EU doet aan struisvogelpolitiek met Erasmus

Het Erasmusprogramma van de EU worstelt met tekorten. Betalingen aan universiteiten worden steeds verder doorgeschoven. En dat is ernstig. Want het is essentieel voor studentenmobiliteit en internationale samenwerking, zegt Ann Verplancke.

Stel je eens 11,2 miljard euro voor. Dat zijn ácht nullen. Bijna het bruto binnenlands product van landen als IJsland, Senegal of Congo. De grootte van 11.200.000.000 euro is het gat in de Europese begroting van 2013. Een fluitje van een cent.

De Europese Commissie in Brussel zegt ruim 11,2 miljard euros extra nodig te hebben van de lidstaten om alle rekeningen te kunnen betalen. ‘Dit kan niet als een verrassing komen’, stelde de Poolse Commissaris Janusz Lewandowski (Begroting). Hij sprak over een sneeuwbaleffect, waarbij rekeningen naar het volgende jaar worden geschoven om de begrotingen krapper op te kunnen stellen. Hij beschuldigt de lidstaten die minder geld naar Brussel willen overmaken van ‘struisvogelpolitiek’. De eurocommissaris was zeer duidelijk: ‘De betalingen zullen niet verdwijnen door ze op de lange baan te schuiven’.

Begrotingsgat

Vorig jaar bedroeg het gat in de begroting bijna 9 miljard. Na talrijke discussies waren de lidstaten uiteindelijk bereid bijna 6 miljard bij te passen. Onder druk van o.a. Groot Brittannië en Nederland is de begroting van 132,8 miljard met 4 miljard verminderd.

Van dit extra geld gaat echter geen cent naar de Europese instellingen. Wél naar de EU-gesteunde projecten van 2012 die nog betaald moeten worden. 126 miljoen is bijvoorbeeld nodig voor Erasmus en het ‘Lifelong learning’ programma.

Schuiven we de betalingen nog verder door, waarschuwt de Europese Commissie in een persbericht, dan kan het gebeuren dat universiteiten en hogescholen het aantal Erasmusplaatsen of de beurzen hiervoor terugbrengen. Dit zou betekenen dat minder kansrijke doelgroepen niet meer kunnen deelnemen aan de uitwisselingsprojecten.

Door de crisis is de koopkracht van de doorsnee student uit de Europese Unie al gedaald. De Spaanse regering schrapte vorig jaar al de ‘Seneca’ studiebeurzen (dit zijn studentenuitwisselingen binnen het land, bijna zo populair als Erasmus). Dit in een land waar ruim de helft van de jongeren werkloos is. Keren wij terug naar de tijden toen alleen de rijke jongeren konden studeren? Wordt het een EU van rijken en armen? Van Noord en Zuid?

Nippertje

Het is niet het eerste tekort in de begroting van Erasmus. In december 2012 bereikten de lidstaten en het EU-Parlement op de valreep een akkoord om een financieringscrisis af te wenden. Er moest 180 miljoen aangezuiverd worden. Meer dan 231.000 studenten waren op dat moment op uitwisseling.

Toen werd de crisis op het nippertje bezworen. Maar wat als de betalingen elk jaar opgeschoven worden, zoals Janusz Lewandowski uitlegt? Wat kunnen we volgend jaar verwachten? En het jaar daarna?

Het Erasmus programma bestaat al 26 jaar, maar studenten zijn al sinds de middeleeuwen mobiel. De Nederlandse humanist Desiderius Erasmus gaf niet voor niets zijn naam aan het programma. Het acroniem ‘European Community Action Scheme for the Mobility Students’ werd geïnspireerd door Erasmus, die in zijn tijd (de vijftiende eeuw) meerdere universiteiten bezocht. Maar toen kon dat alleen voor mensen die tot een bepaalde sociale klasse behoorden. Hopelijk blijft dat verleden tijd.

Als we verder in de richting willen van Europese mobiliteit, studentenuitwisseling en coöperatie, dan is er maar één oplossing: meer Europa. En dat betekent meer en (sneller) betalen. Het klinkt niet leuk, maar Brussel moet op lange termijn denken.

Ann Verplancke is ex-Erasmusstudente en oud-studente journalistiek 

 

 

25-04-2013