De best verstopte collegezalen

Je hebt een studie, je hebt een kamer en je hebt boeken. Vanaf nu is het een kwestie van colleges volgen en dan ben je klaar. Maar ja, dan moet je die collegezalen eerst nog zien te vinden. Een leidraad.

Hoe werken die gebouwen?

* Alle zalen hebben een code van acht cijfers. Dat lijkt veel, maar ze zijn op te delen in vier keer twee cijfers.
* De eerste twee staan voor het gebouw of de gebouwengroep. Sommige gebouwen worden echter aangeduid met een naam, dus zorg dat je die snel kent.
* De volgende twee cijfers staan voor een vleugel in dat gebouw. Elk gebouw heeft zijn eigen reeks vleugelnummers, om zo toch een beetje onderscheid te maken.
* De cijfers die daarop volgen, vaak achter de punt, geven de verdieping aan. 0 is begane grond, -1 ligt dus lager.
* De laatste cijfers geven het zaalnummer aan.

Nijenborg 4: de kelder

Je eerste collegedag. Iets bezweter dan je zou willen spring je om twee voor negen van je fiets af en ren je Nijenborg 4, het gebouw van schei- en natuurkunde, binnen. Maar dan? Voor, achter, links, rechts?

Portier Heidi Klünder lacht. ‘Het is elk jaar weer hetzelfde, vooral de eerste week zijn er vrij veel studenten die komen vragen waar ze heen moeten. Gelukkig zijn de studieverenigingen ook druk bezig geweest met rondleidingen, dus ik heb goede hoop dat het dit jaar minder wordt. We hebben nu ook maar een grote plattegrond uitgeprint en die naast de balie gezet.’

Gebouwen X, U en V (respectievelijk het natuur- en scheikundecomplex, de Linnaeusborg en de Bernoulliborg) zijn de drie gebouwen ten westen van de Zernikelaan. Alle drie hebben ze gebouwcode 51 (zie kader), en dat zorgt volgens Klünder nog wel eens voor verwarring. ‘En bij ons blijkt zaal 5118.-152 lastig. Dat minteken betekent dat het in de kelder is, maar veel studenten lezen daar overheen. Na een week hebben de meesten het wel weer door hoor, zo moeilijk is dit gebouw niet, maar de Linnaeusborg…’

Bernoulliborg: blokkendoos

Achter het natuur- en scheikundecomplex liggen twee gebouwen. Het grote, blauwe gebouw is de Bernoulliborg. Portier Barbara Visser krijgt doorgaans niet veel vragen. ‘Het is hier net een hotel, dit is één blokkendoos, dus erg simpel, in tegenstelling tot de Linnaeusborg.’

Wie echter college heeft in een zaal op de begane grond moet even opletten. Om bij de trap naar beneden te komen, de portier zit namelijk al op de eerste verdieping, moet je door het Education Support Centre heen, daarachter zit de trap aan de linkerkant.

Linnaeusborg: hopeloos

In de Linnaeusborg zitten twee portiers in het hokje. Op de vraag welke zalen hier lastig te vinden zijn wordt gelachen: ‘Alle!’ Ik krijg een plattegrond in mijn handen gedrukt. ‘Zoek maar naar zaal 5171.0415.’ Zo’n tien minuten ben ik bezig, dan geef ik het op. Om daar te komen blijk je met de lift naar de vijfde verdieping te moeten, de lange brug langs wat lijkt op een goed doorlicht cellencomplex over te steken en aan het einde weer de lift naar de vierde verdieping te nemen.

Aan de overkant van de Zernikelaan ligt het Duisenberg Gebouw, waar menig econoom veel te vinden zal zijn. Het grootste probleem blijkt daar vleugel 5433, het vrij opvallende rood-gele-bouwwerk dat in het water lijkt te hangen. Portier Fabian Wieland snapt wel dat mensen soms moeite hebben met het vinden van hun locatie. ‘Neem nou vleugel 5417. Dat wordt soms zo aangeduid, maar ook wel met Landleven 1, het adres, terwijl het een andere keer weer het Mercator-gebouw heet. Dat helpt niet echt mee voor de duidelijkheid.’

Academiegebouw: goed verstopt

Ook in het Academiegebouw bevindt zich een aantal grote collegezalen. De Zernikezaal en de Van der Leeuwzaal zitten goed verstopt achterin het gebouw. Bereikbaar via de achterdeur (let op: die is niet altijd open) of bovenlangs, de gang door en dan weer wat trappen af. De Heymanszaal zit bij binnenkomst rechts aan het einde van de gang. A900 en A901 zijn lokalen die in het gebouwtje tussen het Academiegebouw en de Oude Kijk in ‘t Jatstraat zitten.

Harmoniecomplex: onder de bogen

Een kwestie van gewenning, maar als je er voor het eerst bent kan het wat lastig lijken. Gelukkig leiden gekleurde lijnen je tegenwoordig door het gebouw naar corresponderende vleugels. Lastig te vinden zalen zijn 1314.0026 en 1314.0014, die bevinden zich onder de bogen. De lokalen in vleugel 1315 zijn te bereiken door bij binnenkomst van het complex de hal over te steken en daar weer naar buiten te lopen, tussen de fietsenrekken door.

Heymansgebouw: ander gebouw

Een veelgemaakte fout, vertelt de portier, is dat mensen niet daadwerkelijk hier moeten zijn maar in het Muntinggebouw, waar de meeste collegezalen liggen. Dat ligt in de tuin achter het Heymansgebouw. ‘Al heb ik ook wel studenten langs zien komen die op het Zernike moesten zijn of aan de Bloemstraat, waar ook colleges gegeven worden.’ Goed het rooster bekijken is dus belangrijk!

Verdwaald? Ga naar de studentsmap op de RUG-website. Klik op het gebouw dat je zoekt en je gaat regelrecht naar Googlemaps. Wat ook kan: het gebouw van je keuze aanklikken in de gebouwenlijst. Een keer bij het gebouw kun je twee dingen doen. Een uitgeprint kaartje van het gebouw bestuderen of de portiers lastigvallen.

01-09-2014