Het gaat om meer dan studieresultaten

Universiteiten kijken veel te veel naar studiepunten en niet naar ambitie en creativiteit van een student. Zegt Anna Noorda. Toen zij een baan kreeg als redacteur van een uitgeverij, werd hoon van haar docent haar deel. Hij wees haar naar Albert Heijn.

Is studeren nog wel handig in deze tijd? Een vraag waar de NRC van afgelopen weekend antwoord op probeert te geven. Ze laten chagrijnige afgestudeerden aan het woord die na het afronden van hun ‘droge’ studies erachter komen dat de arbeidsmarkt niet op ze zit te wachten. Tegenwoordig krijgt nog maar 15 procent van de afgestudeerden een baan. Een troosteloos uitzicht voor hen die de komende twee jaar afstuderen. Of, juist een wake up call. Niet alleen voor de student, maar juist voor de universiteit.

Want, waar staat een universiteit eigenlijk voor? ‘Het verbreden van je kennis’, behoort tot de veelvuldig terugkomende argumentatie wanneer men probeert uit te leggen waarom studeren op de universiteit juist zo distinctief anders is dan studeren aan een hogeschool, bijvoorbeeld. Maar kennelijk is dat verbreden van je kennis geenszins in lijn met het volgen van je ambitie.

Geen broedplaats voor ambitie

Wat mij al snel opviel toen ik in Groningen studeerde, was dat de RUG geen broedplek is voor ambitieus talent. De letterenfaculteit was en is vrij standvastig in het promoten van haar eigen creatieve initiatieven als theatervoorstellingen, lezingen en exposities. Maar creatieve talenten die ambitieus en enthousiast zijn over alles buiten de universiteit, worden nauwelijks getolereerd.

Ambitieus, creatief, het zijn vage begrippen, dat moet ik toegeven. Ambitieus is vaak een vergeten woord onder studenten, enthousiasme een misplaatst woord en creatief een verbannen woord. Dit baseer ik natuurlijk volledig op mijn eigen ervaringen binnen de universitaire wereld, die wat mij betreft wel een schop onder haar reet kan gebruiken.

Toen ik een jaar voor mijn afstuderen besloot een nog ongevuld semester te vullen met een stage bij een commerciële non-fictieuitgeverij in Amsterdam, kon ik  in de ogen van mijn studieadviseur destijds niet lager zinken. Ik was zeker niet zijn oogappeltje – ik ben van de zesjescultuur – en dus kwam het nieuws dat ik Groningen zou verruilen voor iets wat wellicht studievertraging zou opleveren als een rotte appel op zijn bordje terecht. Zijn tegenargument was vrij opmerkelijk: ‘Waarom ga je niet een halfjaartje bij de Albert Heijn werken en daarna je studie afmaken. Dan zie je daarna wel weer verder, Anna.’

Perplex

Ik stond perplex. Niet alleen vanwege zijn onwetendheid: ik zou namelijk nooit meer als 22-jarige een supermarktbaantje kunnen krijgen, maar vooral vanwege zijn desinteresse voor mijn ambitieuze carrièreplannen. Zijn student kreeg een stage aangeboden bij een goed aangeschreven uitgeverij. Haar droom, haar kans, schoot-ie binnen twee  minuten af met een nietszeggend argument.

Mijn keuze stond vast en dus liet ik merken dat ik schijt had aan zijn mening en verhuisde naar de Randstad. Dat ik mijn stage afrondde met een 9 en nu een jaar later werk als hoofdredacteur bij dezelfde uitgeverij doet hem waarschijnlijk niets. Anders had ik namelijk wel iets erover gehoord.

Het trieste is wel, dat als ik op academisch gebied iets zou hebben bereikt, hij (en veel van mijn oud-docenten met hem) hier vast mee had lopen pronken. Maar een student die haar toekomst vindt in de non-academische wereld, (de échte arbeidsmarkt, dames en heren) is schadelijk voor het imago van de universiteit.

Eindeloos gestudeer

Natuurlijk is het goed om een basis te hebben. Universitair of niet, een diploma geeft je een zekere houvast. Maar dan moet dat diploma wel zinvol zijn. En een diploma is meer dan alleen studiepunten en cijfers,  een diploma is een papiertje waarmee jij kunt laten zien dat je na enkele jaren studeren jezelf ontwikkeld  hebt op een manier waar jij tevreden over bent. Het in zo kort mogelijke tijd behalen van je studie, zonder je verder te verdiepen in ambities en idealen, staat haaks op de veranderende arbeidsmarkt.

Dat eindeloze gestudeer, op aanraden van onze studieadviseurs die daar hoog en droog op hun suffe kamertje zitten voor de rest van hun eigen ‘carrière’,  zal ervoor zorgen dat je zult afstuderen met een diploma waar je waarschijnlijk met veel twijfels naar kijkt wanneer je je eerste sollicitatiebrief tikt.

Studeren doe je voor jezelf

Zaak is dus, dat universiteiten meer gaan nadenken over de toekomst van de studenten in plaats van de toekomst van de universiteit zelf. Laat ze eens grondig kijken naar al die creatieve, ambitieuze studenten die met hun laptopjes braaf hun droge essays over nutteloze onderwerpen aan het schrijven zijn. Kijk eens naar al die studenten die bijbaantjes hebben op festivals als Noorderzon of Noorderslag. Kijk eens naar de studenten, in plaats van hun resultaten. Wees betrokken.  Wat wil een student? Waar zijn ze goed in? Waar liggen de kansen voor een student op die arbeidsmarkt?

Luisteren, adviseren, enthousiasmeren en aansporen tot het hebben van ambitie; taken van een studieadviseur anno 2014 die vooralsnog veel te vaak draaien om het in de gaten houden van studieresultaten.  Zonde. Want voordat je het weet, zijn ze afgestudeerd en werken ze als hoofdredacteur van een uitgeverij en zullen ze met grote teleurstelling terugkijken op hun studietijd. Het credo: studeren doe je voor jezelf is kennelijk misplaatst, we studeren immers voor de universiteit en haar imago. En laat dát nou net ongelooflijk suf zijn.

Anna Noorda is redacteur bij uitgeverij Bertram + De Leeuw.

27-01-2014