CBN en CEES één groot instituut

De onderzoeksinstituten CBN (Centre for Behavioural Neuroscience) en CEES (Centre for Evolutionary and Evolutionary Studies) van de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen (FWN) zijn gefuseerd tot één groot onderzoeksinstituut.

Ze vormen nu samen het instituut GELIFES (Groningen Institute for Evolutionary Life Sciences). De fusie komt onder meer voort uit het plan van het faculteitsbestuur om het aantal instituten binnen FWN terug te brengen naar acht. Deze grootschalige clustering stuitte echter op weerstand binnen instituten en is daarom uitgesteld.

Samenwerken op inhoud

De besprekingen tussen CBN en CEES gingen toen goed, maar wij waren al langer in gesprek, zegt wetenschappelijk directeur Ton Groothuis van GELIFES. ‘Toen we nog in Haren zaten spraken we al over samenwerken op basis van wetenschappelijke inhoud.’

Het universiteitsbestuur en de faculteit sturen al langer aan op een beperkt aantal beter geprofileerde onderzoeksthema’s binnen de universiteit. ‘Toen zagen wij een kans voor een veelbelovend nieuw onderzoeksinstituut’, zegt Groothuis.

Binnen dat instituut wordt onderzoek naar neurobiologische en gedragsmechanismen van aanpassing, zoals bijvoorbeeld tijdens stress of veroudering, geïntegreerd met onderzoek naar aanpassingen op evolutionaire tijdsschaal. ‘Beiden blijken veel met elkaar te maken te hebben maar worden zelden met elkaar in verband gebracht’, zegt Groothuis. ‘De integratie is vormgegeven in een uitgebreide wetenschappelijke toekomstvisie getiteld ‘Adaptive Life’.’

Interne structuur

De organisatie en de interne structuur – in de vorm van één basiseenheid of meerdere – van het nieuwe instituut is nog niet duidelijk. Daarover bestaan onder het ondersteunend personeel wel zorgen, bleek tijdens de faculteitsraadsvergadering. ‘Men is bang straks als ‘loslopend’ wild te worden gezien en de band met ‘hun’ onderzoek kwijt te raken’, werd tijdens de raad in februari gezegd. Ook vrezen analisten straks voor veel meer onderzoekers te moeten werken, dan nu het geval is.

Daar is Groothuis van op de hoogte. ‘We zijn nog bezig met hoe we het nieuwe instituut vorm willen geven maar ik ken de zorgen. Die nemen we uiteraard serieus. Uitgangspunt van ons plan is dat de integratie die we voor ogen hebben ook echt tot stand komt maar dan in goed overleg en met zo groot mogelijk draagvlak. Ik krijg op basis van de recente bijeenkomsten met wetenschappelijke staf en met ondersteunend personeel de indruk dat we op de goede weg zijn.’

Financiële vrijheid

Wel al duidelijk is dat onderzoekers en tenure trackers uit de verschillende basiseenheden meer financiële vrijheid krijgen. ‘Ze worden, passend bij het huidige tenure track systeem, meer onafhankelijk en krijgen daardoor zeggenschap over hun eigen budget’, zegt Groothuis. ‘Daardoor hoeven ze niet meer om geld te vragen bij hun eenheid, maar leggen ze achteraf verantwoording af.’

Het voorstel over hoe het nieuwe instituut er precies uit komt te zien, wordt begin april verwacht.

03-03-2015