Povere score RUG bij subsidieregen

291 veelbelovende onderzoekers kregen vorige week een Europese ERC Starting Grant van 1,5 miljoen euro. Slechts eentje daarvan ging naar de RUG.

Chemicus Katalin Barta kreeg de topsubsidie voor haar onderzoek naar groene katalyse. Ze zoekt naar manieren om chemische processen voor de industrie duurzamer te laten verlopen. ‘Met de ERC Grant wil ik een proces ontwikkelen waarbij biomassa wordt omgezet in bruikbare chemische stoffen op een duurzame manier. Dus zonder schadelijk afval.’ Vorige maand nog publiceerde ze een onderzoek in Nature Communications, waarin ze een methode beschreef waarbij ijzer als katalysator werd gebruikt en water de enige afvalstof was.

Slagingspercentage

Barta’s onderzoek is de enige ERC Starting Grant voor de RUG dit jaar. Vorig jaar waren het er drie en in 2013 twee. Dean of Talent Development Ritsert Jansen is gematigd positief over de score. ‘Je wilt altijd wat meer’, geeft hij toe. ‘Maar de EU moest de subsidies ook beter spreiden over de landen. Er zijn dus krachten waardoor wij het in Nederland iets minder goed doen dan voorheen.’

Toch haalde de Universiteit van Amsterdam er zes binnen en Nijmegen nog altijd twee. Het ‘slagingspercentage’ was tien procent. ‘Het zit hem ook in de populatie’, zegt Jansen. ‘Veel van onze aanwas is al voorbij de starting grants en dingt eerder mee voor de consolidator grants voor meer ervaren onderzoekers.’

Winst

Toch is er nog winst te behalen, denkt Jansen. Faculteiten moeten op tijd inschatten welke onderzoekers in aanmerking komen, denkt hij, en hen op tijd voorbereiden. Dat kost al gauw twee of drie jaar. ‘Daarnaast moeten ze zichzelf goed benchmarken. Kijk goed wie er eerder hebben gewonnen, qua status, cv, trackrecord en type onderwerp, en leer daarvan. En tenslotte: als je je fantastische idee niet wonderschoon aanbiedt, heb je toch kans dat je verliest van iemand die er net wat meer tijd in heeft gestopt.’

07-12-2015