Groninger protesteert zonder protest

Groningers lijken stoïcijns bij nieuwe berichten over aardbevingen. Maar schijn bedriegt, zeggen psychologen van de RUG.

Als een burger het gevoel heeft dat hem onrecht wordt aangedaan, dan gaat hij protesteren, denken veel mensen. De wetenschappelijke literatuur ondersteunt dat. Dus je zou kunnen denken dat de Groningers zich hebben neergelegd bij de aardbevingsellende. Immers: waar zijn de demonstraties gebleven?

Langzame ramp

Het zit anders, zeggen onderzoekers van het pas opgerichte Kenniscentrum Aardbevingen van de RUG. Ze trokken het aardbevingsgebied in om via interviews en vragenlijsten te achterhalen hoe burgers nu werkelijk omgaan met de onveiligheid en waardedaling van hun huizen door de aardbevingen. Gisteren presenteerden ze hun onderzoek bij de opening van het academisch jaar van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen (GMW).

‘De verwijtbaarheid maakt het moeilijker voor mensen ermee om te gaan’

De situatie in Groningen valt niet te vergelijken met gewone rampen, vertelt sociaal psycholoog Katharina Stroebe van het Kenniscentrum. ‘Het is niet één grote klap, maar het voltrekt zich langzaam. Bovendien worden de aardbevingen niet door de natuur veroorzaakt. De schuld ligt bij de NAM en de overheid. Juist die verwijtbaarheid maakt het moeilijker voor mensen ermee om te gaan.’

Kippenvel

De reacties op de situatie lijken daardoor ook anders. Het vertrouwen in de NAM en de nationale overheid is sterk teruggelopen, zegt Stroebe, die zelf ‘kippenvel’ kreeg toen ze in het dossier over de aardbevingen las hoe de zorgen van burgers steeds weer werden genegeerd door NAM en overheid. Alleen lokale autoriteiten, zoals de politie, kunnen nog op vertrouwen rekenen.

‘Ze protesteren door anders te gaan stemmen’, constateert Stroebe. ‘De landelijke partijen verliezen en lokale partijen hebben sterk gewonnen.’ Ook opvallend: Groningers reageren door gezamenlijke activiteiten te organiseren en waardoor de solidariteit toeneemt.

Laatste strohalm

Researchmaster student Carla Roos ondervroeg grote groepen mensen over de aardbevingen en constateert hetzelfde. ‘Er is veel ongenoegen, maar een demonstratie zien mensen juist als een laatste strohalm. Het is het laatste, niet het eerste middel waar ze naar grijpen.’

CarlaroosOok zij vond veel spontane samenwerkingsverbanden, waarin mensen elkaar helpen de schade af te handelen. Ze informeren elkaar over de situatie. Een vrouw die eerst alleen haar bejaarde ouders hielp bij het invullen van formulieren voor de NAM, eindigde als vertegenwoordiger van een collectief van zestien aardbevingsslachtoffers.

Den Haag is te veel bezig met geld, zeggen de onderzoekers. Ook heeft de politiek volgens hen geen oog voor het persoonlijke drama dat zich voltrekt in Groningen. ‘Het gaat niet om geld. Mensen willen een toekomst voor de regio.’

04-09-2015