Zijn RUG-gebouwen aardbevingsbestendig?

Bouwkundig inspecteurs wierpen woensdagmiddag een kritische blik op gebouwen van de RUG in de Grote Rozenstraat. Het waren de eerste universiteitsgebouwen die in het kader van aardbevingsveiligheid werden geïnspecteerd. De komende maanden zullen alle 300 gebouwen van de universiteit worden onderzocht.

In de binnentuin van de faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen lopen mannen gekleed in opvallende oranje jassen, ze zijn gewapend met iPad en notitieblokje. Geconcentreerd turen ze naar de bovenkant van de gebouwen. Af en toe maken ze een foto met hun iPad of noteren ze iets. Het zijn bouwkundig inspecteurs van Royal HaskoningDHV, op zoek naar kwetsbare bouwelementen,  zoals schoorstenen, balkons of gevelornamenten.

Snelle visuele screening

De inspecteurs maken gebruik van de Rapid Visual Screening-methode. Joost Smeets, projectleider bij Royal HaskoningDHV, geeft aan dat de snelle visuele inspecties erop gericht zijn om binnen een korte tijd een beeld te krijgen van welke elementen van een gebouw een risico kunnen vormen in het geval van een aardbeving. ‘De eerste fase van de inspectie gaat puur om de buitenkant. Als daar aanleiding voor is, gaan we ook naar de binnenkant van een gebouw kijken, bijvoorbeeld als een schoorsteen kan instorten en naar binnen kan vallen.’

‘We willen in kaart brengen wat er met risicovolle elementen gebeurt als ze loskomen’
 De naam van de inspectiemethode geeft het al aan: de inspectie gaat snel. Binnen twee uur hebben de bouwkundig inspecteurs vier gebouwen in de Grote Rozenstraat onderzocht. Mary Lammeree, projectcoördinator aardbevingen bij de RUG, heeft er vertrouwen in dat er geen risico’s over het hoofd worden gezien.

‘Alle controles worden uitgevoerd door twee inspecteurs, overal gaan dus twee paar ogen overheen. We willen in kaart brengen wat er met de risicovolle elementen gebeurt als ze loskomen van het gebouw. Vallen ze bijvoorbeeld op een terras of bij een uitgang, dan is de kans dat er mensen letsel oplopen groter dan als iets op een privé-terrein valt’, aldus Lammeree. Deze eerste inspectie is een pilot. Bij succes worden alle gebouwen van de RUG op deze manier onderzocht op aardbevingsgevoelige elementen.

Dronevluchten

Als de inspecteurs klaar zijn met de controle, gaan ze samen met Smeets en Lammeree nog kijken naar de beelden die een drone heeft gemaakt. ‘Hiermee checken  we of we echt niks hebben gemist. Als blijkt dat we risicovolle bouwelementen over het hoofd hebben gezien, dan blijven we deze dronevluchten toepassen. Als we tijdens deze pilot niks hebben gemist, dan zijn die vluchten overbodig’, legt Lammeree uit.

De lijst met potentieel gevaarlijke bouwelementen die de inspecties opleveren, worden in een later stadium nog een keer gecheckt en daarna gecontroleerd door de NAM. Lammeree hoopt dat de kosten uiteindelijk door de NAM vergoed zullen worden. ‘Hier hebben we nog geen overeenstemming over. De regelgeving omtrent de aardbevingsbestendigheid van gebouwen verandert constant.’

21-04-2016