Ouderavond

Het was me kennelijk ontgaan, maar Gedrags- en Maatschappijwetenschappen organiseert sinds enige jaren ouderavonden. Ik kwam er achter omdat ik gevraagd werd om een ‘college’ voor de ouders van onze eerstejaarsstudenten Psychologie te verzorgen. Zeg dan maar eens nee.

Er kwamen zo’n 150 ouders op af, wat mij veel leek, maar ik vond de hele situatie vooral een beetje ironisch. Voor mijn generatie was de voornaamste reden om te gaan studeren misschien wel dat wij ons op die manier doeltreffend aan het gezinsleven in het algemeen en de ouderlijke controle in het bijzonder konden onttrekken. Groots en meeslepend wilden wij leven en thuis zou dat niet gaan.

Er viel dan ook heel wat te winnen: de luxe van een eigen kamer (ik sliep met vijf broers in een bedompte bedstee), de geneugten van het studentenleven (bij ons werd alleen op zondag na de kerkgang witte vermouth met ijs gedronken; gekker dan dat werd het niet) en zelfstandigheid in de ruimste zin van het woord (bedenk zelf maar wat).

De gedachte dat onze ouders het in hun hoofd zouden halen om een ouderavond te gaan bezoeken, zou ons niet alleen ernstig in verlegenheid hebben gebracht, we zouden er ook alles aan hebben gedaan om het te verijdelen, desnoods tot een bezetting van het Academiegebouw aan toe.

Maar goed, dat ligt nu anders. De meeste kinderen mogen thuis zoveel dat er amper nog een reden is om op kamers te gaan. Als je op stap gaat, kom je thuis wanneer je wilt, de kast staat vol met drank, je draait de CDs van je vader en als je zoveelste vriendin blijft slapen, legt je moeder subtiel condooms in de smaken perzik, abrikoos en aardbei onder je kussen (handige tip voor moeders: je kunt een regular ook even door de Karvan Cévitam halen). Nogal wiedes dat studeren niet echt een ‘uitdaging’ meer is.

Toen ik aan het begin van de avond de zaal eens rond keek, zag ik aan alles dat de ouders er zin in hadden. Ze leken oprecht geïnteresseerd, lachten om mijn grapjes en na afloop zei een dame dat ze nog wel úuuuren (zo zei ze het, om te onderstrepen dat ze het echt meende) naar me had kunnen luisteren. Ze kon niet wachten om haar dochter te vertellen hoe leuk ze het had gevonden.

Daarna ging ik maar naar huis. ‘Hoe was het’, vroeg mijn vrouw. Ik begon te vertellen over de dame die wel uren naar me kon luisteren, maar ze zat al weer in haar tv-programma.

Nu maar hopen dat ze me voor de volgende ouderavond weer vragen. Misschien is het zelfs wel een idee om voortaan alle colleges voor de ouders open te stellen. Die vertellen de behandelde stof dan wel door aan hun kinderen.

 

 

 

 

 

 

 

 

07-11-2014