Opkomst verkiezingen: ‘Beter wordt het niet’

De opkomst bij de studentenverkiezingen was weer bedroevend. Studenten stemmen nauwelijks. En er is niets wat we daaraan kunnen veranderen.

Misschien was het de regen, misschien lag het aan het gebrek aan landelijk onderwijsnieuws of misschien weten studenten gewoon niet wat de universiteitsraad is. Feit is in elk geval dat de opkomst weer tegenviel, deze keer nog meer dan voorgaande jaren. Neemt gewoonlijk zo’n 30 procent van de studenten de moeite om hun stem uit te brengen op een studentenpartij, dit jaar bleef de teller steken op 27,9 procent.

En dan doet Groningen het nog relatief goed. In Tilburg gaat zelfs 50 procent naar de stembus en in Delft brengt 40 procent van de studenten hun stem uit. Maar dat zijn de uitzonderingen. Bij de rest is het dramatisch: in Leiden, Rotterdam en Utrecht komen ze niet boven de 20 procent uit. Bij de Vrije Universiteit zijn de verkiezingen voor de centrale studentenraad dit jaar zelfs afgeblazen door een gebrek aan kandidaten.

uraad-bewerkt

‘Het maakt niet uit’

‘Dus wat dat betreft doen we het niet slecht. In steden waar ze hoog van de toren blazen over democratie komen nog minder mensen opdagen’, zegt fractievoorzitter Bart Beijer van de Personeelsfractie.

Maar ook hij moet erkennen dat de opkomst verre van ideaal is. ‘Kennelijk wordt het belang niet goed gezien. Misschien hebben studenten het idee dat het toch allemaal niet uitmaakt. Dat de partijen één pot nat zijn’, denkt hij. Politicoloog Simon Otjes verbaast het in elk geval niets. ‘Over het algemeen is de opkomst laag bij verkiezingen voor organen waarvan mensen niet precies weten wat ze doen. Mensen stemmen pas als ze denken dat ze iets kunnen veranderen’, zegt hij.

‘Mensen weten niet wat de faculteitsraden en universiteitsraad doen’, beaamt Mathieu Paapst van de Wetenschapsfractie. ‘Dat is een probleem dat zich niet alleen hier voordoet, maar ook bij het Europees Parlement en de waterschapsverkiezingen. En een groot deel van de mensen is ook gewoon niet geïnteresseerd. Ze denken: ‘Het gaat toch prima?’ Zolang het niet de spuigaten uitloopt, is iedereen tevreden en hoor je ze niet.’

Verschillen

De betrokkenheid van de studenten verschilt sterk per faculteit. Vooral de kleine faculteiten scoren goed. Bij godgeleerdheid stemde 36,4 procent, bij wijsbegeerte 30,3 procent en bij rechten 31 procent van de studenten. Gedrags- & maatschappijwetenschappen deed het ook goed met 33,3 procent. Maar de grote faculteiten doen het een stuk minder. Bij wiskunde & natuurwetenschappen bleef de teller op 20,7 procent steken en bij economie & bedrijfskunde heeft maar 18,8 procent gestemd.

Traditionele verkiezingen werken alleen als ze voldoen aan drie punten, zegt Otjes. ‘Stemmen studenten op basis van een programma? Of zijn persoonlijke contacten misschien belangrijker voor waar mensen op stemmen? Zijn de programma’s van de studentenpartijen echt verschillend? Ik heb het niet onderzocht, maar ik denk dat er minder verschil in zit dan bij de Tweede-Kamerverkiezingen. En kunnen partijen die programma’s uitvoeren? Je kunt wel roepen dat de universiteitsbibliotheek (UB) 24 uur per dag open moet zijn, maar als universiteitsraad heb je maar een beperkte invloed.’

‘De hobbel is te groot’

Op deze manier werkt het in elk geval niet, meent voormalig voorzitter van de universiteitsraad Hilly Mast. ‘Toen de RUG overstapte van schriftelijk naar digitaal stemmen kelderde de verkiezingsopkomst direct met ruim 10 procentpunt! We gingen van ongeveer 45 procent naar 30. Dat is een flinke klap die we nooit te boven zijn gekomen.’

Volgens Mast moet de universiteit het digitaal stemmen beter faciliteren. ‘Zet overal stemhokjes neer of plaats studenten met iPads bij de ingangen. De hobbel is nu te groot om zomaar naar een website te gaan.’

Maar er is meer aan de hand, denkt ze. Studenten hebben het idee dat ze weinig in de melk te brokkelen hebben, omdat ze doorhebben dat universiteitsbesturen de rol van de medezeggenschap marginaliseren, zegt ze. ‘En ik merk dat studenten meer als consument worden gezien. In de programma’s gaat het niet over onderwijs en onderzoek, maar over de openingstijden van de UB. Daardoor zien studenten het belang van stemmen misschien niet meer in. En door de massaliteit van het onderwijs is er minder een ‘wij-gevoel’ en vermindert de betrokkenheid bij de RUG.’

Calimero

‘Alternatieven werken niet beter’

Heeft het dan nog wel zin om verkiezingen te organiseren? Een andere methode gaat niet voor een hogere opkomst zorgen, daar zijn alle ondervraagden het wel over eens. Daarnaast is het universiteitsbestuur wel blij met hoe de democratie nu werkt. ‘De samenwerking met de universiteitsraad loopt goed, dus voor het college van bestuur is er geen reden om te zeggen: het moet anders. Maar het is natuurlijk wel belangrijk dat het een representatieve vertegenwoordiging is. Het standpunt is: als je wilt meepraten, dan moet je gaan stemmen’, zegt woordvoerder Gernant Deekens.

Andere vormen van democratie zijn ook lastig, denkt Paapst. ‘Je kunt de studenten en personeelsleden scheiden in een ondernemingsraad en studentenraad. Maar ik weet uit ervaring dat het lastig is om mensen in een ondernemingsraad te krijgen, laat staan dat ze willen stemmen.’

Gemeenten experimenteren bijvoorbeeld met loting of het selecteren van vertegenwoordigers via een steekproef, weet Otjes. ‘G1000 (waarbij burgers met elkaar in gesprek gaan over hun stad, red.) is bijvoorbeeld heel populair.’ Maar ook dat gaat niet voor een hogere opkomst zorgen, vreest hij.

SOG

‘Niemand kwam opdagen’

De Personeelsfractie heeft wel ideeën over hoe het anders kan. ‘Je kunt mensen betrekken op onderwerp. Interessegroepen die meepraten over een dossier, in plaats van twee jaar lang een fractie laten buffelen op alle dossiers. We doen dat zelf als partij al op kleine schaal. We hebben ook inloopuren gehouden, maar ook daar kwam bijna niemand opdagen’, vertelt Beijer.

Vorig jaar viel de opkomst iets hoger uit, waarschijnlijk door de bezetting van het Maagdenhuis. Beijer: ‘Toen had je nog ReThink en De Nieuwe Universiteit. Maar wat doen die met de verkiezingen? Stellen ze zich verkiesbaar? Het lijkt erop dat die hele beweging als een plumpudding is ingezakt.’

Een oplossing voor de lage opkomst is simpelweg niet eenvoudig te vinden, zeggen de ondervraagden. We moeten het doen met hoe het nu is. ‘Wij gaan volgend jaar gewoon weer aan de bak’, concludeert Beijer.

25-05-2016