Aanranding en erger

Survey reveals ‘troubling’ sexual assault climate at Harvard’, kopte Harvards universiteitsblad eind september. De commotie was groot. Uit een landelijke enquête onder 27 universiteiten was gebleken dat bijna een derde van de vrouwelijke senior undergraduates (bachelorstudenten in hun laatste jaar) op Harvard wel eens te maken heeft gehad met aanranding of seksueel misbruik.

Bij de helft van deze gevallen ging het zelfs om daadwerkelijke (pogingen tot) penetratie. De andere helft bevatte alles in de categorie van grijpen, knijpen, kussen en betasten. Dit zou op zich al reden tot onrust zijn, maar nog choquerender was dat Harvard op al deze onderdelen slechter scoorde dan het landelijke gemiddelde. Ook binnen Boston staat Harvard bovenaan de lijst met de meeste meldingen per ingeschreven student.

De uitslag gooide olie op een vuur dat al meer dan een jaar brandt. Na de invoering van nieuwe landelijke wetgeving rondom seksuele vergrijpen presenteerde Harvard afgelopen zomer een geheel herzien beleid. Zo is er nu een aparte instantie met professionele hulpverleners die klachten behandelt en onderzoekt. Gek genoeg wordt in alle berichtgeving niet over de politie gerept. De universiteit onderzoekt de klachten zelf. Dit gebeurt wel door deskundigen op dit gebied, maar niet door een onafhankelijke instantie. Stel dat het om een klacht tegen een docent gaat, dan dringt zich toch wel erg het beeld op van de slager die zijn eigen vlees keurt.

Billenknijpers

Ook binnen Harvard is er kritiek op het nieuwe beleid. Studenten vinden het juist niet ver genoeg gaan, terwijl 28 hoogleraren rechten hebben gewaarschuwd dat de rechten van mogelijke daders geschonden worden. Ze krijgen niet de kans om de aanklachten tegen hen in te zien of hun verweer te doen. Een eerlijk proces zou daarom bij voorbaat uitgesloten zijn. Dat veranderingen nodig waren, ontkent daarentegen niemand. In het verleden werd vaak niet adequaat omgegaan met meldingen. Bijna 80 procent van de studenten gaf dan ook aan geen melding te hebben gemaakt, vaak omdat ze dachten dat wat hun was overkomen niet erg genoeg was.

De resultaten doen me denken aan het klimaat op straat. Ik heb me al vaker erover verbaasd hoe makkelijk vrouwen hier op straat worden lastiggevallen. Er zijn regelmatig meldingen van ‘billenknijpers’ en het schijnt doodgewoon te zijn om vrouwen vanuit de auto na te roepen. Als je ’s avonds alleen op pad bent, kan dat behoorlijk onveilig aanvoelen. Maar ook al schijnt de zon, geen vrouw is daarvan gediend.

‘Walgelijk om te zien’

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat er een link bestaat tussen dit gedrag en de nogal krampachtige en preutse Amerikaanse omgang met seksualiteit of überhaupt het naakte lichaam. Er zijn bijvoorbeeld vrouwen die klagen als (vrouwelijke!) medesporters zich in de sportschool geheel uitkleden om te gaan douchen. Als ze zo nodig naakt moeten, ‘doe dat dan alsjeblieft achter het douchegordijn, want ik vind dat walgelijk om te zien’, valt er in reviews te lezen.

We kennen allemaal wel voorbeelden van beelden die niet getoond mochten worden, omdat er een tepel of billenspleet te zien zou kunnen zijn. Het gaat te ver om de uitkomst van de enquête hieraan toe te schrijven, maar krampachtige omgang met seksualiteit heeft nog nooit geholpen, laat staan aanranding of erger voorkomen. Maar misschien is het te veel gevraagd een universiteit hier ook nog beleid op te laten maken. Hoewel voor sommige mannen een cursus ‘hoe respectvol om te gaan met een vrouw die ik aantrekkelijk vind’ niet zou misstaan, is dit misschien eerder een opdracht voor de samenleving dan voor een universiteit.

16-10-2015