Commissie ziet niets in toekomst KVI

De toekomst van het Kernfysisch Versneller Instituut (KVI) van de RUG is nog steeds onzeker. De commissie van drie, die door het universiteitsbestuur was aangesteld om de economische haalbaarheid van de toekomstplannen te onderzoeken, ziet er niets in.

Interim-directeur Cees Sterks heeft de conclusies van de commissie dinsdag meegedeeld aan de medewerkers van het instituut.

Het KVI is door het wegvallen van grote onderzoeken en het stoppen van de deeltjesversneller niet meer levensvatbaar. Het universiteitsbestuur wil er nu een technologisch ontwikkelingscentrum van maken, het Center for Advanced Research Instrumentation (ZCARI). Maar of dat gaat lukken, is nog maar de vraag.

Geen garantie

De drie deskundigen waren gevraagd de toekomstplannen voor het KVI onder de loep te nemen. Is het omvormen van het instituut tot een technologisch ontwikkelingscentrum economisch haalbaar? De commissie durft dat niet te garanderen, zo staat in een vertrouwelijk rapport. Een grote teleurstelling voor de medewerkers, die al maanden in onzekerheid zitten over het voortbestaan van hun baan.

Sterks baalt. ‘Ik was aangesteld om vanaf maart een plan uit te voeren. Nu hebben we een uitkomst die niet helder is’, zegt hij. De interim-directeur is het niet eens met de conclusies van de commissie. ‘Als je een optimist bent, lees je het anders dan een pessimist. De toekomst is onzeker, maar ook maakbaar. Ik zie nog voldoende kansen.’

Eigen advies

Sterks gaat daarom zijn eigen advies schrijven. Hij heeft van het universiteitsbestuur twee weken de tijd gekregen om een toekomstplan te presenteren dat wel voldoende geld oplevert om het KVI draaiende te houden. ‘Het is heel lastig, ik durf ook niet te garanderen dat ik erin slaag. Maar ik heb goeie hoop op een positief scenario.’

Volgens Sterks wil het universiteitsbestuur de geldkraan niet dichtdraaien, en is het KVI straks dus niet helemaal afhankelijk van externe financiering. Ook ziet hij toekomst in een centrum voor protonentherapie bij het UMCG en denkt hij dat hij de komende twee jaar nog voldoende werk kan vinden voor deeltjesversneller AGOR.

Doodgeboren kindje

Oud-directeur Klaus Jungmann is niet verbaast dat de commissie niet veel ziet in de plannen voor een technologisch ontwikkelingscentrum. ‘ZCARI is iets dat door ondeskundigen is bedacht. Het past gewoon niet’, zegt hij.

Jungmann stapte eerder eind vorig jaar op, omdat hij niets in de plannen van het universiteitsbestuur ziet. ‘De commissie heeft zover ik weet ongeveer dezelfde conclusie getrokken, die ik toen met mijn directie ook had getrokken. De meeste deskundigen waarmee ik heb gepraat, kwamen daar ook op uit. Maar mensen die minder bekend staan om hun deskundigheid in het veld van de natuurkunde in Nederland willen iets anders. Je kunt van een autofabriek niet zomaar een koekjesbakker maken. Als je dat advies niet wilt horen, dan moet je er ook niet naar vragen.’

Het KVI moet vooral doen waar het goed in is, denkt Jungmann. ‘We hebben hier op alle niveaus mensen met uitstekende  kennis.  We moeten gebruiken wat we hier hebben en wat wordt gewaardeerd: Ons richten b.v. op de medische hoek, atoomfysica, deeltjesfysica en astro-deeltjes fysica. En samenwerken met Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen. Daar liggen heel veel kansen.’

Het universiteitsbestuur bekijkt over twee weken de toekomstscenario’s van het KVI. Daarna wordt de knoop doorgehakt. ‘Het meest pessimistische scenario is dat het KVI ophoudt te bestaan’, zegt Sterks. ‘Maar ik heb deze functie niet genomen om een koude sanering toe te passen. Ik ben enthousiast en positief.’

05-03-2013