Futuroloog

Nu het schooljaar naar zijn einde loopt, moet onze oudste zoon keuzes maken voor zijn vakkenpakket. Zo moet hij van zijn vier buitenlandse talen, er eentje laten vallen. Van tekenen, handvaardigheid, muziek en drama moet hij twee schrappen en in de ‘vrije keuzeruimte’ mag hij kiezen voor biologie of filosofie.

Eerlijk gezegd zijn wij al blij als hij over gaat, maar vooruit de toekomst is altijd dichterbij dan je denkt.

Maar hoe maak je op zijn leeftijd een goede keuze? Hij stelde voor handvaardigheid aan te houden, want een beetje prutsen met klei leek hem niet erg inspannend. Zelf dacht ik even aan de wanstaltige producten die hij me jarenlang met Vaderdag heeft gegeven. Je wilt zo’n kind niet al te zeer kwetsen, maar het was vaak moeilijk om mijn schrik te onderdrukken.

‘Zie je wel wat het is?’, vroeg hij benieuwd. Ik had geen flauw idee, maar hoopte dat ze kinderen nog steeds aanmoedigden een asbak of kaarsenstander te kleien. En inderdaad was het vaak een asbak.

Al heb ik nooit gerookt en zal ik waarschijnlijk alleen na mijn dood een keer roken (ik ben er nog niet uit, want eigenlijk ga ik liever de grond in, maar mijn vrouw houdt daar niet van, dus nu is het afwachten wie van ons eerst gaat), je was er toch maar blij mee.

‘Heb je een idee wat je later wilt worden?’, probeerde ik maar eens. Hij had geen idee. Ja, boer (vooral om tractor te rijden), maar is dat nog wel van deze tijd? Topvoetballer heeft hij al uit zijn hoofd gezet (in het verleden behaalde mislukkingen bieden een garantie voor de toekomst).

Wel wil hij zijn Frans laten vallen ten gunste van Spaans, zodat hij met zijn favoriete spelers kan praten, mocht hij ze ooit tegen het lijf lopen. Geen sterk argument.

Zelf had ik trouwens ook nooit een idee wat ik wilde worden (ja, ook boer) en soms vrees ik dat ik het eigenlijk nog niet weet. Nou ja, ik ben psycholoog, onderzoeker, docent, maar heb ik daar echt voor gekozen? En zou ik het nu weer doen?

Gelukkig publiceerde de NRC deze week een artikel waarin futurologen zich het hoofd breken over de ‘achtendertig banen van de toekomst’. Ze voorspellen verrassende beroepen als robot counsellor (helpt bij de keuze voor een geschikte robot) of nostalgist (designers voor ‘recreating memories for retired people’).

Boer kun je ook nog worden, als urban farmer (voor ‘vertical farming’ in grote stadskassen), maar ook verwachten ze dat er behoefte zal zijn aan rewilders (nee, die helpen niet bij de reïntegratie van afvallige PVV’ers), voor het herstellen van de natuur, waar die door menselijke ingrijpen verloren is gegaan.

Zou er voor mij ook nog wat in het verschiet liggen? Volgens het artikel zullen psychologen aan de slag kunnen als cognitive behavioural therapist of end of life therapist, maar dat lijkt mij niks.

Docenten blijven in 2030 ook nodig. ‘Teachers will go beyond their classroom, taking lessons out into the world’, heet het futurologisch, maar het deed mij vooral denken aan de ideeën van ouwe baasjes als Jean-Jacques Rousseau en John Dewey. Die meenden dat kinderen moesten leren in en van de natuur, met aandacht voor technische vaardigheden, creativiteit en vrijheid van denken.

Ooit zal iemand ontdekken dat er heel veel toekomst ligt in het verleden.

06-06-2014