Meppen met een stenen bijl

‘Wat ben jij een watje zeg!’ Een archeologiestudent duikt even weg voor het rondvliegende hout en krijgt meteen de wind van voren. Het jaarlijkse practicum houthakken voor het archeologievak archeobotanie is begonnen.

De tweedejaars archeologiestudenten moeten natuurlijk niet voor niks houthakken. Professioneel replicamaker Diederik Pomstra heeft verschillende bijlen meegenomen. Deze komen uit het stenen, koperen en ijzeren tijdperk en werden zelfs van dieren gemaakt. Er zitten bijlen tussen van everzwijnstand en gespleten hertenbeen.

[vsw id=”dBuBvkLCeHI” source=”youtube” width=”425″ height=”344″ autoplay=”no”]

Deze bijlen laten allemaal verschillende afdrukken in hout achter, en dat is het voornaamste nut van het practicum. Archeologiestudenten moeten op een gegeven moment met het blote oog kunnen zien uit welk tijdperk een houtafdruk komt, en daarmee wordt nu een begin gemaakt.

De bijlen zien er niet uit alsof je er een hoofd mee kan afhakken. Een stenen bijl blijkt een warrige bende op een stuk hout achter te laten, maar toch slaat iedereen verwoed door. Althans, bijna iedereen.

Linkshandig

‘Wat nu als je linkshandig bent?’ vraagt een student aan Diederik.

‘Oh helaas, dan heb je pech gehad’, luidt het antwoord. Blijkbaar bestond dat probleem bij de jager-verzamelaars nog niet.

Er is discussie binnen de archeologie. IJzer, brons en gehamerd brons zouden dezelfde afdrukken achterlaten en daardoor moeilijk te onderscheiden zijn. Hier wordt een experiment mee uitgevoerd.

Diederik slaat dermate hardhandig met de bijlen in het hout, dat het blok alle kant op wiebelt. En inderdaad, als leek zie je weinig verschil, maar voor archeologen is dat mogelijk anders. Hierna mogen studenten nog even doen waarvoor ze gekomen zijn: hakken.

Oeps

‘Ik ben mijn bijl kwijt!’ Simone Wassenaar was iets te enthousiast met een stenen bijl, maar het ding kan gelukkig zo gerepareerd worden. En ach, het zijn toch replica’s. Rianne Everts houdt de bijl op de goede plek. ‘Ik ben liever de hakker.’

Terwijl Simone nog net een deuk in een pakje boter lijkt te slaan, zijn de jongens aan de andere kant meer geïnteresseerd in het grovere geschut. Ze hakken vakkundig speren uit het hout, met een iets modernere bijl, en lijken klaar voor de jacht.

Simone heeft het wel gezien. Ze vervangt haar stenen bijl door een ijzeren en blijkt stukken gemakkelijker door het hout heen te komen. Het respect voor de steentijdmens stijgt.

In een zee van houtsnippers gaat Rianne nog even aan de slag met de bijl van gespleten hertenbeen. ‘Ik ben benieuwd wie hier gaat opruimen. Misschien de laatste groep?’

 

 

 

10-05-2013