Verknipt

‘Hoe is dat nou, om twee ouders te hebben die beiden psycholoog zijn’, vroeg laatst iemand aan onze jongens. ‘O, dat valt best mee’, reageerde de oudste diplomatiek, maar ik merkte wel dat hij niet de behoefte had diep op het onderwerp in te gaan. Hij loopt er ook niet mee te koop.

Zo vertelde een juf van de basisschool eens dat hij in het kringgesprek (ouders, pas op voor het kringgesprek!) op de vraag wat zijn ouders deden, had geantwoord: ‘Mijn vader is boer en mijn moeder doet iets met computers.’

Ik kon daar wel mee leven, want boer heb ik altijd willen worden, maar wat mijn vrouw dan precies met computers doet, daar zijn we nooit achter gekomen.

De jongste gaf ronduit toe dat hij het lastig vond: ‘Jij ziet alles’, zei hij kijkend naar zijn moeder. ‘Dan kom ik thuis en dan zeg jij: “Volgens mij heb je weer een vriendinnetje” en dan denk ik, hoe ziet ze dat!’, legde hij uit. Ik wilde al opgelucht adem halen, want ik zie nooit iets (ik ben een psycholoog van niks). Maar toen ging hij verder: ‘En jij weet alles. Dan wil ik eens iets nieuws vertellen, maar dan weet jij het al en dan kun je er altijd ook nog iets meer over vertellen’, en mijn vrouw viel hem net iets te enthousiast bij, blij natuurlijk dat het niet meer over haar ging: ‘Ja, jij hebt altijd alles al gelezen’.

Kortom, psychologenouders, ze vallen best mee, maar niet altijd.

De jongens reageerden daarentegen erg enthousiast toen mijn vrouw na de zomer het plan opvatte om een kapperscursus te volgen. Ze was al dat gepraat over de problemen van anderen soms beu en wilde wel eens iets met haar handen doen. Volgens eigen zeggen had ze best aanleg voor knippen. Maar ik weet het niet. Ze heeft ooit een naaicursus geprobeerd en een kinderbroekje in elkaar gefrutseld, waar een Koerdische vluchteling nog niet de grens mee over zou durven. Daarna brak haar naald en nu staat de naaimachine al jaren op zolder.

Inmiddels is ze al twee keer naar de kapperscursus geweest. Als ze er klaar mee is, is het best mogelijk dat ze straks de hoogstopgeleide kapster van Noord-Nederland is: doctorandus, Psycholoog-NIP, GZ-psycholoog, BIG-geregistreerd en wat al niet.

‘Wacht maar tot de crisis ons ook in de portemonnee raakt, dan kan ik tenminste iets’, zei ze een beetje dreigend. Ja, Psycholoog-KNIP, dat kan niet iedereen achter zijn naam zetten, probeerde ik in een poging er de grap maar van in te zien, maar ondertussen zat ik in mijn hoofd al te berekenen hoeveel knipbeurten er nodig waren om het cursusgeld terug te verdienen.

Nu behelpt ze zich nog met een knippop, maar straks heeft ze ‘levende modellen’ nodig. Voor de zekerheid ben ik snel naar mijn eigen kapper gegaan. Ik voel er niet voor om verknipt door het leven te gaan.

De jongens zien het echter wel zitten. ‘Kun je me elke twee weken knippen’, meent de jongste, die als het om zijn haar gaat, qua ijdelheid Ronaldo naar de kroon steekt. Hij maakt ook al vast reclame bij zijn vriendjes.

Hierna ga ik een timmermanscursus doen, zei mijn vrouw, toen ik belangstellend vroeg hoe het kappersvak haar beviel. Daar schrok ik van. Zou ze heimelijk al plannen maken om onze boerderij te verbouwen tot een kapsalon?

Voor de zekerheid heb ik alvast zaag en hamer op zolder verstopt.

 

 

 

 

 

 

 

26-09-2014