Vrienden na de brand

Rens, Marco en Anna kijken vanaf hun balkon op de resten van het afgebrande huis aan de Herestraat. 'Dat was spannend.'

Ze hebben elkaar vannacht pas op het politiebureau ontmoet, maar lijken nu al de dikste vrienden. Studenten Rens Brinkhof (rechten), Marco Schipper (international business) en Anna Jonkman (communicatie) zitten relaxt vanaf een balkon naar de resten van het afgebrande huis achter hun woning te kijken. ‘Het is heel raar om mee te maken. Kom je terug, is opeens dat complete dak verdwenen’, zegt Rens.

Met wat relaxte muziek, een biertje en stokbroodje zitten ze in de zon, bij te komen van het avontuur. ‘Ik was half wakker en hoorde opeens de vrouw die daar woonde keihard schreeuwen: “Brand!” Opeens hoorde ik het brandalarm van het huis naast ons afgaan en toen riep een huisgenoot dat we allemaal naar buiten moesten. Binnen tien minuten stonden we op straat. Dat was wel heel spannend’, vertelt Anna, die in het huis naast de afgebrande woning woont.

Nachtrust

Wat er precies is gebeurd weten ze ook niet. Niemand weet exact wie er in het huis wonen dat tussen de winkels staat ingeklemd. Volgens de brandweer zou er één persoon geregistreerd staan op het adres. Maar volgens de studenten gaat het om twee oude mannen en een vrouw. Waarschijnlijk anti-kraakwachten, maar helemaal zeker weten ze het ook niet. ‘Wij missen alleen wat nachtrust. Maar voor die mensen is het verschrikkelijk. Alleen dat rekje boeken dat je ziet is er overgebleven’, zegt Rens.

brand-Herestraat1

Hij werd vannacht rond half vier door een van zijn huisgenotes gewekt. Ze had brandgeluiden gehoord en meteen de politie en brandweer gewaarschuwd. ‘Er waren acht mensen in huis. Ze heeft ons meteen wakker gemaakt. Ik deed de gordijnen los en zag de vlammen uit het huis slaan. Het ging heel snel. Eerst sloeg het uit twee ramen, en toen verspreidde het zich naar het dak ernaast. Ik heb meteen m’n kleren aangetrokken en ben naar buiten gegaan. Daar voelde je de hitte.’

Rens en Marco gingen nog even in de Herestraat kijken bij de brandweer die snel ter plekke was. Hoogwerkers hingen over hun huis om de brand te blussen. ‘We werden uiteindelijk weggestuurd en toen vertelde een agent ons dat we naar het politiebureau moesten gaan’, zegt Marco.

Daar zaten ze van vier uur ’s nachts tot zeven uur in de ochtend. ‘Ik heb m’n familie wel even een berichtje gestuurd dat alles oké was. Ik wilde ze niet wakker maken. Pas toen het bericht op Nu.nl verscheen dacht ik: als mensen dit op het journaal zien gaan ze zich zorgen maken. Toen heb ik wel gebeld’, vertelt Marco.

Ben ik verzekerd?

‘Op het bureau wisten ze ook niet hoe erg het was. Maar ze zeiden wel: hou er rekening mee dat je niet terug kunt naar je kamer’, vertelt Rens.

Anna: ‘Dan ga je wel opeens nadenken: Ben ik verzekerd? Wat als, wat als. Maar ik dacht: eerst maar afwachten. Ik had een onderbuikgevoel dat de brand niet over zou slaan naar ons huis.’

‘We probeerden de sfeer luchtig te houden op het bureau door grapjes te maken. We dachten dat we er de hele dag zouden zitten. Maar dat viel dus mee. Toen hebben we samen een ontbijtje gehaald bij de Hema’, vertelt Marco.

Pers

Thuis stond de pers al te wachten. ‘Iemand van tv en Radio Noord stonden beneden en wilden ons direct interviewen. Hier heb je een microfoon onder je neus, je bent live in de uitzending. Daar hadden we geen zin in. Maar met die van tv hebben we wel gesproken’, vertelt Rens.

Inmiddels zijn ze alle aandacht wel beu. Hart van Nederland is geweest, OOG TV was er, en ook de ondernemers en verzekeringsmensen stonden vandaag op hun balkon.

‘We zijn er heel nuchter onder. Maar we konden niet meer slapen’, zegt Marco. ‘Eerst denk je: Oh My God, wat heb ik meegemaakt! Maar dat is nu wel over’, vertelt Anna.

Rens: ‘Met onze huisgenoten gaat het ook goed. Eentje maakt nu gewoon z’n tentamen.’

brand

02-04-2014