Het gebruik van Gmail en Google Agenda is namelijk een stuk goedkoper dan het zelf ontwikkelen en bijhouden van software. Een besparing van vier ton per jaar. Maar met die besparing, geven studenten en medewerkers ook een groot deel van hun privacy op. En dat zien een aantal faculteiten niet zitten.

‘De argwaan tegen het opslaan van gevoelige gegevens bij een externe partij kon niet worden weggenomen’, legt projectleider Sander Liemberg in een e-mail aan secretariaatsmedewerkers uit.

Onze e-mails, documenten en onderzoeksdata zijn niet veilig als ze op de servers van Google worden opgeslagen, concludeerde de juridische dienst van de RUG al eerder. De RUG-juristen bekeken rapporten van het College bescherming persoonsgegevens (CBP) en het Instituut voor Informatierecht van de Universiteit van Amsterdam (IVIR). De conclusie: de FBI kijkt waarschijnlijk mee.

De USA Patriot Act, een middel in de strijd tegen terrorisme, verplicht Amerikaanse bedrijven de overheid namelijk toegang te geven tot informatie. Daar komt nog bij dat Google zich niet houdt aan Europese privacyregels, volgens het CBP en andere Europese privacywaakhonden.

De RUG dacht het probleem te kunnen omzeilen, door gevoelige informatie te versleutelen. Maar, zo laat Liemberg weten, ‘onze wapens als encryptie bieden niet het verwachte soelaas’. De universiteit gaat daarom op zoek naar een volwaardig alternatief voor groepen die niet met Gmail willen werken.

Dat kost echter tijd. Daar komt nog bij dat het Centrum voor Informatie Technologie (CIT) door vertraging van de RUG-pas, de pas die wordt ingevoerd voor onder andere de koffieautomaten, te maken krijgt met verschillende projecten die worden verschoven. Met als gevolg dat de afdelingen het te druk krijgen.

Het zal daardoor nog zeker tot het begin van de zomer duren voordat de studenten over kunnen stappen op Google Apps. Medewerkers volgen tegen de winter. Maar of dat ook gaat lukken, is nog niet zeker.