Onvriendelijker door serotonine

We kennen serotonine als het ‘geluksstofje’ waar we vrolijk van worden. Maar het kan je ook onvriendelijker maken, blijkt uit nieuw onderzoek.

Een verrassende uitkomst, zegt promovendus Koen Hogenelst die zich verdiept heeft in het effect van serotonine op sociaal gedrag. Je zou verwachten dat mensen vriendelijker en socialer worden van een hoger serotoninepeil in hun brein. Maar dat blijkt dus niet altijd het geval.

Serotonine is een signaalstof in de hersenen die boodschappen doorgeeft aan verschillende plekken in het brein. ‘Het speelt een belangrijke rol bij de verwerking van emotionele en sociale informatie’, zegt Hogenelst.

Depressief

Bij mensen die depressief zijn gaat het daar vaak mis. Ze zijn extreem somber en trekken zich terug. Vandaar dat antidepressiva vaak het serotonineniveau in hun brein proberen te beïnvloeden. Dat dat vaak positieve effecten heeft op hun stemming is duidelijk. Maar wat doet het met hun sociale gedrag?

Om dat uit te zoeken, gaf Hogenelst een groep proefpersonen tryptofaan, een onschuldig aminozuur dat in ons brein wordt omgezet in serotonine. Een andere groep kreeg een placebo toegediend. Precies zoals verwacht, voelden de proefpersonen die tryptofaan slikten kregen zich vrolijker dan degenen die een neppil slikten. Maar – en dat was niet verwacht – ze werden ook minder vriendelijk. ‘Ze confronteerden anderen sneller met iets dat hen niet zinde en hadden vaker kritiek. Ook waren ze het minder snel met anderen eens.’

Gemener

Betekent dat nu dat je van serotonine vrolijker, maar ook gemener wordt? ‘Nee’, zegt Hogenelst. ‘Ik denk dat het te maken heeft met opkomen voor jezelf. Mijn proefpersonen waren mensen met een hoger risico op depressie, omdat het voorkomt in de familie. Mogelijk dat zij daar toch al wat meer moeite mee hebben. De serotonine helpt ze dan om wat assertiever te zijn en te zeggen: dit wil ik wel of niet.’

01-02-2016