Docentenonderzoek ‘kort door de bocht’

‘Dertig procent van de universitaire docenten geeft slecht les’, kopten diverse media dinsdag. Onderzoeksbureau Goudsteen & Company trok die conclusie op basis van interviews met veertien universitaire Docenten van het Jaar, onder wie RUG-professor Anton Scheurink. Maar statistisch is het onderzoek één grote flop.


Een jaar geleden had neuro-endocrinoloog Anton Scheurink een ‘gezellig gesprek’ met de uitvoerders van het onderzoek. Anderhalf uur praatte hij over onderwerpen als onderwijsvisie, prioriteiten en waardering. Dertien andere Docenten van het Jaar, verspreid over heel Nederland, werden aan dezelfde vragen onderworpen. Nu zet Scheurink een groot vraagteken bij het onderzoek: ‘Statistisch kan dit niet. Ik weet niet wat ik hiermee moet.’

Volgens het externe onderzoeksbureau zou 30 procent van de docenten slecht les geven. 45 procent kan met ‘goed’ bestempeld worden, 25 procent met ‘top’. De percentages zijn gebaseerd op de reacties van de veertien geïnterviewde docenten. ‘Daarvan heeft 28 procent de vraag ook nog niet willen beantwoorden’, leest Scheurink voor uit het onderzoek. ‘Het interview is een tijd terug, maar ik durf te stellen dat ik daartoe behoor. Het komt erop neer dat een conclusie wordt getrokken op basis van tien personen. Dat zijn absurde dingen.’

Open deuren

‘Het onderzoek an sich kan interessant zijn’, zo stelt RUG-statisticus Casper Albers. ‘Docenten van het Jaar zullen goede tips hebben voor hun collega’s en aan het eind van het stuk staan enkele goede aanbevelingen. Dit zijn weliswaar open deuren, zoals dat er meer geld naar onderwijs moet en minder druk op de onderzoekkant moet worden gelegd, maar het kan geen kwaad om hier aandacht aan te blijven schenken.’

‘Waar ik over gevallen ben, is de kwantitatieve uitvoering. Het is een rare manier om op basis van tien man dergelijke conclusies te trekken. Bovendien heb ik als docent een beperkt zicht op hoe andere docenten lesgeven. Je zit immers niet bij elkaar in de colleges. Hoe een topdocent daar dan anders tegenaan zou kunnen kijken, weet ik ook niet’, aldus Albers.

Een andere conclusie die in het onderzoek wordt gesteld, is dat de Basiskwalificatie Onderwijs (BKO), een bewijs van didactische bekwaamheid van docenten, nauwelijks toegevoegde waarde heeft. 50 procent van de topdocenten kreeg deze automatisch, 29 procent volgde een BKO-opleiding en 21 procent moest een dossier inleveren om de kwalificatie toegekend te krijgen.

Goed geregeld

‘Ik weet niet wat die statistiek zegt’, vraagt Scheurink zich hardop af. ‘Slechts 29 procent van de respondenten, in totaal vier personen, heeft een BKO-opleiding gevolgd. Zelf behoor ik daartoe, bij ons op de faculteit is de BKO-opleiding goed geregeld. In het begin was het veel werk, maar ik heb er veel van geleerd. Dat 50 procent van de veertien personen hem automatisch gekregen heeft, zegt ook niet zoveel over het totaal.’

‘In het interview heb ik meteen gezegd een stuk optimistischer te zijn over het onderwijs van nu. Er zijn al veel dingen verbeterd ten opzichte van vroeger. Onderwijskwaliteit was bijvoorbeeld nog niet zo lang geleden helemaal geen criterium bij het aannemen van onderzoekers aan de universiteit. In dit onderzoek zitten zeker interessante aanbevelingen. Bovendien ziet het er mooi uit met mooie pijltjes en diagrammetjes. Maar de conclusies zijn heel erg kort door de bocht’, aldus Scheurink.

Foute conclusie

Onderzoeksbureau Goudsteen & Company is het helemaal eens met de kritiek van Albers en Scheurink. ‘We hebben onderzoek gedaan naar topdocenten’, reageert Peter Langerak van het onderzoeksbureau. ‘We waren benieuwd naar hun kenmerken en de academische cultuur waarin zij werken. Dat hebben we beschreven. De conclusie dat 30 procent van de docenten slecht is kan helemaal niet getrokken worden.’

Toch wordt die conclusie wel gesuggereerd in het persbericht over het onderzoek. ‘Prijswinnende topdocenten […] schatten dat 30 procent van de universiteit docenten slecht functioneert’, staat dik gedrukt in de eerste en tweede alinea. Maar dat is niet de focus van het persbericht, zegt Langerak. ‘Het gaat erom dat in de academische cultuur vooral belangrijk wordt gevonden dat je op onderzoek scoort en dat deze topdocenten uit persoonlijke motivatie zich toch inzetten om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Maar positief nieuws is blijkbaar geen nieuws.’

18-05-2016